Vechttoneel: dat is het genre dat de nieuwe groep YoungGangsters heeft uitgevonden. Regisseurs Lotte Bos en Annechien Vocht, de initiatiefnemers, zijn afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht. Hun visie op theater is rauw, grimmig. In hun voorstelling The New Rambo Generation gaan de acteurs onweerstaanbaar tekeer in een hard core-versie van de oorlog in Vietnam. Het is duidelijk: de spelers willen niet onderdoen voor de militante agressie en het bezwerende, soms zelfs hallucinerende oorlogsgeweld van de film Apocalypse Now uit 1979.

Plaats van gevechtshandeling is de Het Stenen Hoofd in het Amsterdamse Westerdok, een robuuste industriële entourage aan het IJ. Vijf Amerikaanse soldaten bevinden zich op een onherbergzame plek, ze vechten tegen de dood die de onzichtbare Vietnamese vijand zaait. De acteurs zijn zwart geschminkt, dragen camouflagepakken, tonen spierbundels, zwaaien in het rond met mitrailleurs en roepen wel duizend keer ‘fuck, fuck,  fuck’. Hun credo is: ‘I love the fucking army and the army loves fucking me.’ Ze zijn volkomen losgelagen en vermoorden elke Vietnamese soldaat die ze in het vizier krijgen.

De voorstelling heeft de vorm van een cirkel. In het begin wordt in het bijzijn van de soldaat Cortel, de enige overlevende van een hinderlaag, een standbeeld onthuld. Vervolgens meanderen fel realistische oorlogscènes uit en keren we uiteindelijk terug bij de onthulling. Toch zit er een mooie verschuiving in. In de openingsscène voert agressie de boventoon, aan het slot overheerst liefde, love. Dat is door de makers scherp gezien: juist tijdens de Vietnam-oorlog bloeiden de vredesprotesten op, deed de leuze ‘Make love not war’ zijn intrede en werd een nieuwe generatie, die van de hippies, zich bewust van de zinloosheid van deze verre oorlog in een vreemd land. Daar hebben Amerikanen niets te zoeken, ondanks hun gezwollen oorlogstaal.

Afgezien van de doorgetrainde gevechtsscènes en van de special-effects met vuurspugende, inslaande granaten, werkt de voorstelling welbewust met twee iconische beelden uit de oorlog. De eerste is die van Amerikaanse soldaten die de Amerikaanse vlag planten. En het andere beeld roept de beroemde, aangrijpende foto van het naakte, rennende meisje, de ‘Napalm Girl’, in herinnering. De voorstelling is bedoeld voor zowel jongeren als volwassenen; voor jongeren geldt dat enige voorkennis over de Vietnam-oorlog de voorstelling rijker maakt, zodat je meer verwijzingen opmerkt. Dan vooral komt het beeld van de Napalm Girl als een schok. Want de oorspronkelijke foto staat op zo goed als ieders netvlies gebrand.

Soms had de voorstelling subtieler gekund, voor zover er sprake kan zijn van subtiliteiten in een wereld waarin soldaten tot vechtmachines transformeren, maar toch. De ironie is gelukkig groot: de spelers tonen nadrukkelijk de effecten van spuitend bloed uit een tube ketchup, een mes dat aan de ene kant een hoofd binnendringt en er aan de andere kant uitkomt of het bloederige gevecht met een afgeschoten arm. Het werkt goed.

Oorlog is jongensspel, een bruut uit de hand gelopen avontuur dat alleen maar verliezers kent. Ook komt en passant het trauma aan de orde van Vietnam-veteranen. Ze schieten willekeurig in het rond. Goed dat de beruchte oorlog in Vietnam opnieuw in de aandacht komt. Rambo is een soldaat met een zwart verleden.

Foto: Saris & Den Engelsman