Het Holland Dance Festival doet, behalve voorstellingen en choreografen vanuit het buitenland naar Nederland halen, nog meer sympathieke dingen. Zoals dans voor ouderen propageren, en jong danstalent opsporen en laten dansen in stukken van bekende en minder bekende choreografen. Dat laatste gebeurt onder de noemer Dance Date. Uit de audities in het hele land kwamen vijftig getalenteerde dansers. Die traden nu op in het festival, in acht choreografieën. Van Kunstbende tot Kylián.

Wie een choreografie maakt voor jonge amateurdansers doet er goed aan een beetje in de buurt van hun belevingswereld te blijven. Dat bracht Rutkay Özpinar en Ryan Djojokarso ertoe om dans te maken die iets zegt over het feit dat jonge mensen in onze tijd van sociale media moeten nadenken over hoe ze zich presenteren. Alles is immers een statement, zeker ook als je je juist probeert los te maken van de eisen die Facebook en Instagram stellen aan foto’s en andere selecties uit het leven van een (vrouwelijke) puber. Özpinar geeft in Manufactured By Them zijn danseressen een keur aan verleidelijke tableaus, bevallige poses en aantrekkelijke bewegingen. Op het laatst gooien ze hun haren los en staan ze op een rij frontaal naar de zaal, in al hun kwetsbaarheid.

De meiden van Djojokarso zijn iets te opgemaakt. Ze hebben zich een blik aangemeten die verraadt dat ze zich ervan bewust zijn dat ze permanent worden bekeken. Het zijn gestylede, ongenaakbare types zonder humor of relativering. Via beelden die steeds meer de overdrijving opzoeken (schuddende billen, duckfaces) komt er meer authenticiteit in de personages, maar ook in hun ondergoed blijven ze nog fataal kijken. De impliciete vraag is: wil je dit?

Nog zo’n stuk dat met veel lef wordt gedanst, is de zelfgecomponeerde solo van winnares van de Kunstbende 2017, afdeling dans. Zij gaat nog verder en noemt de hele wereldbevolking Sevenbillionslaves: niet alleen de jonge schermpjesgeneratie, maar iedereen zit gevangen in eisen die het maatschappelijk systeem stelt. Dat betekent strompelen en sjouwen. Geen vrolijk wereldbeeld, maar de jonge choreograaf en danseres heeft wel iets te zeggen.

Het ligt voor de hand dat ook de club- en hiphopcultuur bronnen van inspiratie zijn. Sassan Saghar Yaghmai en Marjan Barlage van de nieuwe ID Theatre Company uit Deventer laten een jongen opkomen met een koptelefoon op die zich niet zoveel lijkt aan te trekken van wat er om hem heen gebeurt; zo kan het ook. Hij is gewoon lekker aan het bewegen, zonder opgelegde patronen of ingestudeerde pasjes, mee met de muziek. Vandaar de titel van het stuk It’s (Not) Dance. Jacob Witte van breakdance-crew/danscollectief 155 (eenvijfvijf) uit Wageningen combineert in Episch witte hansopjes met acrobatiek (salto’s en spins) met op het grote achterdoek geprojecteerde beelden vol epische scènes uit natuur en cultuur. Extra mega ultra super hyper power. Zwaar over de top en daardoor grappig.

En hoe cool is het om door de audities heen te komen en dan een echte Kylián te mogen dansen op het Holland Dance Festival? Het deel van Whereabouts Unknown in het programma, dat strenge synchronie combineert met ironie, laat zien dat deze dansers al aardig wat aankunnen. Maar ook dat er hard moet worden gewerkt aan de eisen van vrijheid, gelijkheid, evenwicht en broederschap die het echte dansersbestaan stelt aan zijn beoefenaars.

Acteren is nog zo’n kant van het leven. Als dansers in het bewerkte deel van het variété- en chansonprogramma in Franse sferen Le chat noir van Scapinodanser Yannick Pepijn Wagenaar, naar de choreografie van Ed Wubbe, lopen op dat gebied een paar talenten rond.

Het meest verstilde stuk van de avond riep de meeste ontroering op. Lotte Hamelink en Sietske Jongejan dansten Albedo van Jiří Pokorný van het Nederlands Dans Theater. Ze beginnen samen op de grond en komen zelden los van elkaar. Een mooie pas de deux met veel concentratie waarin twee lichamen bijna symbiotisch bewegen.

Foto: Sjoerd Derine