Het best bewaarde geluid ter wereld heeft een weinig schokkend verhaaltje en lieve liedjes – maar wat is de voorstelling leuk. Op de eerste plaats door het grote geluidslaboratorium met veel mechanische apparaten die ook echt worden gebruikt. In een uitgebreide verzameling rechtopstaande buizen met verschillende lengtes (als een kerkorgel) zijn bijna alle geluiden van de wereld opgeslagen.

Op de tweede plaats is de voorstelling leuk door de grappige en uitbundige speelstijl van de twee laboratoriummedewerkers: Xantippe (Roos van Erkel) en IJsbrand (Remco Sietsema). En dan is er nog een verrassende, flitsende rol van Luca Bryssinck als bewaker Charley die opeens als een raadselachtig duveltje opduikt, maar later ook maar een gewoon mens blijkt te zijn. De speelstijl is vet aangezet en heeft lekker veel vaart, waardoor je een groot deel van de voorstelling naar pure slapstick zit te kijken. De grapdichtheid is groot.

Een andere grote rol is weggelegd – hoe kan het ook anders? – voor het geluid. Met een perfecte timing zetten de geluidseffecten de slapstick en de grappen kracht bij. Als op een gegeven moment het hele laboratorium met alle opgeslagen geluiden ineen zijgt, ontstaat er een kolkende kakofonie.

De lieve, mooi gezongen liedjes zorgen voor enkele rustpunten in de voorstelling. Het verhaal is niet schokkend. De ene laborant komt in een midlifecrisis en wil weleens de echte wereld in. De andere laboratoriummedewerker wil koste wat het kost alles behouden zoals het is. De zich stoer voordoende bewaker zingt uiteindelijk doodsbang: ‘’t Gevaar is overal/ en komt dichterbij/ Ik ben wel een bewaker/ maar wie bewaakt mij?’

De vraag of je kinderen vanaf vijf jaar oud niet iets substantiëlers moet voorzetten, verdwijnt helemaal als je ziet hoe vakkundig en met hoeveel plezier de voorstelling is gemaakt. Na afloop van de première stond het podium vol, met onder anderen Marlies Schot (decor), Wim Conradi (geluidsontwerp), Gé Wegman (lichtontwerp), een aantal technici en natuurlijk regisseur Marije Gubbels, die verleden jaar aantrad als artistiek leider van Max Tak. Met zo’n team van vakmensen en met zulke spelers kun je de mist niet ingaan.

Foto: Bart Grietens