In het nadrukkelijke getikkel van bestek op een ontbijtbordje zit een heel leven van huwelijkse sleur vervat. Zoals Herman aan de te kleine eettafel zit, zijn vrouw Annelies tegenover hem, symboliseert een sleets, uitgeblust leven. Licht gebogen rug van hem. Totdat Annelies opveert: ze gaat hem iets zeggen, ze heeft na 26 jaar huwelijk een nieuwe vriend die haar het gevoel geeft ‘weer helemaal vrouw te zijn’. Herman repliceert: ‘Maar je bent toch een vrouw?’

In de regie van Peter de Baan is de tragikomedie Herman, naar het gelijknamige boek van Marc van Bree, een rijkgeschakeerde voorstelling waarin Stefan de Walle als vijftiger in de titelrol een weergaloze transformatie doormaakt. Rijkgeschakeerd en ook ontroerend, want De Baan past allerlei vernuftige ingrepen toe waardoor het publiek steeds meer in Hermans gevoels- en gedachtewereld wordt betrokken. Allereerst sluit De Walle een bondje met de zaal: hij stapt in en uit zijn rol, stelt Eva Van der Gucht als Annelies voor en speelt rechtsreeks tot de toeschouwers. Aan deze aanpak is het vakmanschap van De Baan te merken, die met het briljant bedachte en uitgevoerde televisieprogramma De Vloer Op toneelspel en improvisatie inzichtelijk maakte.

Links boven het overvolle decor vol meubilair staat een maan aan de hemel te schijnen. Op die maan zien we herhaaldelijk videobeelden geprojecteerd en soms zelfs tekst, als in een stripverhaal. Behalve De Walle en Van der Gucht treden Abe Dijkman en Jurriaan Bruinier in diverse rollen op, onder meer als zoon, de nieuwe vlam van Annelies en een zorgmedewerker. Van der Gucht is niet alleen Annelies, eveneens vertolkt ze dochter Lisa, Hermans therapeute, serveerster Katinka als Hermans nieuwe scharrel en zijn dementerende moeder. Alles gebeurt met vaart, verve en juiste timing.

De voorstelling neemt snelle wendingen en is verrassend dankzij de vele plotwisselingen, daarom is het jammer al te veel prijs te geven. Het script door De Baan zelf en Bart van den Donker munt uit door de manier waarop ze een roman tot theater maken. Hierbij speelt die publieksparticipatie een belangrijke rol. De Walle vraagt het publiek bijvoorbeeld welk colbert hij aan moet trekken als hij een onverwachte date heeft met Katinka: paars of lichtbruin? Het lijkt zelfs of het publiek bij de première De Walle aanmoedigt en zelfs ‘bravo Herman!’ roept. Inderdaad, kijk eens hoe hij Herman van vermeende loser tot onwrikbare winnaar wordt.

Terwijl Herman zijn triomf tegemoet gaat, lijkt het of het leven van Annelies steeds meer gaat breken. Het einde van het huwelijk dat ze forceert impliceert óók dat ze de band met zoon en dochter verspeelt, want zij lijken te kiezen voor hun vader. Deze lijn had sterker aangezet mogen worden, hier vliegt de voorstelling te losjes overheen. In het personage van Annelies zit een drama verscholen dat het feel good-effect van Herman van een juist tegenwicht had moeten voorzien. Dan was Herman behalve de vitale hemelvaart van de titelheld tevens een relaas geweest van hoe een nieuwe liefde in een huwelijk ook schaduwzijden heeft. Het geluk van een open relatie? Vergeet het maar. Wat vooral opvalt aan Herman is de levensomarmende veerkracht van de titelheld. De Walle laat in deze voorstelling, die steeds meer een soort onemanshow gaat worden, prachtig en overtuigend zien dat er altijd nieuwe wegen zijn, zelfs als je leven lijkt in te storten.

Foto: Bram Willems