In de opzwepende dansvoorstelling Gran Bolero van de Spaanse choreograaf Jesús Rubio Gamo zien we acht dansers uit het Castiliaanse Madrid op het podium, en daartegenover acht uit het Catalaanse Barcelona. Elke groep met zijn eigen accent. De politieke boodschap valt onmogelijk te negeren in deze openingsvoorstelling van Brandhaarden: het festival dat deze negende editie de theatertendensen in het door crises gespleten Zuid-Europa voor het voetlicht plaatst.

Op de maat van de beroemde Boléro van de Franse componist Maurice Ravel bewegen zestien dansers repetitief, op een steeds lichter wordend podium, als een zwerm spreeuwen in cirkels. Hun pas steeds sneller en met steeds meer variatie.

Om beurten verlaten de dansers hun zwerm voor een korte solo of duet, om daarna weer aan te sluiten bij de rondmarcherende groep. Die constante herhaling heeft een haast hypnotiserend effect op de toeschouwer. Voortgestuwd door de opzwepende muziek wordt het tempo steeds hoger. Een denkbeeldige hand lijkt de dansers steeds hardhandiger voorwaarts te duwen.

Het eerste deel van Gran Bolero wordt beheerst door een strak en berekend regime van bewegingen wat vooral zwaarmoedigheid uitstraalt. Vanaf de tweede helft van de voorstelling wordt de fysieke uitputting zichtbaar en maken de mathematische bewegingen steeds vaker plaats voor bewegingen die geleid worden door emotie.

Lichamelijke ballast wordt afgeworpen; kledingstukken vliegen een voor een uit. Dansers springen hoger, sneller en hartstochtelijker in elkaars armen. Ze knallen vermoeider tegen de grond. De dans wordt lichter met de minuut en tegelijkertijd trekt de zwaartekracht krachtiger aan hun afgematte lichamen. Zelden is een kijkervaring fysieker. Elke zucht, elke val, elke zweetdruppel wordt haast tastbaar. Het aanzwellende tempo bouwt op naar een onvermijdelijke, bijna orgastische climax.

Deze tweede helft staat in schril contrast met het strakke eerste deel van de voorstelling. Extase, plezier en overgave nemen de overhand. Waar voordien de lichamen van de dansers nog gevangen lijken te zitten in een strak geregisseerde choreografie, staat nu de lichamelijke – en daaruit voortvloeiend ook de emotionele – bevrijding centraal. Ook de toeschouwer wordt van kop tot teen overmeesterd door een verlossend gevoel. 

In 2016 maakte Jesús Rubio Gamo reeds een duet genaamd Bolero. Een werk waarin de grens tussen lichtheid en zwaartekracht wordt onderzocht, die tussen plezier en uitputting. Gran Bolero doet hetzelfde, maar gaat een stap verder. Nu vertelt Rubio Gamo niet het verhaal van twee mensen, maar van een hele natie. Een natie die, vooral sinds het spraakmakende referendum van inmiddels drie jaar geleden, verscheurd is. De door een groot deel van de Catalaanse bevolking gewenste onafhankelijk van Madrid zorgt voor nationale verdeeldheid en onenigheid.

Hier zien we twee groepen die elkaar, ondanks het politieke conflict, op toneel ontmoeten in juist dat wat hen bindt: dans en muziek. Gran Bolero overstijgt daarmee alle nationale spanningen en is in de eerste plaats een ode aan de kracht van dans. Het is eerder een menselijk verhaal dan een politieke kroniek. 

Het strakke, ordelijke en repetitieve wat uitmondt in een overweldigende emotionele ontlading, doet onmiskenbaar denken aan het oeuvre van dansmastodonten Anne Teresa de Keersmaeker en Pina Bausch. Jesús Rubio Gamo speelt ontzettend zinnenprikkelend met die formule en stapt overtuigend in de voetsporen van deze twee godmothers van de moderne dans.

Met zijn wiskundige bewegingstaal maakt hij een choreografie die uit elkaar spat van intensiteit en emotie. Gran Bolero betovert op haast sjamanistische wijze. Gehoorzaam aan het ritme van de muziek, sleept de voorstelling zowel dansers als publiek massaal naar een intense apotheose. Rubio Gamo trekt ons vastberaden een rooskleurige toekomst in, een toekomst van eenheid en verbinding.

Foto: Claudia Córdova Zignago