Ik had het Maurice Ravel gegund dat hij wist hoe een kunstenaar uit Zuid-Afrika zijn Bolero bijna honderd jaar na de compositie zou omarmen. Voor Gregory Maqoma is het bezwerende ritme van Ravels balletmuziek de basis voor een emotionele rite, een lied voor overleden zielen. Met dans van het Vuyani Dance Theatre, dat Maqoma in 1999 heeft opgericht, en de krachtige harmonieën van vier zangers is Cion; Requiem of Ravel’s Bolero een monument van de nieuwe artistieke kracht van het Zuid-Afrika van nu. Met dank aan William Kentridge, een van de kunstenaars die in het Holland Festival centraal staan.

Op het podium van Internationaal Theater Amsterdam staat een ring van kruisen. Dunne, goedkope, houten kruisjes, soms scheef, soms met een schuin dwarsbalkje. In schaars en stoffig licht komt een professionele rouwer op, die de combinatie van zingen, kermen en snikken tot kunst heeft verheven. Hij loopt naar de muzikant toe, een percussionist die zijn gedrum langzaam laat overgaan in het bezwerende ritme van Ravels ‘Bolero’.

De ceremoniemeester van emoties heet Toloki en komt uit Cion, een roman van Zakes Mda, een van de inspiratiebronnen van Gregory Maqoma. Toloki had het als pleurant druk in het Zuid-Afrika van na de apartheid, waar geweld en aids veel slachtoffers maakten. Hij gaat de zangers en dansers voor in een ritueel dat helpt om over die vaak zinloze sterfgevallen heen te komen en zo en passant werkt aan een verzoening met het verleden.

Gregory Vuyani Maqoma (1973) groeide op tussen de mijnwerkers van Soweto, waar de gumboot dance een gebruikelijke expressievorm was, en een manier om te ontsnappen aan de groeiende politieke spanningen. Maqoma probeerde in zijn jeugd de moves van Michael Jackson onder de knie te krijgen, begon in 1990 aan een dansopleiding, ging al snel choreograferen, liep stage bij Anne Teresa de Keersmaeker, werkte met Akram Khan en richtte zijn eigen gezelschap op, dat over de hele wereld optreedt, maar ook workshops en talentontwikkeling verzorgt in de townships van Johannesburg.

De dansers van het Vuyani Dance Theatre combineren in Zuid-Afrika ontwikkelde stijlen als gumboot met andere vormen van urban dance en modern ballet. Ze kruipen bij elkaar of spatten individueel uit, met een prominente rol voor Maqomo zelf. Tegen het einde vormen ze een groep met zwart kant omfloerste geesten. Virtuoos, uitbundig, ingetogen, solo of samen, het is altijd krachtig en expressief.

De zang is niet minder sterk. Ladysmith Black Mambazo maakte de close harmony-stijl isicathamiya in één klap wereldberoemd door de bijdrage aan Graceland van Paul Simon. Het kwartet zangers van Cion zingt in die stijl indrukwekkende harmonieën en levert ook nog een bijdrage aan de dans.

De ‘Bolero’ komt een paar keer terug in het programma. Het ritme staat fier overeind, de klassieke instrumentatie is vervangen door liedjes en teksten in het Zulu. Het enige wat ik op de voorstelling heb aan te merken, is dat de teksten in het Zulu niet te volgen zijn. Boventiteling werd wel aangekondigd, maar niet geboden. De vertaling is trouwens wel via de site van het Holland Festival te vinden.

Dat doet wel iets, maar niet veel af aan een geweldige voorstelling, die dans, muziek en beeld voorbeeldig integreert. Een van de hoogtepunten is het steeds sneller, maar haarscherp getapte ritme van Ravel. Als Cion; Requiem of Ravel’s Bolero iets zegt, is het dat aandacht voor de dood belangrijk is, maar het leven niet in de weg mag staan.

Foto: Siphosihle Mkhwanazi