‘In de ring is hoop een stuk tastbaarder dan daarbuiten’, zegt de jonge kickbokser Tina, het hoofdpersonage in Geldezels. Ze is het gewend dat het leven rake klappen uitdeelt. In de boksring slaat ze de problemen die ze daarbuiten heeft van zich af.

Een ‘geldezel’ is iemand die rekeningen beschikbaar stelt aan criminelen die geld onrechtmatig hebben verkregen en dat willen witwassen. Veel jongeren worden als zodanig ‘geronseld’, met het voor hen aanlokkelijke vooruitzicht snel en gemakkelijk veel geld te verdienen.

In de nieuwe trailervoorstelling waarmee Theater Oostpool en Theater Sonnevanck de komende maanden (met name) op de parkeerplaatsen van diverse middelbare scholen neerstrijken, toont auteur Yücel Kopal welke afwegingen er bij de jongeren in kwestie ten grondslag kunnen liggen om deze keuzes te maken, en dat verkeerde keuzes vaak voortkomen uit een groter, systematisch probleem: armoede in dit geval, en het ontbreken van een vangnet.

In het geval van Tina is een telefoontje het motorisch moment: de kliniek waar haar moeder na een suïcidepoging is opgenomen, laat weten de behandeling niet te kunnen verlengen als de rekening niet wordt betaald. Betalen in termijnen kón, maar dat is inmiddels te laat; protocol is protocol. Aan haar vader heeft Tina niets, die ligt dronken op de bank. Ondertussen moet ze ook voor haar broertje zorgen.

Tina wordt omringd door problemen die ze van zich af moet slaan of moet ontwijken. Dat wordt mooi vertaald in het toneelbeeld van Calle de Hoog, dat bestaat uit tientallen kleine boksballen waar de spelers voortdurend omheen laveren en soms een harde, gerichte mep tegenaan geven.

Daarin wordt Tina tegelijk stoer en kwetsbaar vertolkt door Lavinia Aronson. Piet Kooij speelt om haar heen met veel gevoel voor detail een keur aan dubbelrollen, zoals haar broertje Mikey en Tina’s boksleraar, die Tina wel wil helpen maar niet door haar pantser heen kan breken. Daarin zit een ontroerende tragiek vervat: zij is zo gefocust op haar eigen gevecht, dat ze niet ziet dat er wel degelijk support is. Juist zijn vertrouwen wordt gaandeweg geschaad.

Kopal schreef een filmische toneeltekst, die met veel relatief korte scènes en harde schakels in tijd en ruimte meer focust op de anekdote dan op de binnenwerelden van zijn personages. Daardoor is Geldezels meeslepend maar ook enigszins schetsmatig. Kopal heeft bovendien vaak de neiging zijn personages letterlijk te laten benoemen wat ze bedenken of bedoelen. Daarin valt nog aan zeggingskracht te winnen: hij mag meer vertrouwen op de interpretatie van het publiek.

Priscilla Vaudelle regisseerde de voorstelling ondertussen lekker op tempo en prettig onsentimenteel. Met een aantal beeldende, fysieke scènes brengt ze een mooie dynamiek in het geheel aan. De toeschouwer wordt trefzeker de arena van Tina ingelokt, haar drama wordt aanvankelijk gedoseerd ingeleid en complexer gemaakt. Uiteindelijk benadrukken de makers met deze voorstelling natuurlijk ook dat de illegaliteit op de langere termijn geen oplossingen biedt – integendeel.

Geldezels vertelt een belangrijk verhaal: namelijk dat geldproblemen niet alleen de directe betrokkenen aangaan, maar uit een breder maatschappelijk falen voortkomen, en we er dus ook gezamenlijk verantwoordelijkheid voor (zouden moeten) dragen. Moreel het goede doen is belangrijk, maar – en dat wordt nog weleens vergeten – soms óók een privilege.

Het is dan ook extra jammer dat het omslagmoment van Tina vlak voor het einde zo abrupt komt en de voorstelling daarna razendsnel wordt afgewikkeld. Vechtend in de ring krijgt ze schijnbaar uit het niets een aantal bepalende inzichten, maar waarom ze die krijgt, en wat dit aan gewetenswroeging bij haar losmaakt, en hoe ze vervolgens de confrontatie met haar directe omgeving aangaat, krijgen we niet te zien. Ik kan me voorstellen dat de makers hieroverheen scheren om niet al te moralistisch te worden, maar nu gaat dat ook ten koste van diepte en zeggingskracht.

Foto: Lowiegraphy