In een hyperpenetrante aerobics-les representeert choreograaf Conner Schumacher het tempo en de kunstmatigheid van ons bestaan. Alleen in je lichaam kun je wonen en dansen, dat is het leven trainen. Met Amerikaanse schwung brengt hij zijn boodschap, vol ironie en vet gedrukte letters.

De pompende dansbewegingen stal hij van work-outvideo’s uit de jaren zeventig, zijn jazzy showstijl uit de musicals van Bob Fosse. Funny Soft Happy & The opposite staat bol van de referenties, ook uit de popmuziek, film en grafische vormgeving. Zijn rol van nar (The Fool) werkte Schumacher al uit in eerdere producties, in theater maar vooral ook in musea. Die nar is nu master van een wel heel bijzondere ceremonie. In een reeks snel wisselende poses leidt Schumacher ons in dat wat misschien het best te omschreven kan worden als een theatrale work-out.

Na een stand-upachtige inleiding, waarin hij zijn eigen rol alvast gewiekst onderuithaalt en de betekenis van dans koppelt aan allerlei levenswijsheden, verschijnt een groep van zes dansers op het toneel. In hun bonte aerobics-outfit zien we hen bewegen, meestal keurig geordend, soms boven op elkaar in dramatische theatrale poses. Schumacher heeft ze gecast tot een perfecte Benetton crew. Allemaal hebben ze een andere huidskleur en hun lichamen variëren van superklein en verfijnd tot groot en grof.

De code is interactief. We mogen mee bewegingen, om te ontdekken hoe het lichaam zich in allerlei vormen opent en sluit. Het welwillende premièrepubliek doet en masse mee, op de stoel weliswaar. Maar al gauw is de beweging onnavolgbaar en vervalt de code ‘interactie’. Met een verrassende dramaturgische twist begint de show pas echt als de dansers en Schumacher een break nemen. Een geniale video neemt de voorstelling over. Spiritualiteit wordt politiek en politiek wordt spiritualiteit in een flitsend grafisch vormgegeven compilatie waarin teksten van guru’s over elkaar heen buitelen.

Daarna glijdt de voorstelling wat onderuit. Op een dwingende beat worden geordende groepschoreografieën vol showelementen in snel tempo afgewisseld met demonstratief emotioneel beladen bewegingsmateriaal. Samen met alle lichteffecten wordt dit nogal een overdonderend deel van de show, maar we mogen daarna onder leiding van de Master of Ceremonies weer op adem komen. Tja, Funny Soft Happy & The opposite confronteert ons onomwonden met de hyperige mediawereld, waarin we in zijn beland. Schumacher houdt ons – zelfs letterlijk – een spiegel voor. Maar de voorstelling is ook niet meer dan een schreeuwerig commentaar op een schreeuwerige maatschappij.

Schumacher is van veel markten thuis en integreert gemakkelijk populaire vormen in zijn werk. Persoonlijk werd ik meer geraakt door de soberheid van zijn eerdere werk, zoals de intieme solo Boy oh Boy of de installatie-performance I trust in this life, waarin het publiek een fluisterende wolk ontmoet in de zaal van een museum. De subtiliteit in zijn nieuwste werk vond ik vooral terug in tekst, zoals ook in zelfgeschreven songs die halverwege de voorstelling werden ingebracht. Het was nog best hard werken om alles te vatten tussen al het demonstratieve performancegeweld.

Foto: Paul Sixta