Met F*ck the police neemt regisseur Raymi Sambo weliswaar weinig artistieke risico’s, maar toont hij wel grote klasse in de samenkomst van complexe thematiek en een kraakheldere, aangrijpende uitwerking.     

Dat het thema van etnische profilering maatschappelijk explosief is: de spelers en makers van F*ck the police hebben het geweten. In de week voorafgaand aan de première bleek de provocerende titel als een rode lap te werken op de meer reactionaire elementen binnen de pers en de politiek, die zich afvroegen hoe het in he-mels-naam mogelijk was dat er overheidsgeld werd gestoken in anti-politie-propaganda.

Het gejeremieer van Geen Stijl en het Forum voor Democratie heeft zoals gebruikelijk weinig met de realiteit te maken. Raymi Sambo’s F*ck the police is in de verste verte geen anarchistisch manifest en biedt juist opvallend veel ruimte aan het perspectief en de dilemma’s van individuele politiemensen, zonder daarmee minder kritisch te zijn op een organisatiecultuur die de polarisatie tussen staat en burger flink in de hand werkt. Het is goed aan de voorstelling af te lezen dat Sambo en auteur Maaike Bergstra voor het schrijven van de voorstelling met meerdere agenten in gesprek gingen.

In F*ck the police zet Sambo in op een klassiek drama: twee broers, de een activist, de ander politieman, komen in een steeds verder uit de hand lopende situatie rond de komst van een extreemrechtse politicus lijnrecht tegenover elkaar te staan. De kracht van de regisseur zit hem in de eenduidigheid: alle vormkeuzes zijn kraakhelder en er wordt maar mondjesmaat afgeweken van filmisch realisme.

Hoewel dat van F*ck the police nogal een rechttoe-rechtaan-ervaring maakt, schept Sambo vanwege de transparante aanpak juist ook ruimte voor nuance: door kundig heen en weer te schakelen tussen beide partijen toont hij feilloos aan hoe politie en actievoerders door kleine misverstanden en wederzijds wantrouwen in een negatieve spiraal terechtkomen die uiteindelijk door niemand meer doorbroken kan worden.

De keuze voor protestsongs als rode draad in de voorstelling pakte op de première nog niet helemaal lekker uit – de acteurs hebben elkaar in de muziek nog niet helemaal gevonden (met uitzondering van de krachtige openingssong, die ook als schrijnende outro van de voorstelling dienst doet), waardoor de intermezzo’s nu veeleer een onderbreking van de flow zijn dan een versterking ervan.

Zo lang het centrale verhaal van F*ck the police gewoon zijn werk mag doen, gaat er een enorme kracht vanuit. Raymi Sambo slaagt erin om een extreem belangrijk en actueel onderwerp (de week na de première berichtte de lokale Amsterdamse omroep alweer over het volgende schrijnende geval) op evenwichtige wijze voor het voetlicht te brengen.

Foto: Marie-Jose Eldering