Poker is een kaartspel voor macho’s. Tegen elkaar opbieden, niet in de eigen kaarten laten kijken: het zijn de regels van het spel, en het beschrijft precies hoe mannen-mannen een façade ophouden. In Poker van Raymi Sambo gaat er een geheim schuil achter de façade van boezemvrienden Henry, Chico, Philip en Jackson. Hun pokeravonden beginnen met drank en kaarten, maar eindigen met een orgie.

No homo, dat is het devies aan het begin van zo’n avond. Woorden als ‘vriend’ en ‘broer’ vliegen in het rond, fysiek contact is nog uit den boze en een ‘bro-code’ onderstreept de verhoudingen tussen de vier mannen: ze zijn boezemvrienden, hebben dronken seks met elkaar, maar meer kan het niet worden.

Tegelijkertijd ontstaan er scheurtjes in hun verbond. Een levensbedreigende soa die een van de mannen heeft opgelopen zet de verhoudingen op scherp. De uiteindelijke dood van een van de vrienden raakt vooral Chico (Syoma Ekhart) hard. Hij is de eerste die toegeeft van zijn vrienden te houden. Hij is de benjamin van de groep en kent nog niet het jarenlange dubbelleven van de andere mannen.

Dat dubbelleven wordt steeds fragieler. Terwijl de pokeravonden zich aan de rechterzijde van het podium afspelen, zien we aan de linkerzijde de huis- en slaapkamers waarin moeders en echtgenotes (allemaal gespeeld door Camilla Meurer) verder vervreemd raken van de pokerspelers.

Wanneer Jackson (Ayrton Kirchner) onhandig toenadering zoekt bij zijn vrouw, wordt hij gecoacht door de mannen aan de rechterzijde. Dan begint (Philip) Reinier Demeijer My Favorite Things te zingen, waardoor er een mooi dubbelbeeld ontstaat. We zien een heteroseksueel stel, en horen een lied van een man voor een andere man. Nog zo’n dubbele lading is te zien wanneer Henri (Said El Abboudi) vol bravoure vertelt over een seksueel avontuur met een vrouw. Zijn drie vrienden juichen hem toe, en strelen ondertussen elkaars haren.

Het geeft treffend het spanningsveld weer waar deze mannen, ieder op hun eigen manier, mee aan het worstelen zijn. Ze identificeren zich als homoseksueel, heteroflexibel of biseksueel, maar gebruiken allemaal de schijn van heteroseksualiteit en machogedrag als masker. Waar de beeldtaal dat spanningsveld opzoekt, zijn de teksten verrassend rechtdoorzee. De vier mannen houden hun eigen leugens in stand, maar vaak weten ze toch precies te verwoorden wat ze denken. De scènes met alleen de mannen verliezen daardoor aan gelaagdheid, terwijl de scènes met Camilla Meurer – waar er meer te verbergen en dus te spelen valt – spannender zijn.

Symbolisch werkt de soa: net als de leugens die de mannen zichzelf en hun naasten vertellen is het een virus dat zich verspreidt, uit de hand loopt en onderlinge spanningen veroorzaakt. Tegelijkertijd verbindt het een alternatief voor heteronormativiteit – vier mannen die samenkomen en misschien zelfs samen zouden kunnen leven – aan ziekte en sterfelijkheid. Dat is jammer, want ook zonder deze wending valt er een verhaal te vertellen.

Veel essentiëler blijken de personages van actrice Meurer, die de grote verrassing van deze voorstelling is. Ze heeft de schijnbaar ondankbare taak om alle ondersteunende vrouwen te spelen: de echtgenotes van Henry, Philip en Jackson en de moeder van Chico. Toch wordt het een interessante kritiek op de male gaze in deze wereld. In de belevingswereld van deze mannen zijn zij zelf het ware object van elkaars verlangen, en zijn de vrouwen inwisselbaar.

Dat is vaak het geval in coming out narratieven: de andere man is de sleutel naar ware liefde, terwijl de echtgenote langzaam uit het verhaal verdwijnt. Sambo en schrijver Esther Duysker zijn daar slim mee omgegaan. Meurer is juist een continue aanwezigheid en speelt personages die vaak meer weten dan ze toegeven. Uiteindelijk is zij het die de mannen ertoe zet om open kaart te spelen.

Als gevolg staan er twee perspectieven naast elkaar. Je kan je inleven in de tragiek van de mannen, die zichzelf voorliegen om hun verlangens te kunnen uiten, maar ook in die van de vrouwen, die door de leugens vervreemd raken van hun zonen en echtgenoten. Zo wordt Poker een voorstelling die nog lang beklijft.

Foto: Marie-Jos Eldering