Na het succes van Dolje Weerwolfje (2016) zag Rick Engelkes Producties in de succesvolle jeugdboekenreeks Dummie de Mummie van Tosca Menten een goed vervolg. Jasper Verheugd schreef ook hiervoor een vlotte toneeltekst en deed de regie. Het verhaal speelt zich af in Polderdam: ‘het allerstomste sufste saaiste dorp dat er bestaat (…) geen mens met een kleurtje, geen moskee of geen imam’. Totdat er ineens een levende mummie opduikt. Net als in Dolfje staat in deze productie centraal dat het vooral leuk is om af te wijken, dat anders zijn niet eng is, maar interessant.

In tegenstelling tot Dolfje Weerwolfje zit er in deze jeugdmusical maar één kinderrol: Goos Guts, hoofdpersonage van de Dummie-reeks, zoon van kunstenaar Klaas. Goos wordt afwisselend gespeeld door Thijs Overpelt, Floris Puts, Ivo Timmers en – op de première – Mats van Heusden. Alle andere rollen – Klaas, meester Krabbel, schooldirectrice juffrouw Friek, de klasgenoten en natuurlijk Dummie de Mummie zelf – worden door professionele acteurs vertolkt.

Jasper Verheugd baseerde zijn musicalbewerking vooral op Dummie de Mummie en de gouden scarabee, het eerste boek uit de reeks waar Menten sinds 2009 elk jaar een nieuw deel van publiceert. Het verhaal behelst vooral hoe de mummie bij de familie Guts in Polderdam terechtkomt en met moeite probeert in te burgeren bij Goos in de klas (‘inburgeren voor dummies’). Een groot probleem dient zich aan als Dummie zijn gouden scarabee (een heilige beeltenis van een mestkever) kwijt is: die hem leven en bescherming biedt. Samen met zijn vader en zijn meester gaat Goos op zoek.

Verheugd is in zijn bewerking vooral op de humor gaan zitten, maar is daarin wat doorgeslagen. Personages blijven stripfiguren, de echte spanning wordt nergens invoelbaar. Als Goos uit het niets in zijn slaapkamer een levende mummie aantreft, wordt dat door zowel hem als zijn vader na een schreeuw van schrik zonder al te veel omwegen geaccepteerd. Het illustreert de hele productie: alles wordt direct voor alledaagse waarheid aangenomen, elke geheimzinnigheid wordt daarmee meteen ingelost. Daardoor gaat de spanning nergens zinderen.

Ergens in het proces lijkt de ziel van het verhaal te zijn uitgesneden. Het hapklare plotje knalt erdoorheen en het geheel is dramaturgisch behoorlijk uit het lood: na ruim een uur onverbloemde expositie en context komt het eigenlijke plot – de zoektocht naar de scarabee – eindelijk op gang. Maar voor die tijd is het alsof de achterflap van het boek op de toneelvloer aan je voorbij trekt: het publiek krijgt een hoop informatie, maar de personages hebben geen streven of doel, hen overkomt alles eenvoudigweg. Niet echt spannend om naar te kijken. Pas na een uur, in het laatste kwartier, komen de personages in actie: meteen komt er spanning en focus. Helaas is een en ander na één liedje en één scène alweer opgelost.

Het volledig met schoolbordverf beschilderde toneelbeeld van Joris van Veldhoven is een soort ladekast, waar diverse decorstukken eenvoudig in- en uitgeschoven kunnen worden. Het zorgt voor vlotte scène-overgangen, maar is soms ook wel erg illustratief en voor de hand liggend. De meest creatieve vondst is het schaduwspel waarop Dummies geboorteverhaal in Egypte wordt uitgebeeld, als levensgrote hiërogliefen die tot leven komen.

Dummie de Mummie is een puur op vermaak gerichte jeugdproductie, waarbij het aan enig mysterie ontbeert. En dat is in een verhaal rondom Egypte, piramides, farao’s en mummies, toch echt doodzonde.

Foto: Peggy de Haan