Hoog boven in het witmarmeren trappenhuis in de Stadsschouwburg Utrecht hangt een stalactiet. Om de paar minuten valt daarvan een druppel naar beneden. Bezoekers worden uitgenodigd beneden pal onder deze pegel te gaan liggen met hun gezicht naar boven.

Het is het vierde werk in serie Drop Sculptures door de Nederlandse kunstenaar Nick Steur. Dit vierde werk heeft als ondertitel ‘making senses’. Eerdere werken uit de reeks staan in Brussel (2x) en Londen. Vorig jaar zette Nick Steur – ook voor het Springfestival – twee enorme brokken natuursteen op elkaar op het Neude.

Maar nu dus een subtieler en ingetogen werk. Wie eronder ligt kan met een koptelefoon zijn oren afsluiten en de buitengeluiden doen verstommen. Veel meer dan een stip ver weg aan het huizenhoge plafond is er niet te zien zodat de deelnemer daar op focust. Nu bijna alle visuele en auditieve prikkels zijn verdwenen is de deelnemer geheel op zichzelf en zijn eigen gedachten aangewezen. Om dan na verloop van tijd door de buitenwereld aangeraakt te worden in de vorm van een druppel water die op zijn kin of hals valt.

Met bescheiden middelen weet Nick Steur de deelnemer rustig, bijna in meditatie te brengen: liggend, kussentje onder je hoofd en ver van de madding crowd. De niet verrassende druppel wordt geen moment als een zwaard van Damocles ervaren. Er wordt zelfs naar uitgekeken. Maar als ze eenmaal is gevallen en gevoeld is ze niet een zuiverende water, een vloeibare diamant of een deeltje van een oerelement van onze schepping. De beleving bij het ondergaan van de druppel blijft steken in de anekdote. Niet iets wat een stille emmer met water in jezelf doet overstromen, eerder een grappige onderbreking in je ligpauze.

Het trappenhuis was tot voor kort nog een van de weinige originele ruimten in de schouwburg die architect Dudok ontworpen heeft. Wit marmer, glimmende armleuningen, het zicht naar boven en beneden en af en toe een prachtig raam. Alle overbodige details waren weggelaten om tot een prachtige, modernistische ruimte te komen. Na de laatste verbouwing is het trappenhuis een belangrijke toegangsroute tot de boven het restaurant gelegen Blauwe Zaal. Toen bleek dat met name kinderen over de trapleuningen wilden glijden is er een net gespannen dat dit onmogelijk maakt. Een inbreuk op de ruimte. Ook slibt de strakke vormgeving langzaam dicht door lichtbeeldschermen met daarop sponsors, groene lichtjes die de route bij brand aangeven en een standaard met programmaboekjes.