Een troep acteurs declameert teksten over ‘illegalen – jullie favoriete woord’, in een scène die de Vluchtkerk in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer in herinnering roept, een onderdak voor ‘illegaal’ in Nederland verblijvende vluchtelingen dat onlangs werd ontruimd. De tekst zaait verwarring door voortdurend te switchen tussen ‘zij’ – de illegalen – en ‘wij’ – de houders van Nederlandse paspoorten, het toegangsbewijs tot de ‘universele rechten van de mens’ voor de exclusieve groep van zijn houders. ‘Wij zijn hier, maar wij zijn hier niet,’ zeggen de acteurs herhaaldelijk.

Zo begint Die Schutzbefohlenen van de Oostenrijkse auteur en Nobelprijswinnaar Elfriede Jelinek, in een regie van de Duitser Nicolas Stemann te zien in het Holland Festival. Jelinek schreef de tekst na een even langdurige als vruchteloze opstand van in Oostenrijk verblijvende illegalen die het levensgevaarlijke grensgebied tussen Pakistan en Afghanistan waren ontvlucht. Hun hongerstakingen, bezettingen, demonstraties en persconferenties, die duurden van november 2012 tot november 2013, konden niet verhinderen dat acht van hen werden teruggestuurd naar Pakistan. Sindsdien werd taal noch teken van hen vernomen.

Oostenrijk staat helaas niet alleen in deze barbaarse aanpak. Nederland kent zijn eigen Guantánamo Bay aan de Maas. Zo’n honderdduizend ‘illegaal’ in ons land verblijvende buitenlanders – niemand weet hoeveel het er werkelijk zijn, daar zijn het illegalen voor – kunnen op elk moment worden opgepakt en in speciale detentiecentra gestopt. Zonder noemenswaardige aanleiding, laat staan een verdenking van een strafbaar feit, zonder toegang tot rechters en advocaten, zonder recht op werk en onderwijs en zonder beperking van duur of herhaling. Worden zij vrijgelaten – vaak pas na maanden –, dan wacht hen vrijwel zeker een nieuwe detentie. Onzeker blijft alleen het wanneer en, vooral, het waarom.

Afgezien van de kleine groepjes vrijwilligers die de vluchtelingen bijstaan, houden wij legalen ons grotendeels afzijdig. Wij kennen de wetteloze schaduwwereld in onze ‘rechtsstaat’ niet waarin deze mensen jarenlang moeten leven, of willen die niet kennen, terwijl wij wel elke maand per automatische incasso gireren aan Amnesty International en Human Rights Watch – lekker makkelijk. Jelinek, being Jelinek, pepert haar gehoor deze dubbelzinnigheid voortdurend in. Die Schutzbefohlenen is losjes gebaseerd op De smekelingen van Aischylos. Bij de Griekse tragedieschrijver loopt het goed af. De Danaïden, gevlucht uit Egypte om te ontkomen aan gedwongen huwelijken met hun neven, vinden na veel vijven en zessen uiteindelijk een veilig onderdak in het Griekse Argos.

Maar het Europa van nu gunt zijn vluchtelingen geen happy ending. Jelinek houdt ons bijna twee uur lang die spiegel voor. Met herhalingen en onverwachte rolwisselingen van de acteurs. Zoals wanneer zij naadloos overgaan van de hartekreten van de illegalen naar onze eigen populistische onderbuik: ‘Waarom zit die buitenlander op mijn stoel in de metro?’

Regisseur Stemann heeft een aantal illegalen uit de Amsterdamse protestgroep We Are Here in de voorstelling gehaald. Naarmate het einde nadert, verdringen zij de acteurs naar de achtergrond. De spelers worden belaagd door illegalen die een slaapplek zoeken. Het gevolg is een meesterlijke climax, waarin hoge basisnood botst op kleinburgerlijke preoccupaties. ‘Wij kunnen jullie niet helpen!’ roepen de acteurs in wanhoop uit. ‘Wij moeten jullie nog spelen!’

Stemann had maar drie dagen om te repeteren met de amateurs van We Are Here, en dat is te zien. Het doet niets af aan zijn moed om met deze mensen in zee te gaan en hun een stem te geven, precies wat Jelinek met haar bij tijd en wijle hallucinerende tekst beoogde. Misschien duurt het allemaal wat lang, en zijn de vele verkleedpartijen tegen het einde iets te verwarrend. Maar de overgang van de weergaloze beroepsacteurs van het Hamburgse Thalia Theater naar het onbeholpen naturel van de echte illegalen zorgt voor een feilloos getimed en aangrijpend contrast. Fraaie live muziek zet de handeling kracht bij.

Onder de Amsterdamse illegalen die tijdens deze voorstelling spreken, herkende ik Fuad Guhaad. Ik ontmoette hem in februari tijdens De oversteek, de interventie van Adelheid Roosen in Dantons dood van Toneelgroep Amsterdam waar Die Schutzbefohlenen sterk aan doet denken. Fuad is al vier jaar in Nederland en weet nog steeds niet of de vier kinderen die hij in Afrika moest achterlaten nog leven. Vier maanden zijn er verstreken sinds onze eerste kennismaking en al die tijd heb ik niets ondernomen. Anders gezegd: Jelinek wint.

Foto: Christian Kleiner