Uitgeput zijgt de koning neer op zijn grote opblaasbare wereldbol, om meteen weer overeind te komen, om ergens tegenaan te trappen of zijn toeschouwers op hun plek te zetten. Het volk slaat hem met bloedende ogen gade, ook uit de ogen van de grote tijger stroomt bloed; met de metaforen wordt bepaald niet omzichtig omgesprongen. Regisseur Falk Richter baseerde de voorstelling op (ongeveer de helft van) Elfriede Jelineks tekst Am Königsweg. De voorstelling ging twee jaar geleden in première in Hamburg en is deze week voor het eerst in Nederland te zien.

Heel even is hij expliciet te zien, Donald Trump, in een korte flits geprojecteerd op de achterwand – afgebeeld in een satirische prent die op de cover van Der Spiegel stond. In zijn ene hand een groot, bloedend mes, in de ander zijn trofee: het onthoofde vrijheidsbeeld. Opvallend: zelf heeft hij geen ogen. Verder wordt Trump in de voorstelling niet opgevoerd, maar toch heb je naderhand het gevoel dat je drieënhalf uur naar hem hebt zitten kijken.

‘Koekoek, ik ben het! Wat, is iedereen blind? Is dit een sociaal artistiek project? Is Adelheid Roosen hier?’, aldus Benny Claessens, die vrolijk-improviserend het toneel op dendert, en het volk ziet dat zojuist met grote theatrale gebaren zichzelf de ogen heeft uitgestoken. Hij zet deze groteske show meteen in een stroomversnelling.

Claessens speelt de koning, als verwijzing naar machthebbende populisten, naar Trump, en die rol is hem op het lijf geschreven: als grote kleuter (‘Alles meinz!’) stampvoet hij over de vloer, manipuleert het publiek – dat gewillig roept wat hij wil dat ze roepen en wanneer hij dat wil – en bevraagt hardop de voorstelling waar hij zelf middelpunt in is. Op de momenten dat hij bezig is heb je werkelijk het idee dat de voorstelling op losse schroeven staat en écht uit de bocht kan vliegen. Althans, meer dan in de schreeuwerige, hermetische scènes daaromheen.

Daarin zien we in een schetsmatige, associatieve montage een soort ontmaskering van rechts-populisme aan de macht. Een nachtmerrie-achtige wereld zonder ethiek of moraal, waar angst- en haatzaaierij, racisme en uitsluiting hoogtij vieren en de analytici zich ondertussen tegoed doen aan duiding en theorieën, maar niet in actie komen. Aan tafel breken ze zich het hoofd over hun eigen woorden.

Niet veel later rent Kermit de Kikker met een Kalasjnikov over de speelvloer, terwijl de Ku Klux Clan en de boze witte man voorbijkomen, maar er ook gezamenlijk ‘Take me Home, Country Road’ wordt gezongen bij een cynisch-behaaglijk kampvuur met gitaren. En natuurlijk is er de Deutsche Bank die de mensen helpt (om schulden te maken). Daardoorheen zwelgt de koning, voor de vorm halfslachtig (en natuurlijk tevergeefs) op zoek naar waarheid of democratie.

Behalve Claessens vinden we de Turks-Duitse YouTuber Idil Baydar, die het publiek in intermezzo’s vanaf de zijkant van de tribune confronteert met zijn luxe wegkijkgedrag. Verder de Amerikaanse danser Frank Willens en vijf acteurs van Schauspielhaus Hamburg: Matti Krause, Anne Müller, Ilse Ritter, Tilman Strauß en Julia Wieninger. Resultaat: een koortsachtige en overvolle montage van toneel, dans, poppentheater, cabareteske intermezzo’s, Publikumsbeschimpfung, muziek en visueel geweld.

Tussen al het verbale en beeldende geweld heeft de vijfenzeventigjarige Ilse Ritter een aantal mooi verstilde monologen, onder andere als blinde ziener – als alterego van Jelinek – die de voorstelling opent en zonder omhaal de staat van de maatschappij vangt: ‘De toekomst is nu heden. De knuppel is al uit de verpakking en we zijn allen blind.’ Uiteindelijk wordt de centrale metafoor van blindheid verlegd naar het zwijgen, het monddood gemaakte volk. Na wegkijken volgt afwachten, in stilte. ‘De woorden zijn ons in de mond afgesneden.’

De sfeer is voortdurend koortsachtig, opgefokt en chaotisch. Daarmee zullen Richter en Jelinek ongetwijfeld een theatrale vertaling van de tijdgeest zien, maar het levert ook drammerig en zichzelf herhalend toneel op, dat het publiek al vrijwel meteen murw slaat en dan nog behoorlijk lang doorgaat. Am Königsweg levert daardoor geen enkel inzicht op, er wordt geen perspectief gekanteld.

Foto: Arno Declair