Een achtkoppig muziekgezelschap dendert zich een weg door het tjokvolle café Stathe. Voor hun rockopera Delirium Triple! bezetten ze alle hoeken van de grote ruimte. Bakken aan energie en spelplezier vuren ze vervolgens een half uur lang af richting hun publiek. Wat een feest. Maar vraag naderhand niet waar het over ging.

Want het aanstekelijk enthousiasme ten spijt, de verstaanbaarheid van deze muziektheatervoorstelling was ver beneden peil. En dat is niet alleen een technisch mankement, als de mannen en vrouwen van dit uitbundige gezelschap meer rust en verstilling hadden durven nemen, valt ook een bomvolle kroeg wel stil. Maar dit was een gevalletje van lawaai overschreeuwen met lawaai, en dat is jammer.

Jammer omdat de voorstelling muzikaal wel op orde was, en jammer omdat de enkele teksten die verstaanbaar waren wel degelijk een mooie poëzie verraadden. Halverwege was er een lied te horen over een martelaar die niets had om voor te sterven. Dus daar willen ze het over hebben: zingeving zoeken in een chaotische wereld. Die chaos komt in ieder geval over het voetlicht, die zingeving bij vlagen.

De groep, die eerder – soms in andere bezetting – ook al Oerol, De Parade en het Amsterdam Fringe Festival aandeed, heeft voor de eindregie Koos Terpstra weten te strikken. Maar die heeft het bepaald niet strak getrokken. De vrolijke chaos staat bij lange na niet altijd in dienst van de voorstelling. Je mist meer dan je zou willen.

Of er, behalve een thematiek, sprake is van een verhaallijn die de verschillende nummers bij elkaar houdt is de vraag. Er wordt wat over en weer geroepen over twee broers, als ik het goed verstaan heb tenminste, maar ik vermoed dat deze voorstelling het niet van de anekdote, de opbouw of de rode lijn moet hebben. Wel van de afzonderlijke songs en het overweldigend enthousiasme waar deze jonge mensen zich onbeschaamd mee door de voorstelling bluffen.