De nieuwe voorstelling van Nicole Beutler ging gisteren tijdens Julidans in première. Aan 7: Triple Moon werkten behalve het gebruikelijke team van Gary Shepherd (geluid) en Minna Tiikkainen (licht) ook de videokunstenaars Helena Muskens en Quirine Racké mee. Triple Moon is bovendien het laatste deel van een drieluik, waarin Beutler vanuit primaire geometrische vormen werkt, en die dan met name als model voor symbolische ordening inzet. Na de cirkel en het vierkant is nu dan als hekkensluiter de driehoek aan de beurt. Beutler wil de patriarchaal geregelde drie-eenheid van het christendom vervangen door een paganistische drie-eenheid van meisje, vrouw en oude moeder.

Waarom de patriarchale kwestie Beutler zo dwars zit, wordt niet helemaal duidelijk tijdens Triple Moon. De voorstelling is een flamboyante verzameling clichés over vrouwen, frustraties en vrijheid. De enorme hoeveelheid tekst op band – de zoetgevooisde stem van Forced Entertainment-actrice Claire Marshall spreekt anderhalf uur lang zinnen uit die steevast beginnen met ‘ik’ – lijkt te suggereren dat we in Triple Moon buiten de tijd verblijven en de drie vrouwenrollen van Hlíf Svavarsdottír, Marjolein Vogels en Madelyn Bullard stadia zijn in een universele ontwikkeling. Waar schrijvers als Virginia Woolf of Marguerite Yourcenar de relatie tot het patriarchaat herdefinieerden aan de hand van gefingeerde geschiedenissen van historische figuren, zoekt Beutler het in een tijdloos gewaand pantheïsme van de oertijd. Je zou de voorstelling dan ook beter kunnen omschrijven als een rituele installatie, waarin dezelfde stadia keer op keer worden doorlopen.

Triple Moon is ronduit kitscherig vormgegeven. Het aandeel licht, video-, toneelbeeld en geluid is zo dominant, dat ik mij op een gegeven moment op een grote internationale auto-, wapen- of merkkledingbeurs waan, waar een artistiekeling de catwalk heeft mogen regisseren. De muziek houdt geen moment op met het kleuren en invullen van welke beweging dan ook. De metershoge schermen blijven maar hoogst aanlokkelijke beelden zenden en theaterrook wordt met regelmaat in spectaculaire hoeveelheden rondgepompt. Zelfs het licht van Minna Tiikkainen is voortdurend op effect gericht.

Daar komt bij dat de hele mise-en-scène door het midden is georganiseerd, waardoor eigenlijk alles de hele tijd stilstaat. Het is het soort architectuur waar keizers en koningen van houden om controle mee uit te oefenen. Maar de symmetrie waar Beutler in samenspraak met Racké en Muskens gebruik van maakt, verwijst natuurlijk ook naar de devotie en de oude schilderkunstige traditie van het triptiek. Door volop op de aanbidding van het hogere in te zetten, en daarbij een ronduit commerciële toon aan te slaan, lijkt Beutler met een soort Pippi-Langkous-meets-Katniss-Everdeen-greep in één klap zich met haar oer-feminisme van de mainstream meester te willen maken.

In tegenstelling tot de wilde frisheid van alle effecten, zijn de danseressen relatief ingetogen. Alledrie hebben zij momenten dat ze het uitschreeuwen, maar de ontboezemingen zijn verre van persoonlijk. Het oude wijf en de jonge deerne doen relatief ongevaarlijke voorstellen. Svavarsdottír, met een hedendaags Bizonmutsje op het hoofd en zich soms verliezend in iets van een ballet-attitude, verklaart zichzelf tot rots in de branding en hoeder van traditie, sterk als een sneeuwstorm en uitgebreid als de oceanen. Maddy Bullard, die in het derde deel van de voorstelling verschijnt, mag de hoop en de toekomst verbeelden, grinnikend en trillend met haar zilveren billen.

In de rol van Marjolein Vogels doet Beutler uiteindelijk het enige interessante voorstel, en niet alleen door het vrouwzijn te koppelen aan een best ingenieuze vaginadans. Alledrie de dames hebben een moment van crisis, maar Vogels lijkt toch wel het diepst te gaan. Voorbij de clichés van bibberen en hysterisch lachen, begint de kermis van effecten even als theater te werken met een tekst over de boxen als ‘I am multiple layers of she, of her, of me’. Dat is natuurlijk wat het patriarchaat vrouwen aandoet, subject en object te zijn, in één en dezelfde omhaal.

Triple Moon lijkt gemaakt voor Guy Debord en zijn trawanten, die ons willen doen geloven dat wij allen slachtoffer zijn van de spektakelmaatschappij en het kapitalisme. Geen ontkomen aan. Uiterst zeldzaam zijn de momenten dat de dansers noch de vele elementen in het decor uitdrukkelijk en met geweld produceren. Wanneer de deerne en het oude wijf de moegestreden vrouw helpen zich om te kleden aan het einde van het tweede deel, met een handdoek en een flesje water in de hand, denk ik aan het Bob Wilson-achtige silhouettenspel dat gedurende de voorstelling in de overgangen wordt ingezet. De vrouwen die elkaar helpen op een hoekje van het toneel zijn even fragiel als mijn perceptie van hen, wanneer ze alleen schaduwend aanwezig zijn. Als tegenwicht voor het spektakel zijn er kennelijk alleen van dit soort restgebaren mogelijk, ondergronds haast, of alleen toegankelijk voor ingewijden. Al met al spreekt uit deze keuze een erg pessimistisch wereldbeeld.

Het vermoeit op den duur, zoals de voorstelling steeds maar naar de macht van het midden grijpt. Met symmetrie als ultiem middel, of die nu paganistisch of anderszins wordt beredeneerd, blijft het een gesloten systeem. Weliswaar wordt in het derde deel, wanneer Maddy Bullard haar Pipi-is-a-she-wolf-dansje mag doen, de stralende horizon vervangen door een zwarte kamer. Maar nog steeds is daar de hiërarchie van de rechtlijnigheid, van Ordnung muss sein, georchestreerd aan de hand van oppervlakkige, emblematische grootheden, waar geen lieve vrouw of angry bitch iets aan kan doen, kennelijk.

Bauhaus is natuurlijk een hit gebleven, lang na de revolutionaire tijden van het Interbellum, vanwege zijn formidabele esthetiek. Maar in aanvang was het ook bedoeld als een beweging die de wereld door mooie en functionele gebruiksvoorwerpen zou verbeteren. Misschien dat Beutler met Triple Moon de competitie aan wil gaan met fantasy en sci-fi, waar onze kinderen hun heldinnen moeten zien te vinden. Misschien wil zij met Triple Moon de Engelse en Noord-Amerikaanse markt op, Ivo van Hove achterna? Drie sterren, voor wie van spektakel houdt.