Het sprookje met dansende golven, geurige bloemen en de eenzaamheid van diep verlangen, zoals Hans Christian Andersen het verhaal ooit vertelde, is De kleine zeemeermin na de Disneyfilm eigenlijk zelden meer geweest. De poppentheatermusical van Theater Terra husselt alle verhalen door elkaar: het neemt de plotlijn van Disney, volgt Andersen waar het uitkomt en verandert de namen van de hoofdrolspelers in Latijnse. Die opportunistische aanpak tekent de voorstelling van Terra. Er lijkt geen intentie te zijn diepere lagen in het verhaal aan te boren, maar vooral te vermaken met de vorm. Maar die vorm mag er wezen.

In beide verhalen, zowel in de versie van Andersen als in die van Disney, mag de kleine zeemeermin op haar vijftiende verjaardag eindelijk naar het wateroppervlak zwemmen. Een symbolische overgang naar de volwassenheid. Daar wordt ze verliefd op een prins en als die schipbreuk lijdt, besluit ze hem te redden van de ondergang. Hij blij, zij ongelukkig. Want zij koestert een liefde, terwijl hij van niks weet.

Ze besluit met bevend hart en een trillende achtervin de zeeheks op te zoeken die haar vin kan vervangen door een stel benen. De zeeheks wil dat best doen, maar in ruil daarvoor wil ze de stem/tong van de kleine zeemeermin hebben. In de verschillende versies van het verhaal heeft de zeeheks andere bedoelingen. In Andersens versie is het afsnijden van de tong slechts het betaalmiddel voor de moeite die het de heks kost om het toverdrankje te brouwen. Maar in de versie van Disney (en van Terra) wordt de heks ook de tegenstander van de zeemeermin in de liefdesstrijd om de prins. Zij wil zélf de prins trouwen en misbruikt daarvoor de stem van de zeemeermin. Ook het slot verschilt behoorlijk. In de versie van Terra wordt de meermin gered doordat de prins uiteindelijk tóch voor haar heeft gekozen en haar met die onvoorwaardelijke keuze zowel het leven als een stel benen heeft geschonken.

De zeemeermin heet bij Theater Terra ‘Rana’, het Latijnse woord voor ‘kikker’, een amfibie dus. Een toepasselijke keuze gezien de gespleten loyaliteit die de zeemeermin voelt voor zowel water als land. Jammer is alleen dat er in de voorstelling weinig ruimte is voor die twijfel bij de zeemeermin. Het sprookje is een coming of age-verhaal waarbij een jonge vrouw de wijde wereld ontdekt en verliefd wordt. Dat gaat normaal gesproken met veel twijfel en schuldgevoel richting ouders gepaard. Rana lijkt echter steeds zeker van haar zaak en lijkt zelfs geen angst te voelen bij het naderen van de zeeheks.

De twijfel ligt eerder bij vader Neptunus die moeite heeft zijn dochter te laten gaan. De plotlijn van Theater Terra is wat platgeslagen en de karakters zijn weinig uitgediept. Het zijn eerder de ‘onderdanen’ die sjeu geven aan de voorstelling. Het neurotisch zeepaardje en de kortademige egelvis werken op de lachspieren en worden ook briljant bespeeld door hun poppenspelers Christiaan Koetsier en Stef Pits.

Het poppenspel is sowieso kundig gedaan, ook door de vrouwelijke collega’s Rianne Peterson en Verena Verhoeven. Het blijft knap hoe poppenspelers zichzelf al na vijf minuten onzichtbaar maken, waardoor alle ogen naar hun bezielde marionetten gaan. De aandacht voor de traagheid van onderwater-bewegingen maken het poppenspel een plezier om naar te kijken. Van het decor gaat overigens ook een grote magie uit (Kathelijne Monnens). Door middel van drie lagen witte doeken en een veelkleurig lichtontwerp (Bart van den Heuvel) wordt moeiteloos een prachtige onderwaterwereld gecreëerd. Als de doeken omlaag komen, dan verschijnt in drie golflagen het wateroppervlak. Prachtig in zijn eenvoud.

Een vermakelijke voorstelling dus, zonder al te veel prikkelende gedachten of lef. En toch in een prachtige vorm neergezet. Als inhoud en vorm een beter evenwicht bereiken, dan kan het vuurwerk worden bij Theater Terra. En dan kom ik graag weer kijken.

Foto: Boy Hazes