Wie aan Tarzan denkt, ziet iemand in een oerwoud onder het slaken van oerkreten aan lianen slingeren. In de Tarzan van Ila van der Pouw moet Tarzan zien te overleven in de echte mensenwereld, de beschaving. Een onmogelijke opgave.

Gelukkig is er veel oerwoud te zien in de voorstelling: het begint met de spannende zoektocht in het oerwoud van Jane, naar de verloren baby van haar zus. Spannende geluiden, onheilspellende belichting en bewegende schimmen op de achtergrond. Bij haar speurtocht komt ze een aantal verrassende dieren tegen zoals twee grote slangen (vader en zoon) en twee grappige stokstaartjes (broers).

Jane wordt gespeeld door Ila van der Pouw; de dieren en later ook de mensen zijn allemaal erg goed gemaakte poppen. Van der Pouw bespeelt die zelf door haar arm of hand in hun rug of hoofd te schuiven. Dat doet ze erg goed. Ze geeft de poppen haar eigen stem en niemand heeft door dat ze zelf praat en niet de poppen.

De baby blijkt te zijn meegenomen door Gorilla Carla, heet Tarzan en blijkt een tienjarig meisje met als grote ambitie om de koning van de jungle te worden. Na wat zachte dwang en een sentimenteel afscheid van Gorilla Carla laat Tarzan zich meevoeren naar het huis van Jane om te wennen aan haar eigen soort.

Het resocialisatieprogramma van tante Jane, bijgestaan door haar hippe buurjongen Bunny, lukt voor geen meter. Bunny vraagt: ‘Zit je ook op Facebook?’ Tarzan: ‘Ik zit meestal op een boom.’ Tarzan haat het een jurk te moeten dragen en valt in wat in de beschaafde wereld heet een depressie. Je kunt het meisje wel uit de jungle halen, maar niet de jungle uit het meisje. Gelukkig loopt het goed af. Tarzan gaat weer terug naar de jungle.

Ila van der Pouw staat tijdens de voorstelling weliswaar alleen op het podium, maar na de première liet ze iedereen op wie ze kon bouwen op het podium komen. Een team van negen man stond rondom haar, waaronder decorbouwster Kathelijne Monnens, poppenmaakster Cynthia Borst en de schrijver van het script Rob Bloemkolk. Een echte lianensène over de volle breedte van het podium zat er niet in, maar alle dieren hadden hun eigen karakter, er was veel te lachen en af en toe een traantje weg te pinken. De voorstelling gaat nog vele jaren langs theaters en scholen.

Foto: Anne Alders