Johannes Lievens heeft het altijd fijn gevonden om alleen te zijn, als klein jongetje al. Maar tijdens een schrijfresidentie van deBuren in juli 2022 in Parijs, in zijn snikhete hotelkamer, voelt hij zich voor het eerst eenzaam, en dat bevalt hem allerminst. De jonge Vlaamse maker schreef en bedacht er De eenzame stad, een monoloog over alleen zijn en eenzaamheid.

Soelaas vindt hij uiteindelijk door contact te zoeken met mensen die ook alleen zijn, in het Parc Montsouris, naast zijn hotel. Uiteindelijk weet hij zeven van hen te verleiden tot een groepsgesprek. Na afloop ziet hij ze als collectief vertrekken, vrolijk doorbabbelend met elkaar. Dat vervult hem met een nieuw geluksgevoel: dankzij deze vreemdelingen heeft hij zijn eigen eenzaamheid weten te overwinnen.

De eenzame stad is puur theater, slechts begeleid door een effectieve soundtrack. Lievens heeft zijn publiek in een cirkel om zich heen. De voorste rij bestaat uit lage bankjes met gele kussens. Uit die vooraan-zitters selecteert hij gaande de voorstelling zeven toeschouwers, die de personages uit zijn Parijse praatgroep representeren. Zij hoeven verder niets te doen of te zeggen als zij dat niet willen.

Het is allemaal bedrieglijk simpel en onnadrukkelijk, maar De eenzame stad is een heel mooi, gelaagd ding, dat door Lievens met verve wordt uitgevoerd. Hij springt en sprint heen en weer over de ronde scène, en tussen alleen en eenzaam zijn – een thema dat sinds de lockdowns niets aan belang heeft ingeboet. De eenzame stad duurt een uur en we hangen tot het einde aan zijn lippen.

Foto: Sigrid Spinnox