De Stadsschouwburg Amsterdam verandert geleidelijk in een steeds internationaler podium. Met voorstellingen in de reeks Brandhaarden, Brandstichter en Made in…maken we kennis met belangwekkend en vaak geëngageerd theater uit toneelhuizen ver over de grens. Clean City in het festival Made in Athens door het regisseursduo Anestis Azas en Prodromos Tsinikoris is zo’n voorstelling die tot nadenken stemt, zowel qua vorm als inhoud.

De regisseurs besloten tijdens de financiële crisis van Griekenland hun aandacht te richten op de schoonmaaksters en poetsvrouwen van het land. In die periode klonk, vanuit extreem-rechtse hoek, steeds luider de roep om ‘zuivering van het land van migranten’, mede aangewakkerd door de populistische partij Gouden Dageraad. Het is een dramatisch gegeven: een grote schoonmaak houden door een zuivering onder de schoonmakers.

De regisseurs vroegen vijf ongeschoolde schoonmaaksters op het podium hun verhaal te vertellen. Het decor is sober en effectief. We zien een betrekkelijk kleine ruimte met keukenkastjes, strijkplank, een stel bezems en een ouderwetse ragebol. Het enige vervreemdende, bijna surrealistische element is een witte pop die door een van de vrouwen af en toe van de ene plek naar de andere wordt gesleept. De kostumering van de schoonmaaksters is zoals we die kennen van over de hele wereld: helrode, blauwe of groene jurk en een schort. De voorstelling doet je beseffen dat in openbare ruimtes altijd schoonmakers zijn, we gaan er alleen aan voorbij. Nu doen ze hun verhaal.

Juist de ongeschooldheid van de schoonmaaksters maakt het indrukwekkend. De vrouwen spreken frontaal naar de zaal, nagenoeg zonder onderlinge interactie. Het is alsof hun stem, te lang in de anonimiteit gebleven, nú moet klinken. Deze vorm van documentair theater bewijst de kracht van de persoonlijke stem, het persoonlijke verhaal. De Filipijnse schoonmaakster is al werkzaam sinds de jaren ’80 en heeft de meeste ervaring. De andere vrouwen komen uit Moldavië, Albanië en Bulgarije. Een schoonmaakster raakte gefascineerd door het theater, omdat ze de boel aan kant hield in het Onassis Cultural Centre, het gebouw van de producent van Clean City. Het zou zijn alsof een schoonmaakster van de Stadsschouwburg opeens op het podium verschijnt en háár verhaal doet.

De voorstelling is verrukkelijk dynamisch. Er wordt geweldig gezongen en prachtige muziek gemaakt, zelfs veel gedanst. Er schuilt een ongekende vitaliteit in. De scènes over racisme en populisme zijn schrijnend. Indringend verwoordt een van de vrouwen de dilemma’s die haar leven kenmerken: als migrant moet je beschikken over een visum om aan geld te komen, maar voor dat geld heb je weer een visum nodig. Zo grijpen oorzaak en gevolg in elkaar, zonder dat je je uit die fatale cirkel kunt redden.

De Filipijnse vrouw beklemtoont dat het tot haar cultuur behoort dienstbaar te zijn. Dat is een andere houding dan die van latere migranten, die zich meer kenmerkt door verzet en verdriet. En voor wie recent racisme in Griekenland een ernstig probleem vormt. De Atheense straat Petrou Ralli, waar de vreemdelingenregistratie is gevestigd,  keert telkens terug. Elke migrant moet naar dit kantoor, soms zelfs meerdere keren: de ene keer ten behoeve van registratie, de andere voor het aanvragen van asiel, weer een keer voor het verlengen van een verblijfsvergunning. Het laat zich raden dat mensen soms zelfs overnachten om maar een keer aan de beurt te komen.

Dat vitale, waar ik zojuist aan refereerde, vindt zijn oorzaak niet alleen in de wervelende  speelstijl en dynamische regie, maar ook in de houding van de migranten die op zoek zijn naar een nieuw en beter leven. Dat nieuwe en betere leven laten ze zich niet afnemen, integendeel, ze dwingen het af. In de woorden van de regisseurs: ‘Ze herscheppen hun leefwereld, niet als slachtoffers van de geschiedenis maar als degenen die onze samenleving veranderen.’ Dit is een visie die door de vijf actrices met ongekende overtuiging wordt getoond.

Maar deze schoonmaaksters zijn natuurlijk niet alleen, ze zijn in hun land van afkomst verbonden aan familie, ze hebben kinderen al dan niet ginds of in hun nieuwe thuisland. Doordat sommigen van hen hierop het accent leggen, bijvoorbeeld de Filipijnse en de Zuid-Afrikaanse vrouw, besef je als toeschouwer dat er in West-Europa een netwerk bestaat van schoonmaaksters en al hun familiebanden. Clean City maakt deze vaak onbekende wereld op bijna lichtvoetige wijze aanschouwelijk en inzichtelijk. Als de diepere achtergrond al niet een tragische is.

Foto: Christina Georgiadou