Een levensgrote draak, vuur dat uit de grond oplaait en acrobaten die uit de nok van het theater afdalen. Het spektakel in de nieuwe Eftelingshow Caro wist bij de première terecht veel bewondering te oogsten. Maar de voorstelling is het mooist op de momenten waarin zonder al te veel bombarie een verhaal wordt verteld, door middel van beweging en dans.

De naam Caro slaat op carrousel, om precies te zijn de carrousel van het leven van de middelbare Oscar, die aan het begin van de voorstelling uit het publiek wordt geplukt. En het slaat letterlijk op de carrousel die in het midden van de zaal geënsceneerd is op een draaischijf; het publiek zit eromheen, zoals in een circus. In de carrousel van Oscars leven ga je mee terug naar zijn jeugd, waarin Oscar op reis gaat, waarna hij verliefd wordt en een leven opbouwt, met de nodige tegenslag.

Oscars avonturen brengen hem naar verre oorden die de aanleiding vormen voor vele spektakelnummers. Je wordt meegenomen naar een op zijn Eftelings vormgegeven sprookjesachtige droomwereld met sfeervol lichtplan, waarin je verrast wordt door de een na de andere oogverblindende act – van een rokende locomotief tot in de hoogte bungelende acrobaten. Minstens even leuk zijn de kinderen die de gastacteurs mogen zijn in deze voorstelling, en in hun aandoenlijke pakjes schattige intermezzi vormen, met als hoogtepunt een levend carnaval festival.

Waarschijnlijk met als doel een internationaal publiek aan te spreken, bevat Caro weinig tekst en wordt er vooral gesproken met losse woorden en uitdrukkingen in een mengelmoesje van talen. Liedjes zijn er ook, helaas in het Engels en van een nogal clichématig kaliber, met als dieptepunt een versie van R. Kelly’s ‘I Believe I Can Fly’, die een scène met een vliegende Oscar in een luchtballon moet illustreren. Jammer, want de instrumentale muziek met Eftelingklassiekers zoals de ‘Danse Macabre’ en de soundtrack van Joris en de Draak, en een nieuw mooi, melancholisch thema van huiscomponist René Merkelbach zijn beeldend genoeg.

Waar in de eerste helft van de voorstelling vooral hoge ogen gegooid worden met spektakelacts, duikt de tweede helft meer in het levensverhaal van Oscar. In een prachtig verhalend droomballet van regisseur-choreograaf Stanley Burleson wordt hij verliefd, krijgt hij een kind, en verliest hij zijn vrouw. In een ontroerende scène die geheel door dans en beweging wordt verteld, pakken een rouwende Oscar en zijn dochtertje hun leven weer op en dansen ze in de regen, die in schitterende patronen neervalt. Hier ondersteunt het spektakel het verhaal en is Caro dan ook op zijn mooist.

Foto: Robert Aarts