Een grote beer die tot nog groter wordt opgepompt en die er dan nog schattiger uitziet, om dan uit elkaar te knallen. Het belooft! Beeldend kunstenaar en theatermaker Miet Warlop slaat weer toe, deze keer voor kinderen vanaf zes. Maf, absurd, ongerijmd zoals we de afgelopen vijftien jaar van haar gewoon zijn. Vaak uitvergroot onlogisch, om net de zogenaamde logica van de wereld aan de kaak te stellen. Het is best wel plezierige spielerei, maar na het knallende begin kabbelt de voorstelling verder met enkel af en toe een paar grote golven.

Miet Warlop oogstte internationaal succes met haar, zoals een collega het noemde,’beeldende speeltuin’. Ze brengt een vorm van theater der dingen waarbij de objecten en materialen de ene keer personages vormen, om de andere weer gewoon ding te zijn. Ze verwondert de toeschouwer met hopen karton, alleen geluiden of met klodders verf. Voorwerpen leiden een eigen leven, ze verrassen in de speelse aanwendingen. Allerlei materialen bewegen, botsen, ontploffen als ongeleide projectielen op het podium.

Je probeert er een touw aan vast te knopen, maar pas tegen het einde ontdek je een surreële, in zichzelf gekeerde logica. Zelf heeft ze over haar manier van theater maken ooit gezegd: ‘We verzinnen verhalen, we maken onszelf wijs dat er een logica schuilt in het leven, maar er lijkt geen plan te zijn, geen waarheid.’ En dat laat ze zien en horen in haar ‘speeltuin’. Nu dus ook voor kinderen. (Over haar manier van werken en ook over deze productie en de daarmee ontstane problemen, vertelt ze in een interview in De Theatermaker van juni).

Volgens de flyer draait het allemaal om ‘kwetsbaarheid van de mens in het grote, ongrijpbare universum’ en om angsten die ook kinderen hebben in dat universum. De in Vlaanderen van tv-series bekende acteur Wietse Tanghe is de kapitein van een tuig dat ons door de ruimte naar andere werelden zal brengen, met voor kinderen herkenbare en gegeerde figuren en voorwerpen. Hij loodst ons van het ene scènebeeld naar het andere. Hij ruimt de beer op, sluit slangen aan om daaruit witte verf te laten vloeien en laat dat wit zich mengen met andere kleuren, hij zet een windturbomachine aan, bouwt een grote vreselijke sneeuwman, enzovoorts.

Het zijn telkens lange aanlopen tot een eindbeeld, al dan niet verrassend. Honderden pingpongballetjes vallen uit de lucht en het publiek mag ze verzamelen. De balletjes moeten op het einde wel teruggegeven worden. En dat einde is er al na nog geen half uur! Kwetsbaarheid? Angsten? Ik heb het niet gezien. Ik onderken eerder een angst van de makers om kinderen toch maar niet bang te maken. Zo voorzichtig braafjes. Het is spielerei met vormen. Dat mag, maar plak er dan geen uitleggerige boodschap op. Kinderen kunnen zelf wel hun verbeelding laten werken. Dat half uurtje was wat licht en luchtig freewheelen met grote objecten. Aardig om te zien, meer niet. Het had op zijn minst wat langer en spannender mogen zijn.

Foto: Reinout Hiel