‘Dag, meissie.’ Het is de vaste manier waarop acteur Bas Keijzer elk bezoek weer afscheid neemt van Annet. Keijzer sloot zich jaren geleden aan bij een vrijwilligerscentrale en koos ervoor om meermaals per week op bezoek te gaan bij een 88-jarige dame. Na een mooie podcast bij de KRO-NCRV in 2019, vertelt hij nu bij Jori Hermsen Producties nogmaals het verhaal van de bijzondere vriendschap. 

Acteur Bas Keijzer laat in de beginscènes van zijn monoloog meteen merken dat hij bijna letterlijk met twee petten op speelt. Als hij met een geknepen stem spreekt, is hij de bejaarde Annet. Als hij met een warme, lage stem praat, oreert hij als zichzelf.

Het is een trucje zo oud als de stukken van Euripides, maar effectief is het wel. Het is geen Joop Admiraal a lá U bent mijn moeder, maar soit. Ietwat rammelend gaan de beschouwende monologen, over de oude vrouw in de tachtig, over in de dialogen die Keijzer met haar voerde. Zo vertelt Annet over haar huwelijk, haar kinderen (waarvan ze er twee overleefde) en praat ze graag over boeken. ‘Weet je wat Nescio betekent? Ik weet het niet. Mooi hè?’

Op zijn beurt doorbreekt acteur Keijzer meerdere malen de vierde wand en vertelt hij vol overgave over hoe zijn bezoeken bij Annet ook hém goeddoen. Als acteur vliegen de opdrachten hem niet om de oren. Daarbij, hij wil iets bijdragen aan de wereld en hij ziet steeds vaker dat hij de wereld van nu bekijkt door de ogen van zijn ‘buddy’.

Tussen het theatrale spel van monoloog en dialoog door één acteur, omlijst celliste en actrice Rosa Mee het schouwspel. Zo zingt ze een aardige versie van Alsof er niets is gebeurd van Maarten van Roozendaal en ‘praatzingt’ ze het gedicht Ritueel van Jean Pierre Rawie. 

Buiten kijf staat dat Annet met een ongelooflijke hoeveelheid liefde is gemaakt. De monoloog roept op tot medemenselijkheid en de kleine dingen in het leven lief te hebben. Dat gezegd hebbende, is de voorstelling helaas tekstueel een enorme warboel. De monologen gaan van de hak op de tak en lijken soms niets te maken te hebben met de situatie op het toneel en staan vol van clichés over ouderen met dementie. Het cliché dat clichés altijd waar zijn, mag dan wel zo wezen – je hebt toch de hele tijd het gevoel alsof je dit allemaal al duizend keer eerder hebt gehoord. 

Aan de speltechnische regie van Jori Hermsen ligt het niet. Keijzer speelt zichzelf op een fijne en levendige wijze. De rust die hij pakt en neer laat strijken tussen de regels, geeft de voorstelling als het ware lucht. Ongelukkigerwijs kan Rosa Mee het subtiele spel niet bijbenen en ook dat maakt de voorstelling een betrekkelijk lange zit. 

Aan het slotapplaus te horen en zien, was het publiek een andere mening toebedeeld dan ondergetekende. Maar persoonlijk blijft de gedachte toch steken: had het maar bij die (overigens mooie) podcast gelaten. 

Foto: Jessica Zeylmaker