De Warme Winkel verwelkomt het publiek terug met een mix van peepshow, buikspreek-act, elementen uit De Pest van Camus, coronamaatregelen en een Elisabethaans theater-in-het-rond, resulterend in een vreemd steriel soort eindtijdsritueel. Alleen samen vormt met een SEXYLANDfeestje de openingsavond van het coronaproof Peepshow Palace Festival dat met verschillende voorstellingen en acts nog de hele zomer te bezoeken is in Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond.

Door het oude poortje van De Brakke Grond gaan we, aan de Oudezijds Voorburgwal. Anno 1624 staat erboven, bijna 400 jaar geleden, toen de pest heerste in de stad. Op anderhalve meter afstand stappen we nu tijdens COVID-19 door die poort, waarachter medewerkers met spatmaskers op de kaartjes controleren. Alleen samen krijgen we corona onder controle, dus plaatsen ze ieder in een eigen hokje achter een perspex raam met uitzicht op een witte draaischijf. Aan de wand een poster met wat wel en niet mag. En beantwoordt u alstublieft de vragenlijst via uw smartphone.

Een verpleegster neemt plaats op een bureaustoel, zet een woest grijs pruikje op haar hand en tapet dat vast met wit gaffa-tape: zo maakt ze een handmannetje in een witte jas. Er ontrolt zich een extatische dirty talk-buikspreekdialoog, waarna de verpleegster plaatsmaakt voor een naakte man die een zeer grondig reinigingsritueel ondergaat. Hoewel, eerst je snuit en dan je fluit is hygiënischer dan andersom.

Als het sop al even grondig is weggeveegd, verschijnen een dokter met een woest grijs kapsel en een lange witte jas en dezelfde verpleegster die elkaar in een wurggreep van seksuele toespelingen houden. De frisgewassen man blijkt ook arts en draagt een operatieschort uit een ver en verschrikkelijk medisch verleden. Iedereen geilt op iedereen in dit spookziekenhuis met zijn speelkamer, levensnet, snijzaal en mortuarium als buitenmaatse WC.

Het spel van Marieke de Zwaan, Ward Weemhoff en Marien Jongewaard zwalkt nadrukkelijk heen en weer tussen broeierig en steriel. Er is een pandemie gaande. Het sterven van de patiënten wordt met veel gezwollen taal benoemd, zonder dat de medici daar mededogen of verdriet bij uitdrukken. Ze maken elkaar het hof, maar de seks outsourcen ze op zeker anderhalve meter naar speeltjes uit de seksshop. Ze zitten in een onuitgesproken angstige spagaat tussen huidhonger en schoonschrobben, en alleen met woorden kunnen ze proberen die kloof te overbruggen.

Als publiek zit je erbij, maar in je eigen hok, achter een doorzichtig scherm dat alles op een afstand houdt. Het duurt wel even voor je iets voor deze personages voelt. Eindelijk verlost van de streams en zoomsessies zit je nog steeds naar een rechthoek te kijken. Ook buiten het theater is er voor velen dat gevoel dat we in coronatijd uit elkaar drijven. Komt het door corona, of door de maatregelen die we nemen om het niet te krijgen?

De steriele onaangetaste wereld van de voorstelling blijkt onhoudbaar, en als het waar is van die aerosolen dan gelden de laatste tollende minuten van deze voorstelling als risicovol eindtijdsritueel. Hoewel. Terug naar huis in de trein zitten de reizigers bovenin de dubbeldekker weer schouder aan schouder, monter kletsend door hun niet-medische mondkapjes.

Foto: Sofie Knijff