Op basis van de verhalen van zeven jongeren en acteur Kimberley Agyarko schreef auteur Sanne Schuhmacher een tekst over integreren zonder achterom te kijken. Agyarko en theatermaker Dimphna van Kempen laten in A country inside my head zien dat dat nog niet zo gemakkelijk is.

In het lokaal van de Johan de Witt scholengroep in Den Haag staat Kimberley Agyarko op de speelvloer, alleen vergezeld door twee schermen in portret-modus en een projectiescherm achter haar. Ze maakt het publiek deelgenoot van een moeilijke zoektocht: ze wil haar zus, die na jaren van apart leven nu ook naar Nederland komt, goed voorbereiden op het leven hier. Maar hoe doe je dat? En is haar aanbeveling om vooral niet achterom te kijken wel zo verstandig?

Vanaf het begin van A country inside my head weet Agyarko het publiek volledig in te pakken. Op de vierkante millimeter acteren in een klaslokaal vereist een naturalistische speelstijl die Agyarko volledig beheerst: van begin tot eind overtuigt ze als tiener die het het beste met haar zus voorheeft, maar zelf het afscheid van haar moederland en de worsteling met haar nieuwe thuisland nog niet helemaal heeft verwerkt. Afwisselend tussen scènes waarin ze toeschouwers vraagt om een bijdrage aan haar video-tutorial voor haar zus te leveren, en anekdotes over haar verblijf in het AZC en haar ervaringen met de Nederlandse samenleving, schept ze een intieme band met het publiek.

De tekst van de voorstelling (geschreven door Sanne Schuhmacher) kwam tot stand met de input van zeven middelbare scholieren met een migratie-achtergrond plus de ervaringen van Agyarko zelf, en behandelt een breed spectrum aan ervaringen, waarin de blik van de ander een rode draad is. Het hoofdpersonage roept herinneringen op aan verdrietige, liefdevolle blikken bij haar afscheid van haar geboorteland, maar ook aan blikken van afkeuring of onverschilligheid van haar nieuwe landgenoten, of de objectiverende blik van jongens op straat. Zo staat het thema van ‘gezien worden’ op je eigen voorwaarden centraal, en dat is de belangrijkste les die het hoofdpersonage haar zus en de toeschouwers uiteindelijk wil meegeven.

De meiden uit wiens verhalen is geput spelen ook een belangrijke rol in de videoscenografie van filmmaker Isaura Sanwirjatmo. In vrolijke TikTok-filmpjes beantwoorden ze dilemma’s als ‘zijn Nederlandse jongens of jongens in je geboorteland leuker’ en ‘waar is het eten lekkerder’ (die laatste vraag wordt uiteraard unaniem in het nadeel van Nederland beslecht). Door het sterke gevoel van sisterhood dat de superdiverse groep uitstraalt, behoudt de voorstelling ook in momenten van pijn en vertwijfeling een ondertoon van kracht en autonomie.

Hoewel er de laatste jaren al veel voorstellingen over integratie en biculturaliteit zijn gemaakt weet A country inside my head zich met name door dit sterke zelfbewustzijn te onderscheiden. Ondanks de voorbeelden van mannelijke dreiging, (systemisch) racisme en de rouw om het verlies van de geboortegrond twijfel je geen moment aan de veerkracht van het hoofdpersonage. In A country inside my head, ‘the kids are alright’.

Foto: Bowie Verschuuren