De losse strookjes zwarte stof ritselen licht als de dansers over de vloer schuiven. Een voor een rollen ze verder in een vloeiende canon van beweging om met hun handen op hun borst tot stilstand te komen. Een bevroren moment dat vooraf wordt gegaan door een beeld van geharnaste figuren, te midden van tientallen rode touwen die stijf naar beneden hangen.

Met kracht draaien de torso’s om hun as, heen en terug. Het heeft iets weg van het Chinese terracottaleger. In de goed in elkaar gezette voorstelling Inside out werkt choreografe Conny Janssen met een aangenaam grote groep dansers. Groot, klein, donker, blank, de een met een wilde krullenbos, de ander met een hoge knot. Allemaal individuen die op minutieuze wijze de scherpe en doortastende danstaal van Janssen met overtuiging uitvoeren. Het is indrukwekkend hoe gelijk de complexe bewegingsfrases gaan, maar tegelijkertijd ontstaat er daardoor een minder prikkelende focus op vorm en ontbreekt deze keer de magie die ze in haar voorstellingen Mirror mirror en Zout zo fantastisch wist te creëren.

Inside out zoomt in van de complexiteit van een massa naar de rol van het individu, begeleid door live muziek van een opmerkelijk gezelschap bestaande uit singer-songwriter iET, cellist Jonas Pap, gitarist Budy Mokoginta en Pieter de Graaf van Kyteman Orchestra. Met strakke looppatronen en beperkte bewegingsvrijheid creëert Janssen een lange statische inleiding naar haar bijzonder mooie duetten. Ritme, ademhaling, snelle gewichtsverplaatsingen met natuurlijk golvende patronen en een flow waardoor je automatisch mee wilt bewegen. Een van de dansers overstijgt de bijzonder strakke en complexe patronen van Janssen en geeft in zijn duet toch nog dat persoonlijke inkijkje in de individuele beleveniswereld met zijn spel van ruiken, aanraken en voelen.

Foto: Leo van Velzen