In de vermakelijke jeugdvoorstelling Laat je billen zien wordt een introvert meisje door haar beste (onzichtbare?) vriendin steeds verder uitgedaagd om toch eens wat minder saaaaaaaaai te zijn. De dramatische lijn van de voorstelling komt maar matig uit de verf, maar de individuele scènes zijn een feestje.

De eerste scène van Laat je billen zien is meteen de zwakste van de voorstelling. In voice-over en met pijnlijk illustratief spel wordt aan het publiek duidelijk gemaakt dat de voorstelling zich afspeelt in het hoofd van het meisje dat we op het toneel zien. Het probleem is dat dat hoofdpersonage nog niet fatsoenlijk is geïntroduceerd en dat de introductie daarom volstrekt aan het publiek voorbij gaat.

Gelukkig is die half verteerde informatie volstrekt overbodig voor de rest van de voorstelling. Het naamloze hoofdpersonage (dat later in de voorstelling gekscherend Engel wordt genoemd) wordt al gauw vervoegd door een extraverte tegenhanger, genaamd Lucifer, die haar uitdaagt om juist die dingen te doen die ze eigenlijk niet durft.

De voorstelling drijft op de prettige chemie en het aanstekelijke spelplezier van spelers en bedenkers Lusanne Arts en Stella van Sigtenhorst, die in hun pogingen elkaar te overtroeven steeds meer via het publiek spelen (zoals wanneer Lucifer Engel uitdaagt om voor het eerst in haar leven een jongen aan te raken, wat het achtjarige doelwit op de eerste rij de kans geeft om eens lekker hard-to-get te spelen).

In de vriendschappelijke strijd tussen Engel en Lucifer verliezen de makers de bescheiden dramatische lijn die ze in eerste instantie hadden ingezet wel volledig uit het oog. Er is in de 30 minuten durende voorstelling eenvoudigweg geen ruimte voor alle kolder èn een zorgvuldige dramaturgie: het centrale conflict wordt niet scherp uitgespeeld, het idee dat het zich allemaal in de geest van Engel afspeelt wordt al snel vergeten en de ontknoping is een volstrekt geforceerde en onnodige ruzie.

Erg is dat allemaal niet: Laat je billen zien heeft genoeg chaotisch plezier in zich dat je het gebrek aan inhoud vergeet en is daarmee een ideale Kinderparadevoorstelling.

Foto: Garage TDI