Een vijftig jaar getrouwd echtpaar probeert wat spanning in hun huwelijk te brengen en gaat terug naar de tijd dat ze elkaar tegenkwamen. Is dat een thema voor een voorstelling voor kinderen van zes jaar en ouder? In het publiek hoor je vooral af en toe een ouder hardop lachen. De kinderen kijken stil naar hoe de echtelieden onder de dekbedden kruipen, vervolgens helemaal onderuit het bed verdwijnen en hoe ten slotte het hele bed wordt opklapt en oplost in de achtermuur.

Peter Bolten en Mirjam Morsch komen dan weer op alsof ze beiden nog vrijgezel, jong en eager zijn in een decor van vijftig jaar geleden: Hotel Labyrint 1965. Hun kamers (kamer 1 en kamer 2) blijken naast elkaar te liggen! Toenaderingspogingen in het hotelrestaurant mogen die naam niet hebben. Deze match is niet te missen. Alleen het hotel- annex restaurantpersoneel annex muzikanten (Ted van Leeuwen en Tommie Freke) kan nog roet in het eten gooien.

Er wordt in de hele voorstelling, in de regie van Martin Hofstra, geen woord teveel gezegd. Slapstick, dansjes, mime en beeldende interactie wisselen elkaar af met tekstballonnetjes, muziekjes, trucjes, schuivende decorpanelen, lichtbeelden, kortom theatraliteit in plaats van teksttoneel. Hoogtepunt is een ballroomwedstrijd, met ceremoniemeester en een discobol, waar Mirjam Morsch met een pop de rumba danst.

Het genre is niet nieuw en kan nog het best als Parade-voorstelling worden gekarakteriseerd: speels, origineel, grappig. Maar anders dan in menige Parade-voorstelling ontbreekt een dissonant, een pointe of een onverwachte kant. Deze voorstelling eindigt met een huwelijk (de vijftig jaar erna niet meegerekend).

De voorstelling is bedoeld voor de leeftijdsgroep van zes- tot honderdzesjarigen en is daarmee niet exclusief een kindervoorstelling. Voor de ouderen is dit een feelgood-voorstelling met een melancholieke saxofoon en jarenzestigdecor. Voor de kinderen zijn er de goocheltrucjes, de lichtjes en het gebrek aan de grote dingen van het echte leven zoals seks, huwelijksleven en/of een gebroken hart.