‘Jullie zijn te laat’, vertellen Joris Erwich en Kyra Bououargane de kinderen in de zaal. ‘Net hebben we nog gespeeld, nu komt het stomste deel van de dag: de nacht, er is hier niets meer.’ Het is de start van het komische en voor kinderen en hun ouders zeer herkenbare 2021: Een ruimtereis.

Meteen ontstaat er een probleem: zij kan niet slapen met het licht aan, hij durft niet te slapen met het licht uit. Ze besluiten samen dan maar nooit meer te gaan slapen, want van slapen word je toch alleen maar moe. Dat is bovendien goed nieuws voor het publiek, dan zijn we immers niets voor niks gekomen. Echt gemakkelijk is dit wakker blijven overigens niet, daarvoor moeten ze elkaar in handen knijpen en nat spatten. Van hun bedden knutselen ze daarom een raket, ‘om te gaan waar nog nooit iemand is gegaan’. Maar de twijfel slaat toe. Is hij wel sterk genoeg om ruimtevaarder te worden? Gelukkig doet kracht in de ruimte er niet toe, daar ben je immers gewichtsloos. Bovendien: je kunt nu eenmaal niet op alles voorbereid zijn.

In het doldwaze vervolg van de voorstelling stuiten de kinderen van het ene probleem op het andere. Komen ze nog wel weer terug op aarde? Even later blijkt de raket die ze van hun bedden gebouwd hebben ook nog eens te klein om samen op reis te gaan. Om de beurt is geen oplossing, want dan blijft de ander alleen achter. Want ze durven alles, maar alleen samen, niet alleen. Het leidt tot de mooie conclusie dat zwaartekracht er is omdat zonder iedereen wegzweeft en de aarde niet alleen durft te zijn. En ach, die ruimtereis kun je ook in je dromen maken, want met je ogen dicht kun je alles zien.

Vooral de ouders in de zaal gniffelen ondertussen bij de vele muzikale knipogen die in voorstelling zijn verwerkt, variërend van ‘Intergalactic’ van de Beastie Boys tot Strauss’ Also sprach Zarathustra, gebruikt door Stanley Kubrick in de film waaraan de voorstelling de titel ontleent. Dieper liggend thematiseert de mooie tekst van Sanne Schuhmacher de universele angst de ogen dicht te moeten doen voor een reis naar het niets. De rechtop gezette bedden zien er dan niet uit als een raket, maar als grafstenen. En nooit meer slapen, de angst alleen een reis te moeten maken of achter te blijven en ‘er is hier niets meer’ krijgt dan een geheel andere lading.

Foto: Joost Milde