Op 22 november 2023 vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Wat staat er op het spel voor de (podium)kunsten? We vergeleken de cultuurparagrafen van de grootste politieke partijen. Wat opvalt: veel partijen zetten in op meer regionale spreiding, meer aandacht voor diversiteit en het behoud van erfgoed. Maar er zijn ook grote verschillen.

Wat meteen opvalt, is dat (bijna) alle politieke partijen hun cultuurparagraaf openen met lof. ‘De Nederlandse cultuursector is van absolute wereldklasse’ (VVD), ‘van hoog niveau’ en ‘wereldwijd bekend’ (D66). Partij voor de Dieren schrijft over ‘het hart van een vrije samenleving’, GroenLinks-PvdA over ‘de zuurstof van een inclusieve samenleving’. Kunstenaars ‘inspireren hun omgeving met schoonheid en een creatieve blik op de toekomst’ (NSC), ‘verrijken het leven en de samenleving’ (ChristenUnie) en ‘voorzien met hun werk een basisbehoefte van onze democratie en samenleving’ (Volt). Volgens BIJ1 wordt ‘in geen andere sector de maatschappelijke realiteit al eeuwenlang zo goed vertolkt als in de kunsten’. En Forum voor Democratie noemt ‘onze geschiedenis, onze cultuur, en de verbeelding die daaruit is voortgekomen in de vorm van gebouwen en standbeelden, muziek, literatuur en religie, van onschatbare waarde’.

De impact van de kunsten is groot en belangrijk voor vele partijen. De Partij voor de Dieren wil de sector betrekken bij andere maatschappelijke vraagstukken, zoals de aanpak van de woning- en klimaatcrisis. De VVD wil de sector ‘uitdagen bij te dragen aan maatschappelijke opgaven’. D66 wil zelfs een taskforce oprichten,van kunstenaars en ontwerpers die op verschillende ministeries ingezet kunnen worden om mee te werken aan de grote uitdagingen.

Bij Denk en 50Plus wordt er in de programma’s niet over cultuur gerept. BVNL heeft geen cultuurparagraaf, maar de enige zin over kunst in het partijprogramma is in ieder geval positief. ‘Muziekonderwijs en sport moeten meer gestimuleerd worden op scholen, omdat dit bijdraagt aan de leerprestaties van kinderen’. Ja21 start zijn cultuurparagraaf met een ander duidelijk statement. ‘De Nederlandse cultuursector is een ideologische eenheidsworst.’

Spreiding en toegankelijkheid
Veruit het meest besproken onderwerp in de cultuurparagrafen is een betere regionale spreiding van culturele voorzieningen en subsidies. Op JA21, BVNL, Forum voor Democratie en de PVV na, beloven alle politieke partijen zich te gaan inzetten voor een eerlijke spreiding van cultuursubsidies over het hele land. Ze ijveren daarbij voor een betere samenwerking tussen gemeenten, de provincies en het Rijk. Volt en D66 hebben daarbij ook aandacht voor Caribisch Nederland.

Hiermee samen hangt de wens van vele partijen om cultuur voor meer Nederlanders toegankelijker te maken. De BBB wil dat cultuur toegankelijker wordt voor ‘iedereen, ongeacht waar je woont of hoeveel je verdient, de VVD voor ‘ouderen en jongeren’, de ChristenUnie ‘voor kinderen uit alle lagen van de bevolking’ en D66 ‘voor mensen uit alle lagen van de samenleving’. BIJ1 wil de toegangsprijzen van culturele instellingen flink laten dalen, ‘zodat iedereen van kunst en cultuur kan genieten, ongeacht hun inkomen’. De partij wil bovendien dat culturele instellingen en makers bij subsidieaanvragen ook worden beoordeeld op toegankelijkheid voor mensen met een beperking. ‘Het gebruiken van schrijf- en/of gebarentolken, ondertiteling, meertaligheid en toegankelijke communicatie wordt de norm.’

GroenLinks-PvdA, D66 en Partij voor de Dieren laten weten vast te houden aan het lage btw-tarief van 9 procent voor cultuur en media. Volt en ChristenUnie willen het tarief verhogen naar 18 procent, bleek uit het Collectieve Creatieve Cultuurdebat van 15 november. En in ieder geval SGP, JA21, CDA en VVD zijn van plan het tarief te verhogen naar 21 procent. Dat staat niet expliciet in hun partijprogramma’s, maar blijkt wel uit de cijfers die ze hebben laten doorrekenen door het Centraal Planbureau, schrijft NRC. Van andere partijen is niet bekend wat hun standpunt hierin is – niet alle partijen hebben hun plannen laten doorrekenen door het CPB.

Volkscultuur
Een aantal partijen vraagt meer aandacht voor ‘volkscultuur’ uit de regio. Het CDA wil ’taal, cultuur en traditie ondersteunen met een regionaal of lokaal karakter, van carnaval tot carbidschieten en van Parade tot Paasvuur’. De BBB schrijft over ‘de rijke tradities van het carbidschieten in Noordoost Nederland, de dorpskermissen, het carnaval in Brabant en Limburg’. Het faciliteren en in stand houden van deze culturele tradities helpt volgens de boerenpartij mee aan de versterking van de sociale verbinding en ‘noaberschap’. De rol van boeren mag daarbij van de BBB niet onderschat worden. ‘Vaak leveren ze vrijwilligers, ondersteunen ze lokale feesten of stellen ze hun weiland ter beschikking voor een feest en helpen ze mee met het opbouwen van het feestterrein.’

Als het aan de VVD ligt wordt volkscultuur zelfs ‘een volwaardig onderdeel van de culturele basisinfrastructuur’. Het CDA belooft een Gemeenschapsfonds, waarmee lokale gemeenschappen belangrijke voorzieningen als een buurthuis in stand kunnen houden. Het NSC stelt een apart stimuleringsfonds voor ‘om de totstandkoming van nieuwe nationale en streekproducties in toneel, musical en film te bevorderen’.

Diversiteit en inclusie
Een ander terugkerende wens in de cultuurprogramma’s is meer diversiteit en inclusie. ‘De kunst- en cultuursector moet en kan diverser en inclusiever’, schrijft Volt. Om de positie van vrouwen en mensen met een biculturele of migratieachtergrond in de cultuursector te verstevigen, wil de partij ‘dat bij de toekenning van subsidies diversiteitscriteria onverminderd toegepast worden’. GroenLinks-PvdA wil ‘streven naar een culturele sector die een afspiegeling is van alle culturele stromingen en daarbij toegankelijk is voor iedereen’. Volgens Partij voor de Dieren vraagt een bloeiende samenleving om investeringen in een gelijkwaardige en toegankelijke cultuursector voor makers, producenten, personeel, partners en publiek.

BIJ1 pleit voor een cultuursector die verantwoordelijkheid neemt voor haar aandeel in de koloniale geschiedenis en het slavernijverleden. ‘Het wordt verplicht voor culturele instellingen om aandacht te hebben voor de Nederlandse koloniale geschiedenis en slavernijverleden, vanuit het perspectief van de voormalige koloniën.’ BIJ1 wil een sectorbreed onafhankelijk onderzoek instellen naar de stand van zaken op het gebied van representatie en diversiteit in besluitnemende functies binnen cultuurfondsen. De partij wil bovendien fors investeren in de Code Diversiteit en Inclusie en deze bindend maken. Voor kleinere instellingen en onafhankelijke makers worden daarvoor extra middelen vrijgemaakt.

Ook GroenLinks-PvdA en Partij voor de Dieren willen de naleving van de Code Diversiteit en Inclusie een voorwaarde maken voor het ontvangen van subsidie. D66 wil liever vanuit de overheid stimuleringsmaatregelen bieden ‘in plaats van dat instellingen gedetailleerde verantwoording af moeten leggen’. NSC gaat niet concreet in op codes, maar roept in zijn programma meermaals op om alle vormen van discriminatie te bestrijden.

De BBB vindt ‘dat cultuur in zichzelf van waarde is en niet via beleid politiek gemaakt moet worden, zoals nu veel gebeurt via opgelegde inclusie- en diversiteitspolitiek’. Ook de VVD verzet zich tegen de Code Diversiteit en Inclusie, bleek uit navraag van de Volkskrant. ‘Daar hebben we ons tegen verzet, en dat vinden we nog steeds geen goed idee. Artistieke kwaliteit moet het hoofdcriterium zijn en blijven.’ JA21 sluit zich daarbij aan. De partij meent dat er al te veel ideologisering is. ‘Ons hele culturele bestel lijkt een tot slaaf gemaakte van een dwingend discours dat geprogrammeerd is zichzelf eindeloos te herhalen; de werkelijkheid is alleen te bekijken door de lens van ras, klasse en gender en wie het daarmee niet eens is, staat buiten de orde en is wezenlijk slecht.’ De PVV zit op dezelfde lijn en schrijft dat autochtone Nederlanders nu in de kunst worden achtergesteld en gediscrimineerd. ‘Dat noemen ze ‘voorkeursbeleid’ of ‘positieve discriminatie’. Daar komt een einde aan.’

Erfgoed
Zowel linkse als rechtse partijen zetten deze verkiezingen in op het behoud, de restauratie en het toegankelijk maken van erfgoed. Het is volgens JA21 ‘ons cultureel kapitaal’. Doel en uitwerking zijn echter zeer verschillend per partij. Forum voor Democratie kiest voor ‘bescherming met oog voor de kijk van onze voorouders op het leven – niet met de normen en waarden van nu’. D66 wil erfgoed inzetten voor sociaal-maatschappelijke doelen, ‘zoals onderlinge verbinding en leefbaarheid’. Volgens Volt draagt ‘erfgoed bij aan onze nationale en Europese identiteit’. Partij voor de Dieren wil dat de erfgoedwereld vaker betrokken wordt bij het aanpakken van maatschappelijke opgaven, zoals de klimaatcrisis.

Klimaat
Partij voor de Dieren gaat overigens als enige partij in zijn cultuurparagraaf in op klimaat en milieu voor de cultuursector, ‘zodat de sector de eigen ecologische voetafdruk kan verkleinen’. Daarnaast kan de sector volgens de partij ook bijdragen aan meer bewustwording over klimaat, natuur en milieu.

Eerlijk inkomen
Het belangrijkste punt in de cultuurparagraaf van de SP is een eerlijk inkomen, dat vastgelegd moet worden in de wet. ‘In een beschaafd land hoeven kunstenaars niet in armoede te leven’. Maar ook GroenLinks-PvdA, D66, Volt, Partij voor de Dieren, BIJ1, de ChristenUnie en NSC beloven kunstenaars een eerlijkere beloning. GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren, BIJ1 en de ChristenUnie noemen daarbij de Fair Practice Code, waarin de goede omgang met makers is vastgelegd, een goede leidraad. D66 wil ‘fair pay’ verplicht stellen.

Voor een betere sociale zekerheid van kunstwerkers wil de SP zich ook inzetten voor een goed pensioen en collectieve verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. De Partij voor de Dieren investeert in regelingen voor kwetsbare zzp’ers en het stimuleren van opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden binnen de sector. Volt wil, net als de Raad voor Cultuur, alle BIS-instellingen verplichten om per 1 januari 2025 collectieve tariefafspraken voor alle werknemers en zzp’ers te maken. De ChristenUnie schrijft over financieringsvormen als garantieregelingen of revolverende fondsen. D66 zegt de positie van zelfstandigen te verbeteren.

BIJ1 wil de in 2012 afgeschafte ‘kunstenaarsuitkering’ Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) weer in het leven roepen. ‘Er komt structurele inzet om een einde te maken aan de armoede in de kunst, cultuur en mediasector. Hierbij wordt extra aandacht besteed aan de genderloonkloof die onder kunstenaars groter is dan in andere sectoren. Er wordt een omvangrijk onderzoek ingesteld naar de oorzaken van dit grote inkomensverschil, waarbij zaken als de babyboete en de rol die kunstinstellingen, galeries, verzamelaars en kunstacademies spelen in het in stand houden van deze ongelijkheid, onderzocht worden’, schrijft de partij. Bovendien wil BIJ1 bij toekomiste crises (zoals een pandemie) zzp’ers, flexwerkers, makers en instellingen die weinig of geen subsidie krijgen ‘net zo ruimhartig compenseren als de instellingen die onder de basisinfrastructuur vallen’.

Een nieuw bestel
Veel tijd en geld gaat nu niet naar makers, maar naar de aanvraag(procedures) van subsidie. Verschillende partijen (D66, GroenLinks-PvdA, BBB) beloven daarom een vermindering van de regeldruk en administratieve lasten. GroenLinks-PvdA wil zowel eenvoudigere als langeretermijnsubsidies. ‘We gaan uit van vertrouwen en creatieve vrijheid in plaats van het dichttimmeren met verantwoordingsregels. Ook maken we het mogelijk om voor acht jaar – in plaats van vier jaar – subsidie aan te vragen.’ Van D66 krijgen instellingen die al jaren in de basisinfrastructuur zitten ‘een vaste subsidierelatie’. In ruil moeten ze wel ‘een grotere verantwoordelijkheid en solidariteitsbijdrage dragen binnen de sector richting nieuwe initiatieven’.

De BBB gaat cultuursubsidies beter onder de aandacht brengen en laagdrempeliger maken. De partij denkt ook aan speciale regelingen voor kleine organisaties om subsidie te kunnen krijgen ‘zonder dure onderzoeken of analyses te hoeven leveren’.

D66 wil dat in landelijke culturele fondsen meer ruimte komt voor individuele kunstenaars en kleine collectieven. Daarnaast breken ze het subsidiebestel open ‘om beter te kunnen inspelen op nieuwe kunstvormen en nieuwe verhalen, type makers, verdienmodellen, creatieve praktijken en nieuwe (digitale) manieren om werk van makers bij het publiek te krijgen’. BIJ1 wil de subsidie- en prestatievoorwaarden versimpelen, ‘waardoor meer makers aanspraak kunnen maken op deze fondsen’.

Meer of minder geld?
En dan de hamvraag. Welke partijen investeren het meest?  Concrete bedragen worden niet genoemd, maar zowel D66, Partij voor de Dieren als GroenLinks-PvdA willen dat er structureel 200 miljoen euro meer budget voor de cultuursector wordt vrijgemaakt, schrijft de Volkskrant op basis van doorberekeningen of navraag. ‘Er moeten geen miljarden naar fossiele bedrijven, er moet meer geld naar de kunst- en cultuursector’, schrijft de Partij voor de Dieren. ‘De harde bezuinigingen van de afgelopen jaren brengen de bestaanszekerheid en de toegankelijkheid van kunst, cultuur en erfgoed in gevaar en moeten dus dringend worden goedgemaakt.’ D66 wil dat Rijkssubsidies ‘in de breedte’ verruimd worden. ‘Ook lokale overheden krijgen voldoende middelen voor cultuurbeleid en cultureel erfgoed.’ BIJ1 wil ‘structureel meer fondsen’ beschikbaar stellen op het gebied van kunst, cultuur en media.

Navraag van de Volkskrant wees uit dat volgens de BBB ‘vooral de verdeling van cultuursubsidies anders moet en niet zo zeer de bedragen die worden uitgegeven’. Van VVD, CDA, PVV en Ja21 kan de sector bezuinigingen op het cultuurbudget verwachten. De VVD wil dat gesubsidieerde instellingen meer zelf gaan ondernemen. De partij wil ervoor zorgen dat organisaties ‘meer ruimte krijgen om meer geld zelf te verdienen’. Volgens NRC blijkt uit de doorrekening van het CPB dat het CDA 200 miljoen euro wil bezuinigen op cultuur. De PVV wil helemaal stoppen met kunst- en cultuursubsidies, net als JA21. ‘Eigen broek ophouden en als er geen behoefte is aan jouw kunst, dan is het geen beroep maar een hobby’, aldus die laatste. ‘Wie nu kunst maakt, kan met de aantrekkelijke plannen van JA21 voor ondernemers een prima praktijk opzetten maar wie niet voldoende kaartjes of kunstwerken verkoopt, zal er niet van rondkomen.’

Dit artikel is gebaseerd op de verkiezingsprogramma’s van 50Plus, BBB, BIJ1, BVNL, CDA, ChristenUnie, D66, Denk, Forum voor Democratie, Groenlinks-PvdA, NSC, Partij voor de Dieren, PVV, SGP, SP, Volt en VVD . Op de website van Kunsten’92 staat een overzicht van de cultuurparagrafen in de programma’s van de meeste partijen.