Op 22 juli is in zijn woonplaats Den Haag toneelspeler, regisseur en artistiek leider Carl van der Plas overleden. Van 1970 tot 1980 was hij directeur van de Haagse Comedie, de voorloper van Het Nationale Theater.

Van der Plas studeerde aan de Toneelschool in Amsterdam, In 1952 komt hij in het ensemble van de Haagse Comedie, waar hij debuteert in de het blijspel ’t Is maar betrekkelijk  in regie van Cees Laseur. Vanaf 1960 ontwikkelt hij zich ook tot regisseur en in de storm van toneelvernieuwingen eind jaren ’60 is hij een van de initiatiefnemers van het HOT, een kleine zaal in de oude Oosterkerk voor experimenterele voorstellingen van het Haagse gezelschap.

In 1970 neemt hij de directie over van Paul Steenbergen. Hij overziet de hoogtijdagen van de Haagse Comedie met acteurs als Steenbergen, Guido de Moor en een piepjonge Gijs Scholten van Aschat. Ook Van der Plas’ vrouw Anne-Marie Heyligers, met wie hij in 1956 trouwde, was onderdeel van het tableau.

Na zijn directeurschap ging hij lesgeven en vervulde hij vele bestuurs- en adviesfuncties, onder andere voor Raad voor de Kunst en het Pensioenfonds voor het Nederlandse Toneel. Ook speelde hij kleinere rollen in enkele films, waaronder Max Havelaar en De stilte rond Christine M.  Van 1988 tot 1992 keerde hij terug naar het toneel, als acteur in het ensemble van het Nationale Toneel. Hij deed in de jaren ’90 nog enkele regies voor de Hoofdstad Operette.

Carl van der Plas is 92 jaar geworden.


foto
Pan Sok