Als we willen zien hoe werkelijke inclusie in het theater eruit ziet, moeten we naar het Verenigd Koninkrijk kijken, betoogt Tom Dello, artistiek leider STET The English Theatre. Op 1 november organiseert STET een symposium met best practices in Theater aan het Spui in Den Haag onder de titel STET No Limits: A Call To Action! ‘Is het niet tijd om onze sector eens anders in te gaan richten?’

De meeste theaters en gezelschappen beloven veel op het gebied van diversiteit en inclusie in hun marketing en projectplannen. Maar het blijft het verdacht stil als we kijken naar daadwerkelijke inclusie van artiesten én publiek met een beperking. De goede voorbeelden in de theaterwereld zijn op de vingers van een hand te tellen. Gebouwen worden rolstoeltoegankelijk gemaakt – tenzij in geval van nood, dan is de rolstoelgebruiker aangewezen op de brandtrap. Sommige voorstellingen introduceren boventitels voor doven en slechthorenden – ondanks dat een groot gedeelte van deze doelgroep aangeeft deze niet goed te kunnen lezen. Een paar organisaties, waaronder HNTOnbeperkt, maken grote stappen qua publiekstoegankelijkheid, maar helaas is volledige inclusie nog ver te zoeken als je kijkt naar de diversiteit onder theaterpubliek door het hele land.

Inclusie óp de planken van de grote theaters is praktisch onvindbaar. Goede initiatieven zoals 5D (waarvan eind 2018 de geldkraan werd dichtgedraaid) en Theatergroep Babel in Rotterdam (die alleen mensen met een beperking in dienst heeft en acteurs zonder beperking invliegt als freelancer) zijn schaars. Intussen lijkt de Nederlandse danswereld de theaterwereld ver achter zich te laten op dit gebied.

Beperkingen komen natuurlijk in alle soorten en maten; zichtbaar, niet zichtbaar, fysiek, mentaal, sporadisch, constant. Maar onze sector is nou eenmaal ingericht op de able-bodied, jonge, witte man. En voor ons is het al aanpoten. Is het niet tijd om onze sector eens anders in te gaan richten?

Dan kun je je natuurlijk afvragen hoe. Moeten we dan nu massaal acteurs in rolstoelen casten? Een acteur kiezen die blind of doof is, terwijl een auditerende acteur zonder beperking misschien beter bij de rol past? Het antwoord is, hoe simpel en irritant ook, meteen een wedervraag: hoeveel professionele acteurs krijgen jullie op auditie met een beperking? Hoeveel acteurs met een beperking hebben überhaupt een van de Nederlandse theaterscholen afgerond? Hoe toegankelijk zijn deze scholen eigenlijk?

Laten we nog een stap teruggaan: hoe zit het met culturele centra waar jongeren voor het eerst in aanraking kunnen komen met theater – waar zijn de talentontwikkelingstrajecten voor jongeren met een beperking? Of beter nog, welke talentontwikkelingstrajecten zijn inclusief voor zowel jongeren met als zonder beperking? Want laten we eerlijk zijn, in een ideale wereld is dit “gezeur” om inclusie helemaal niet nodig en zijn onze culturele centra, opleidingen en theatergezelschappen ingesteld op het faciliteren van zowel mensen met als mensen zonder beperking.

Een laatste, misschien wel de belangrijkste vraag om dit verhaal rond te maken: waar kunnen jongeren met een beperking zichzelf gerepresenteerd zien? Waar kunnen ze terecht om geïnspireerd te raken en te denken: dat beroep, dat wil ik ook. Waar zijn de theaters die inclusief programmeren, de gezelschappen die inclusief werken? Pas wanneer het vanzelfsprekender wordt om iemand met een beperking op het toneel te zien, een gebarentolk verwerkt in de voorstelling te zien, mensen zoals jezelf te zien in het publiek, dan pas zien mensen dat inclusie eigenlijk niet zo veel moeite kost. Of nou ja, dat het wel wat moeite kost, maar dat het de moeite waard is.

Goed. We willen vooruit. En nu? Waar kunnen we inspiratie halen? Wie doet dit beter? De misschien onverwachte voorloper op dit vlak is het Verenigd Koninkrijk. In de jaren 80 en 90 ontstond daar de Social Model of Disability. Hierin wordt heel duidelijk gesteld dat mensen met een disability niet disabled zijn vanwege hun impairment, gezondheid of de andere manieren waarop ze afwijken van de medische norm, maar dat het de fysieke barrières en sociale exclusie van de maatschappij zijn die hen echt beperken. Jess Thom, een Britse performer met Gilles de la Tourette, zei “Ik werd zo vaak de zaal uitgezet vanwege mijn geluiden dat ik maar besloot het podium op te gaan”. Thom kreeg in 2017 de beruchte nazaten van Samuel Beckett zo ver dat zij zijn stuk Not I mocht opvoeren, met alle toevoegingen die haar Gilles de la Tourette haar ingaf natuurlijk. Naast haar op het toneel stond een gebarentolk die alles, maar dan ook alles vertaalde.

Ondertussen zijn er meerdere disablity-led theatergezelschappen in het Verenigd-Koninkrijk. Een goed voorbeeld is Birds of Paradise, waar zowel acteurs met als acteurs hersenletsel werken, onder leiding van Robert Softley Gale met cerebrale parese. Deze theatergezelschappen behoren niet meer tot de fringe maar zijn, anders dan in Nederland, een volwaardig onderdeel van het Britse theaterlandschap. In Nederland verliezen zulke organisaties nog steeds subsidies of worden toch niet echt serieus genomen. Ook veel meer prominente theatergezelschappen in het VK, zoals The National Theatre, nemen acteurs met een beperking op in hun troupe.

In 2019 kondigde Shakespeare’s Globe theatre in Londen aan dat de hoofdrol Cleopatra in de volgende productie van Anthony and Cleopatra gespeeld zou worden door de Sri Lankaans-Brits, dove actrice Nadia Nadarajah. Nadarajah maakt overigens al sinds 2012 deel uit van het ensemble. Nu wij.

Op 1 november organiseert STET The English Theatre in Theater aan het Spui in Den Haag het symposium STET No Limits: A Call To Action! Tijdens het symposium is er een korte voorstelling van de Britse dove acteur Jonny Cotsen en komen verschillende Britse en Nederlandse theaterprofessionals aan het woord over hoe we kunnen werken aan betere inclusie van professionals én publiek met een beperking. Om niet alleen te blijven praten over, maar over te gaan naar actie.


Keynote spreker op het symposium is Robert Softly-Gale (UK, Birds of Paradise). Overige sprekers zijn onder anderen Athena Stevens (UK, Shakespeare’s Globe), Paloma Oakenfold en  Zara Jayne Arnold (UK, Barefaced Theatre Company), Paul Rötger (NL, Theater Babel) en Willemijn Haasken (NL, HNTOnbeperkt). Ook wordt aandacht besteed aan de Agenda voor inclusieve podiumkunsten opgezet door o.a LKCA, British Council, NFPK en Holland Dance.

Meer info over STET No Limits: A Call To Action!