Rick Engelkes moet definitief ruim 3,7 miljoen euro coronasteun terugbetalen. Het Fonds Podiumkunsten nam maanden geleden al een voorgenomen besluit daartoe, maar de musicalproducent mocht nog reageren met een eigen ‘zienswijze’. Dat weerwoord heeft het fonds niet overtuigd.

De musical Willem van Oranje is een gezamenlijk initiatief van producent Rick Engelkes en creatief ondernemer Pierre Karsten, waarvoor ze de aparte B.V. Waterfront Entertainment hebben opgericht. Al sinds 2014 werken ze aan wat ‘een spektakelmusical over de Vader des Vaderlands en de geboorte van de Nederlanden’ moet worden. Daarvoor willen ze een tijdelijk theater bouwen op Delft Campus Zuid, dat vijf jaar lang plek moet bieden aan 1350 bezoekers. In mei 2020 zou met de bouw van het theater gestart worden en op 7 maart 2021 zou de voorstelling in première gaan.

Op 15 maart 2020 ging het land echter in lockdown wegens de corona-uitbraak. Waterfront vroeg verschillende steunmaatregelen aan en ontving onder meer 4.392.780 euro uit de zogenoemde ‘compensatieregeling 3’ voor gederfde (kaartverkoop)inkomsten wegens afgelaste voorstellingen. Belangrijke afspraak in deze regeling was dat de producent met de compensatie alle betrokken partijen door bleef betalen.

Het Noordhollands Dagblad vroeg zich vorige zomer echter af om welke partijen het bij Waterfront dan kon gaan. De krant schreef over een ‘spookmusical’, waarvoor nog geen kaarten verkocht waren, nog geen cast bekend was en nog geen theater gebouwd. Zelfs de omgevingsvergunning was nog niet rond.

Volgens het Fonds Podiumkunsten, dat de coronasteun voor de Staat regelt, heeft Waterfront voor 1 miljoen aan steun inderdaad geen kostenposten opgevoerd in de verantwoording. Voor 2,7 miljoen zijn wel kosten opgegeven, maar deze komen niet in aanmerking voor subsidie (omdat ze niet overeenkomen met de doelstelling van de compensatieregeling). Het gaat dan bijvoorbeeld om investeringskosten (‘aanloopkosten’) of kosten die gemaakt zijn in een andere periode dan waar deze regeling over gaat (afgelaste voorstellingen tussen 28 november 2021 tot 1 februari 2022).

638.544 euro aan steun is volgens het fonds ingezet conform de doelstelling van de regeling en hoeft de producent dus niet terug te betalen. Dat bedrag ligt overigens bijna 50.000 euro lager dan het in april voorgenomen besluit. De producent moet dus nog meer terugbetalen.

Nu de subsidie officieel is vastgesteld, heeft Waterfront nog zes weken de tijd om bezwaar aan te tekenen. Terugbetaalde steun gaat weer naar het Ministerie van OCW en via daar naar Financiën. Het Fonds kan met het teruggevorderde geld van de compensatieregelingen dus geen andere cultuurprojecten ondersteunen.

Beeld: Herman van Bostelen