Kreeg theaterproducent Rick Engelkes onterecht miljoenen coronasteun  voor zijn musical Willem van Oranje? Die vraag is gerezen na een artikel in het Noordhollands Dagblad. De krant schrijft over een ‘spookmusical’, die nog nooit gespeeld of gerepeteerd is en waarvoor het theater nog gebouwd moest worden. Voor eventueel misbruik zijn er nu echter (nog) geen harde bewijzen.

Om welke productie gaat het? 
De musical is een gezamenlijk initiatief van producent Rick Engelkes en creatief ondernemer Pierre Karsten, waarvoor ze de aparte B.V. Waterfront Entertainment hebben opgericht. Als sinds 2014 werken ze aan wat ‘een spektakelmusical over de Vader des Vaderlands en de geboorte van de Nederlanden’ moet worden. Daarvoor willen ze een tijdelijk theater bouwen op Delft Campus Zuid, met een capaciteit van 1350 bezoekers. Theatermakers Geert Lageveen en Leopold Witte schreven het script en Ruut Weissman zou aanvankelijk regisseren.

In oktober 2019 trad de producent voor het eerst naar buiten met de productie, die op 7 maart 2021 in première zou gaan. De kaartverkoop zou starten in maart 2020 en in mei 2020 zou met de bouw van het theater gestart worden. Vanwege de coronamaatregelen werd de musical meermaals uitgesteld. Op dit moment staat de première gepland voor november 2023.

Om welke steun gaat het? 
Het Noordholland Dagblad verwijst naar de 4.392.780 euro die Waterfront Entertainment ontving uit de zogenoemde ‘compensatieregeling 3’, een steunmaatregel van het kabinet voor gederfde inkomsten uit geplande voorstellingen en concerten die tussen 28 november tot 1 februari vanwege coronamaatregelen niet konden plaatsvinden of met een capaciteitsbeperking te maken hadden.

De regeling, uitgevoerd door het Fonds Podiumkunsten, vergoedt maximaal 85 procent van de verloren kaartverkoopinkomsten. De hoogte van de subsidie wordt dus niet bepaald op grond van de kosten die moesten worden gemaakt, maar op grond van gederfde inkomsten uit kaartverkoop. Belangrijke afspraak in deze regeling is wel dat de producent met de compensatie alle betrokken partijen, waaronder uitvoerenden en zzp’ers, door blijft doorbetalen. Minister Ingrid van Engelshoven van Cultuur maakte daarover met onder meer de Vereniging Vrije Theaterproducenten (VVTP) expliciete afspraken.

Eerder ontving Waterfront Entertainment overigens al € 1.125.236 coronasteun in de regeling Vrije Producenten (onderdeel van het tweede steunpakket voor cultuur). Dat geld was bedoeld als tegemoetkoming in gemaakte investeringen die vanwege de coronamaatregelen niet konden worden terugverdiend uit publieksinkomsten (in de periode van 14 oktober 2020 tot en tot 1 juli 2021). In beide regelingen kreeg Rick Engelkes ook steun voor zijn bedrijfstak Rick Engelkes Theaterproducties, namelijk € 1.205.230 in compensatiergeling 3 en € 340.600 in de eerdere regeling Vrije Producties.

Kreeg de producent onterecht steun?
Het Noordhollands Dagblad merkt op dat de musical nooit is gespeeld en gerepeteerd en dat er geen namen van acteurs bekend zijn gemaakt. Het beoogde theater is nooit gebouwd, er is zelfs nog geen omgevingsvergunning rond. De krant vraagt zich daarom af welke medewerkers de musicalproducent dan heeft doorbetaald van de 4,3 miljoen steun.

Voor eventueel misbruik liggen er nu geen harde bewijzen. De producent zelf belooft binnen twee weken meer duidelijkheid te geven over de besteding van het steungeld. In een korte verklaring aan diverse media liet de B.V. alvast weten het geld doorbetaald te hebben aan omringende partijen, toeleveranciers en zzp’ers die inkomsten hebben gemist. Van een spookmusical zou geen sprake zijn. Volgens Waterfront Entertainment zijn er contracten afgesloten met creatieve makers, uitvoerders en een theaterexploitant, zijn script en muziek klaar en worden de tribune en de decors binnenkort gemaakt. Ook zitten de eerste palen van het theater al in de grond.

Tegelijkertijd zijn er tekenen dat de producent in financieel zwaar weer zit. Afgelopen februari wees de producent in een brief aan de gemeenteraad van Delft (van wie Waterfront de grond van het theater gaat huren en een investeringskrediet van 630.000 euro ontving voor het bouwrijp maken van die grond) op de ‘aanzienlijke kosten’ waarvoor de musical stond. Die zouden liggen in het steeds in stand houden van de organisatie, nieuwe castings, het aantrekken van een uitvoerend producent, het herzien van de marketingcampagne en ‘het opstarten van de organisatie in bredere zin’. Ook het stilleggen van de bouw van het theater zou veel geld gekost hebben. Theu Boermans werd aangetrokken als nieuwe regisseur. Die besliste een draaiende tribune aan het concept toe te voegen, wat nog meer extra kosten opleverde.

Is het Fonds Podiumkunsten te goedgelovig in het verstrekken van coronasteun?
Het Fonds laat weten ‘zo spoedig mogelijk’ te hebben willen handelen met de regeling, omdat vele betrokken werkenden in de sector op dat moment geen inkomsten hadden. ‘Mede gezien het verwachte grote aantal aanvragen werd er gekozen voor een eenvoudige beoordelingsprocedure om de hoogte van de bedragen te bepalen: een generieke maatregel gebaseerd op een percentage van de capaciteit.’

Tegelijk zegt het Fonds ‘hoge eisen te stellen aan transparantie en zorgvuldigheid’. In de regeling zijn twee toetsmomenten opgenomen: ten eerste op grond van de door de aanvrager aangeleverde gegevens waarop de subsidie wordt verleend of afgewezen, en ten tweede achteraf op grond van een verantwoording.

In de eerste fase zegt het Fonds uit te gaan van de aangeleverde informatie van de producent. ‘We kunnen daarop wel verduidelijkende vragen stellen, dat hebben we ook bij Waterfront gedaan om aannemelijk te maken dat er in de periode waarvoor compensatie kon worden aangevraagd voorstellingen waren gepland. Op grond van die uitgebreide aangeleverde informatie is besloten om de aanvraag te honoreren.’

De musical wijkt volgens het Fonds iets af van vele andere aanvragers omdat het een producent met een eigen podium is. ‘De capaciteit is wat er in het theater op locatie aan zitplaatsen beschikbaar is en het bepalen van de toegangsprijs ligt in handen van de aanvrager zelf.’

Vanwege de hoogte van de bijdrage (125.000 euro of meer) moet Waterfront binnen drie maanden na de ontvangst van de steun ‘een rapport van bevindingen’ opsturen, opgesteld door een accountant. Dat geeft het Fonds de gelegenheid om het verleende subsidiebedrag indien noodzakelijk bij te stellen. De verwachting is dat het subsidiebedrag in november definitief zal worden vastgesteld.

De VVD-fractie in de Tweede Kamer heeft het kabinet inmiddels opheldering gevraagd over de verleende conorasteun aan het musicalbedrijf van Engelkes. ‘Want er mag geen beeld ontstaan van “sjoemelondernemers”.’ Opvallend is dat de kwestie bij de partij is aangekaart door concurrerend musicalproducent Albert Verlinde, die ook VVD-raadslid is in de gemeente Vught.