Ontwikkelingshuis MusicalMakers organiseert sinds december 2023 masterclasses in het DeLaMar theater voor makers. In hun format wordt een bekende maker geïnterviewd over hun werkproces. Tijdens de eerste masterclass waren singer-songwriter Wende Snijders en schrijfster E.V. Crowe te gast om te praten over songwriting, en een maand later sprak Ivo van Hove over het regisseren van musicals.

Tijdens de laatste anderhalf uur durende masterclass vertelt Ivo van Hove over de verschillende musicals die hij tot nu toe geregisseerd heeft, waaronder Rent (2001), Lazarus (2016), West Side Story (2020), en natuurlijk Jesus Christ Superstar die pas in het DeLaMar Theater in première is gegaan.

Van Hove vertelt open over zijn ervaringen met het ontwikkelen en regisseren van musicals en de bijkomende samenwerkingen. Zo kreeg hij toestemming van Stephen Sondheim om de populaire ‘I Feel Pretty’ uit West Side Story te schrappen, waarna bleek dat niet alleen Van Hove maar ook de schrijver zelf een hekel aan dat nummer had. Daarnaast is Van Hove heel open over zijn samenwerking met David Bowie, wiens laatste publieke aanwezigheid voor zijn overlijden bij de première van zijn musical Lazarus in New York was. Van Hove was groot fan van Bowie.

Muziek is voor Van Hove de drijvende kracht in het kiezen van stukken om te regisseren, iets dat een essentiële rol speelt ongeacht of het genre toneel, opera of musical is. Het is een deel hoe hij zich uitdrukt. ‘Ook als het stil is, dan hoor je de stilte. Ik heb ontdekt dat je binnen de beperkingen van muziek heel veel ruimte hebt, maar je moet die beperking accepteren. Als je niet accepteert dat er een regisseur aan je vooraf is gegaan, namelijk de componist, dan moet je er niet aan beginnen.’

Op de vraag waarom Van Hove regisseert, antwoordt hij dat het de beste manier is waarop hij zichzelf kan uiten. In elke voorstelling die hij regisseert zit dan ook iets van hemzelf verwerkt. Hij vindt het belangrijk om echt van een stuk te houden, om er ‘verliefd op te worden’, omdat je als maker jarenlang met het materiaal bezig bent.

De vragen worden gesteld door radiopresentator en cabaretier Carolien Borgers en af en toe stelt musicalregisseur en -vertaler Daniël Cohen een door het publiek ingestuurde vraag. Het is dus niet een masterclass in de algemeen gangbare definitie van het woord, ofwel een expert die actief met een groep mensen aan de slag gaat. Het treft meer gelijkenissen met het KRO-NCRV programma College Tour, waarin Twan Huys met een studentenpubliek gasten interviewt over hun vakgebied.

Er is bewust gekozen voor dit format, zegt directeur van MusicalMakers Ulrike Bürger-Bruijs. ‘We willen zowel een breed toegankelijk programma aanbieden voor jonge makers, ervaren makers en makers die vanuit een andere discipline in musical zijn geïnteresseerd, als kennis en expertise verspreiden. Naast de masterclass, waarin we makers vragen over hun werkveld, hebben we ook de “writer’s room”, waarin we dieper ingaan op onderwerpen als ontstaansgeschiedenis en muzikale dramaturgie.’

Het bleek ook vanuit het perspectief van de gast een handig format. ‘De grote, ervaren makers die we vragen voor onze Masterclass hebben meestal een hele drukke agenda. Als wij ons verdiepen in hun werk en door middel van voorgesprekken en het interview hun ervaring toegankelijk maken is dit de meest haalbare optie’, zegt Bürger-Bruijs.

Na afloop van de masterclass kunnen bezoekers een QR-code scannen en een enquête invullen, waarin feedback wordt gevraagd. Op basis van de reacties van de eerste masterclass heeft de organisatie al aanpassingen gedaan, zoals het stroomlijnen van de publieksvragen. Het publiek kan vragen sturen naar een e-mailadres, waar alles wordt verzameld door Daniël Cohen, die op het het podium achter een katheder staat met een laptop open. Door deze maatregel wordt de lichte chaos die met publieksvragen komt voorkomen, zoals lange of niet goed geformuleerde vragen, dubbele vragen en het doorgeven van microfoons. Feedback is volgens Bürger-Bruijs essentieel voor de ontwikkeling van het programma. ‘Wij zien hier nog maar net mee begonnen, het is voor ons ook uitproberen. Daarom willen we graag weten wat goed was en wat beter kan.’

Bij het kiezen van de gasten kijkt MusicalMakers zowel naar de ‘urgentie’ van een onderwerp, bijvoorbeeld of er een grote voorstelling in première gaat, als naar wie het publiek graag zou willen zien. ‘We hebben natuurlijk wel een wenslijstje’, geeft Bürger-Bruijs toe. ‘We zouden het fantastisch vinden om bijvoorbeeld Lin-Manuel Miranda, maker van In The Heights (2005) en Hamilton (2015), te mogen ontvangen.’

Het organiseren van onder andere masterclasses wordt gedaan met het doel om van MusicalMakers, naast een ontwikkelinstelling, een kennis-hub voor musical te maken. De kennisoverdracht van het nog geen honderd jaar oude genre en de ontwikkeling ervan heeft in Nederland meer ruimte nodig, zegt Bürger-Bruijs, mede doordat musical in Nederland niet wordt gesubsidieerd. ‘De commerciële druk bepaalt het maakproces. Dan is het makkelijker om een succesvolle musical uit het buitenland naar hier te halen dan aan een jarenlang maakproces te beginnen.’

In het buitenland is er veel meer samenwerking tussen gesubsidieerde instituten en vrije producenten. Van Hove geeft tijdens de masterclass het voorbeeld van het National Theatre in Londen, een gesubsidieerd instituut, dat veel bekende musicals heeft gemaakt die later in het commerciële circuit terechtkomen, zoals in theaters op West End en Broadway. Over deze samenwerking tussen de gesubsidieerde en de commerciële theatersector sprak ook Millie Taylor, professor aan de Universiteit van Amsterdam met een leerstoel in musicaltheater, in een door MusicalMakers georganiseerde “Musical Talk” in De Balie op het Nederlands Theater Festival in september 2023.

MusicalMakers wil ongeveer vier keer per jaar een masterclass organiseren. Deze Masterclasses zijn binnenkort terug te kijken in de mediatheek op de website van MusicalMakers.