Sla een willekeurig programmaboek van een musical open en je vindt er een lange lijst met credits: schrijvers, regisseur, ontwerpers en producenten. Kijk je wat beter, dan blijkt dat het overgrote deel van de lijst bestaat uit mannennamen. Een vrouwelijke maker zie je zelden in dit vak. Hoe zit dat?

Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar het is frappant hoe zelden je een vrouwelijke naam tegenkomt bij de creatives: musicals worden tegenwoordig klaarblijkelijk vooral door mannen gemaakt. In Nederland is dat niet altijd zo geweest. Twintig jaar lang domineerde Annie M.G. Schmidt het Nederlandse musicallandschap met haar producties, waarvoor zij de dialogen en liedteksten schreef – van Heerlijk Duurt Het Langst (1965) tot Ping Ping (1984). Jaren daarvoor componeerde Margie Morris samen met haar man, de cabaretier Louis Davids, tal van liedjes voor de volkstoneelstukken van Herman Bouber, zoals Bleke Bet (1917) en De Jantjes (1920), die doorgaans tot de voorlopers van de Nederlandse musical worden gerekend.

Meer recent zijn vrouwen echter minder goed vertegenwoordigd in de schrijversteams van Nederlandse musicals. Met uitzondering van M-Lab, dat tijdens haar bestaan nog werkte met Anousha Nzume (De Koningin van Paramaribo, 2010), Eva Gouda (Circus, 2013 en Het Grote Geluk, 2014) en Eva K. Mathijssen (De Geheime Tuin, 2009 en Stationsstraat 169 huis, 2011), waren er de afgelopen tien jaar slechts een paar Nederlandse musicals met een vrouw in het schrijversteam, namelijk De Tweeling, met muziek van Ilse DeLange, en Addicted to Blues, met een script en liedteksten van Petra C. Van der Eerden.

Ook voor de meeste Amerikaanse Broadwaymusicals geldt dat de creatieve teams grotendeels bestaan uit mannen. Pas in 2015 werden de eerste Tony Awards uitgereikt aan een vrouwelijk schrijversduo. Componist Jeanine Tesori en tekstschrijver Lisa Kron wonnen beiden een beeldje voor hun musical Fun Home, die ook de Tony voor Best Musical won. Waitress was in 2016 vervolgens de allereerste Broadwaymusical die behalve een vrouwelijke componist- en liedtekstschrijver (Sara Bareilles) en scriptschrijver (Jessie Nelson) een creatief team had dat volledig uit vrouwen bestond. Uit onderzoek van de Engelse theaterkrant The Stage blijkt dat de situatie in Engeland niet veel anders is. Van alle West End-musicals van de afgelopen tien jaar werden 88 door uitsluitend mannen geschreven, tegenover drie met een volledig vrouwelijk schrijversteam. Slechts vijf musicals hadden een vrouwelijke componist.

Maar is dat eigenlijk erg? Het geslacht van de maker zegt toch niets over de kwaliteit van de musical? Nee. Toch is het gebrek aan vrouwen in de Nederlandse musicalwereld frappant als je bedenkt dat de meerderheid van musicalpubliek bestaat uit vrouwen. Bovendien is er een groot aanbod van vrouwelijke musicalacteurs, terwijl het aantal interessante vrouwenrollen beperkt is. Hoewel vrouwen dus in groten getale komen kijken en meespelen in musicals, worden de verhalen die zij op het podium zien en vertellen, bedacht door het andere geslacht.

Voor vol aanzien

Petra C. van der Eerden is een van de weinige vrouwelijke musicalscriptschrijvers in Nederland. Sinds de jaren negentig werkt ze als vertaler, bewerker en schrijver van originele musicalteksten, zoals de jaarlijkse musicalparodie Musicals Gone Mad en recent de originele Nederlandse productie Addicted to Blues (2015) over Billie Holiday, die dit seizoen wordt herhaald. Van der Eerden bevestigt: ‘Ik kom weinig andere vrouwelijke schrijvers tegen in de musicalwereld. Qua vertalers zijn er Martine Bijl en Coot van Doesburgh, maar zo uit het blote hoofd ben je er dan wel.’

‘Waarom? Misschien dat vrouwen in eerste instantie eerder kiezen voor de uitvoerende kant, maar zeker weten doe ik dat niet.’ Wel ervoer ze bij musicals als Diana (2001, met muziek van Amina Figarova) en Addicted to Blues dat het wel degelijk verschil maakt als er veel vrouwen in het creatieve team zitten. ‘Vooral als het hoofdpersonage van de musical een vrouw is, zoals prinses Diana of Billie Holiday, kan er een onuitgesproken dieper begrip zijn, waardoor sommige discussies sneller verlopen of niet eens hoeven plaats te vinden.’

Maar volgens van der Eerden ligt het voor zowel mannen als vrouwen moeilijk tegenwoordig: ‘Het is nog steeds crisis in theaterland en zowel producenten als theaterboekers grijpen naar veilig, bekend werk.’ Zou het ook zo zijn dat producenten van nieuwe producties vaak de hun al bekende (vooral mannelijke) schrijvers inschakelen? Van der Eerden: ‘Ik heb de moeilijkheden die ik ben tegengekomen in mijn werk nooit in het kader van seksisme gezien. Ik heb eerder het idee dat de theaterwereld een vrij klein “old boys network” is – of laat ik het houden op een “old boys/girls network” – waarin het helaas vooral gaat om wie je kent en wie je geregeld tegenkomt. Het zou fijn zijn als onbekendere musicalmakers meer voor vol aangezien zouden worden. Misschien dat vrouwen dan minder snel terugschrikken voor het kleine musicalwereldje.’

Los van gender

Na jarenlang hoofd international development bij Stage Entertainment te zijn geweest, is Ulrike Bürger-Bruijs sinds 2009 het brein achter productiehuis Cook a Dream. In haar functie als creatief producent gaat ze over het proces van idee tot uitvoering van musicals zoals Hij Gelooft In Mij (2012), Waanzinnig Gedroomd en De Tweeling (beide 2015). Haar nieuwste project is een theaterversie van de filmhit Soof (2013), naar de columns van Sylvia Witteman, over alledaagse perikelen van vrouwen. ‘Ook ik probeer kinderen met een carrière te combineren’,zegt Bürger-Bruijs. ‘Veel vrouwen hebben het idee dat alles helemaal perfect moet zijn. Daar worstelt mijn generatie mee, en dat is ook wat naar voren komt in Soof.’

Voor het creatieve team van Soof zocht Bürger-Bruijs bewust naar vrouwen. ’Het gaat me daarbij echter niet om gender’, stelt ze. ‘Ik ben helemaal geen feministe en hou er niet van als vrouwen zo nadrukkelijk over hun rechten praten. Ik ben meer van niet praten maar gewoon doen. Ik wil dat mensen op hun talent worden beoordeeld en niet op hun geslacht. Maar ik vind het wel belangrijk dat de schrijver en de regisseur dichtbij het personage van Soof liggen’,voegt ze toe. Bürger-Bruijs stelde een lange lijst samen met namen van vrouwelijke regisseurs en scriptschrijvers. Omdat het aanbod van ervaren musicalmakers beperkt is, zocht ze buiten de musicalwereld, in de toneelwereld. Daar viel het op dat er relatief weinig vrouwen bij zaten met ervaring bij commerciële grote-zaalproducties. ‘Misschien is de conclusie wel dat er, hoewel er heus een aantal vrouwelijke makers is, daar toch een gat zit.’

Uiteindelijk was ze terughoudend met het samenstellen van een volledig vrouwelijk creatief team. ‘Het onderwerp van de musical zijn Soof én haar man Kasper; de worsteling in hun relatie, de taakverdeling binnen het gezin. Als we dat allemaal vanuit Soof zouden vertellen, zou het te eenzijdig worden.’ Het resultaat is een creatief team met een redelijk evenwichtige man/vrouw-verhouding. Roos Schlikker schrijft het script met Erris van Ginkel, Maaike van Langen doet de regie. De muziek wordt gecomponeerd door Peter Slager van Bløf, Ed Struijlaart én twee vrouwelijke componisten wier namen later bekend zullen worden gemaakt.

Bürger-Bruijs heeft een duidelijke visie op wat Soof moet worden, en wat juist niet. ‘Ik wil geen feministisch pamflet maken over vrouwenrechten, en de man vervolgens zwart-wit afschilderen. Ik probeer meer de grijstinten te zoeken’,licht ze toe. ‘Ik denk dat je als feministe vooral kijkt hoe de wereld er uit zou moeten zien voor vrouwen. Ik vind het leuker om te kijken hoe de wereld voor mannen én vrouwen leefbaar kan zijn.’ Bürger-Bruijs heeft nooit een gebrek aan vrouwelijke musicalmakers in Nederland opgemerkt. ‘Ik heb daar nooit bij stilgestaan en weet ook niet of het een probleem is. Ik zoek niet op gender; ik kijk naar het beste talent.’

Breder kijken

Het is in ieder geval niet zo dat vrouwelijke makers onvindbaar zijn, stelt ook producent Janke Dekker. Met haar bedrijf Janke Dekker Producties maakt ze sinds 2011 originele Nederlandse muziektheater- en musicalproducties zoals Willem Ruis, De show van zijn leven (2015) en Dansen met de vijand (2016), dat vanaf april wordt herhaald. ‘Die vrouwen zijn er gewoon, maar men is niet bewust naar hen op zoek’,zegt Dekker. ‘Het is een kwestie van vrouwen naar voren laten komen. Producenten kiezen vaak voor de hand liggende namen; er zijn er een paar die altijd rouleren in de zoektocht naar een scriptschrijver. Dat is begrijpelijk, als je goed met iemand hebt samengewerkt, wil je er opnieuw mee werken.’

Dekker vindt dan ook dat er op creatief gebied en schrijfvlak meer vrouwen nodig zijn: ‘Als je kijkt naar het bestaande musicalrepertoire, zie je een overschot aan goede mannenrollen. Dat komt natuurlijk doordat die scripts voornamelijk door mannen worden geschreven. Goede rollen voor vrouwen zijn er maar weinig; ze zijn vaak beperkt tot het prinsesje of de heks.’ Logisch wel, want je schrijft over de dingen die je inspireren, aldus Dekker. Maar dat betekent ook dat daar nog terrein te winnen valt.

‘Je ziet nu nog vaak dat mannen de boel leiden’,zegt Dekker. ‘Maar ik denk dat er een nieuwe generatie aankomt met een nieuwe mentaliteit. Dat zie ik aan de enorme cultuuromslag onder jonge vrouwen van de generatie onder mij. Dat zijn aanpakkers die de man/vrouw-verhouding recht gaan trekken. Maar’,voegt ze eraan toe, ‘ik vind dat je dat soms ook een beetje kunt sturen.’ Daar is ze dan ook mee bezig. Dekker zit middenin de voorbereidingen voor een nieuwe musical voor theaterseizoen 2018/2019, De meisjes van Schoevers. Langs de geschiedenis van het in 1913 opgerichte opleidingsinstituut Schoevers zal de musical een beeld geven van hoe er honderd jaar lang is omgegaan met vrouwen, arbeid en de dubbele moraal. Een verhaal met goede vrouwenrollen dus, en: het volledige creatieve team zal uit vrouwen bestaan. De scriptschrijver en regisseur zijn al gevonden: kinderboekenschrijfster Enne Koens en Suburbia-regisseur Julia Bless. Beide namen van buiten de musicalwereld, net zoals bij de musical Soof het geval is. ‘Je moet breder kijken’,licht Dekker toe. ‘Dan vind je die vrouwen wel.’

foto Roy Beusker

Addicted to Blues: t/m 19 december 2017

Soof, de muscial: ‘proefvoorstellingen’ van 24 november t/m 17 december 2017, première 18 november 2018

Dansen met de vijand: 3 april t/m 12 mei 2018

De meisjes van Schoevers: gepland voor seizoen 2018-20

Dossiers

Theatermaker december 2017