De Basisinfrastructuur (BIS) wordt uitgebreid met een aantal productiehuizen, een jeugdtheatergezelschap en het Festival Oude Muziek. Dat is de verrassende uitkomst van de stemmingen over een aantal cultuurmoties op 2 juli, in vervolg op het Tweede Kamerdebat over de Uitgangspuntennotitie Cultuurbeleid 2017-2020.

De Tweede Kamer liet zich van zijn meest proactieve kant zien en bemoeide zich per motie actief met de inrichting van de BIS en de beoordelingskaders daarvan. Zo komt de functie van productiehuis terug in de Basisinfrastructuur dankzij een motie van D66 (mede ingediend door de PvdA) die het met een nipte meerderheid haalde. Ook krijgt de Basisinfrastructuur er een negende jeugdtheatergezelschap bij, dankzij een motie van D66 en de SP. Het gaat in praktijk om Theatergroep Kwatta.

Het Festival Oude Muziek krijgt ook een plek in de BIS. Het argument voor de onderliggende motie van D66 en CDA was dat zo de versnippering van middelen voor festivals bij het Fonds Podiumkunsten enigszins kan worden tegengegaan. Diezelfde argumentatie zat achter de motie om ook Oerol in de BIS op te nemen, maar die werd verworpen. De ChristenUnie stemde, anders dan in het geval van het Festival Oude Muziek, tegen de Oerol-motie.

Hoe minister Bussemaker al deze nieuwe BIS-instellingen gaat betalen, is onduidelijk, want er is niet of nauwelijks extra geld beschikbaar in de cultuurbegroting. Voor de productiehuizen wil de Kamer dat geld halen uit de 1,6 miljoen euro die de minister in gedachten had om talentontwikkelingsplekken te financieren via het Fonds Podiumkunsten.

Om duidelijkheid te krijgen hoe Bussemaker een en ander gaat oplossen, verzocht Jacques Monasch (PvdA) de minister om een en ander uit te werken in een brief die zo snel mogelijk aan de Kamer zal worden gestuurd. Overigens vroeg D66 de minister per motie om via tussentijdse verkenningen goed in de gaten te houden hoe het culturele veld erbij staat. Deze deze vinger-aan-de-pols-motie sneuvelde, omdat de PvdA tegen stemde.

Er werden nog een aantal andere opvallende moties aangenomen. Zo komt er op verzoek van de Partij voor de Dieren (PvdD) een nota over popmuziek en verzocht de PvdA met de PvdD voor een rapportage naar het cultuuraanbod van de Centra voor de Kunsten. De PvdA kreeg een motie aangenomen waarin wordt verzocht bij subsidiebeoordeling meer rekening te houden met nieuwe makers en nieuw publiek (lees: meer culturele diversiteit). VVD en PvdA vroegen de regering ten slotte om de Raad voor Cultuur een ‘SMART’ beoordelingskader mee te geven. Daarmee hopen de partijen dat het voor instellingen in de BIS of instellingen die de BIS in willen duidelijker zal worden aan welke beoordelingscriteria ze moeten voldoen.

Bericht aangepast op 20 juli. De eerdere versie stelde onterecht dat het geld voor de productiehuizen ten koste zou gaan van het talentontwikkelingsbudget van het Fonds Podiumkunsten.