‘Kan ik je zo laten gaan?’ Het is een wonderlijk zinnetje dat Laura van Dolron herhaaldelijk aanhaalt, wanneer ze over haar blind date vertelt met een gynaecoloog eerder die dag. Samen bezochten ze patiënten, en Van Dolron snapt niet hoe Brenda het klaarspeelt haar werk te doen, als arts en als bieder van troost en vertrouwen, in korte gesprekjes van slechts vijftien minuten. Die steevast eindigen met die zin.

In het echt, dat Van Dolron samen met Theater Bellevue maakt, gaat niet alleen over post-quarantaine en elkaar weer in levende lijve ontmoeten, maar ook over het verschil tussen theater en het ‘echte’ leven, in dit geval een ziekenhuis. In een behendige verweving van gedetailleerde observaties en uiterst kwetsbare privé-ontboezemingen, brengt Van Dolron een ode aan steeds een nieuwe gast op het podium, bij wie zij zelf die ochtend nog te gast was.

Varend op eigen herinneringen – aan dat ziekenhuis, diezelfde afdeling, diezelfde geweldige gynaecoloog die midden in een moeilijk gesprek een grap maakt over vreemdgaan, aan datzelfde bureau waaraan ze tijdens haar huidige bezoek zit te schrijven en aan de lelijke verpleegstersflat aan de overkant, waar ze eerder in een piepklein appartementje woonde, eenzaam was, een verloren leven leidde – spiegelt Van Dolron haar ongeluk en lijden aan de pijn en de onmacht van anderen, de patiënten van Brenda.

Schijnbaar moeiteloos reist ze op en neer door de tijd en tussen plekken, in eigen en andermans leven. Uiterst poëtisch, en met een flinke dosis bijtende humor en zelfspot, weet ze woorden te vinden voor allerlei vormen van zwakte en ongeluk, situaties waar mensen over het algemeen niet bepaald spraakzaam van worden, en woorden meestal te kort schieten.

En zo komt er een derde vorm van ‘echt’ om de hoek kijken. Is het mogelijk je leven te leiden zonder al te weten, voor jezelf of voor een ander, hoe dat precies moet? Muzikant en zanger Frank van Kasteren is mee op het podium en deelt een verhaal over zijn verwoede, tot mislukken gedoemde, poging om tijdens het boodschappen doen een pakje inlegkruisjes voor zijn vriendin mee te nemen. Hoe hij niet anders kan dan de simpele vraag ‘wat zijn dat ook alweer precies’ te vermijden en liever doet alsof, een halve paniekaanval onderdrukkend, bluffend en quasi nonchalant, om zijn zelfbeeld als geëmancipeerde man en wederhelft niet aan duigen te zien vallen.

Het hilarische mannenverhaal over bluf en facade, het niet durven vragen en je kwetsbaar opstellen, wordt mooi gespiegeld in het feit dat Brenda Hermsen juist van sterke en rustige, zeg maar stugge of vermijdende mannen blijkt te houden, de types die tijdens de bevalling op hun telefoon zitten. Die rol, die mensen zich aanmeten om hun kwestbaarheid te verbergen, hoeft kennelijk helemaal niet altijd doorgeprikt. Van Dolron noemt het haar maakbaarheidsgeloof afleggen, en van het hoofd naar het hart zakken.

Theater spelen en oprecht zijn, gaat dat samen? Van Dolron heeft er haar specialiteit van gemaakt als stand-up filosoof. Andere gasten zullen de plek van Brenda Hermsen innemen en andere verhalen zullen al vragend en zinnespelend het licht zien. Maar ik neem aan dat ook dan Van Dolron een even gewiekst als openhartig pleidooi zal houden voor ontwapening en loslaten. Deze keer vertelde ze uiteindelijk tot in detail over haar miskraam (‘stom woord’), andere avonden zal dat anders zijn.

Als het hoogste woord er na ruim een uur uit is, roept ze net iets te hard: ‘Vragen?’ Brenda en het op tweezitjes geposteerde publiek op de vloer van de zaal weet even niets te zeggen. Wat werd ingezet als een bonte avond rond een mogelijke verzameling van hulpvragen van het publiek, eindigt als een hulpvraag van de theatermaker en acteur. Het laten gaan van patiënten, het laten gaan van niet functionerende relaties, van een kind dat te vroeg, ’te klein’, geboren werd, van zelfbeelden die facades blijken – ze worden op onnavolgbare wijze in elkaars perspectief gesteld, als parels aan een ketting geregen, een wonder van woorden voor dingen die eigenlijk te veel pijn doen om aan te raken. En stoer zegt Van Dolron dan aan het eind eindelijk zelf: ‘Kan ik jullie zo laten gaan?’

Foto: Moon Saris