‘Zijn gemeenschapsverhalen ook in staat de specifieke gemeenschap te bekritiseren? Of mogen ze alleen gevierd worden?’ Eric de Vroedt, artistiek leider van Het Nationale Theater, stond in zijn Staat van het Theater stil bij de noodzaak en keerzijde van theater als ‘emancipatiemachine’.  

Enthousiast gebarend, snel sprekend, een lange lok haar steeds uit zijn gezicht vegend en succesvolle inside jokes makend, is De Vroedt na dertig jaar in het vak er nog steeds overduidelijk dol op. In zijn Staat van het Theater put hij voornamelijk uit persoonlijke ervaringen, waarmee hij goed kan uitleggen welk ongemak er schuilt in theatervoorstellingen voor elke identiteit, naast het belang ervan. De zaal vol theaterprofessionals, jong en oud, fris na de zomervakantie, luistert aandachtig. 

Een lied van de Amsterdamse formatie Nusantara Beat, bestaand uit artiesten met Indonesische roots, vormt aanleiding voor overpeinzingen over de staat van het huidige theater. Kunstenaars die een biculturele achtergrond met hem delen, inspireerden hem afgelopen jaar. Hij citeert vol bewondering uit de tekst die Melissa Knollenburg voor Het Nationale Theater schreef voor de Indië herdenking en beschrijft uitgebreid hoe de zaal één ontroerd collectief leek (tot achteraf iedereen begint te praten en alles toch weer anders blijkt). 

Met behulp van de woorden van Amerikaans-Indiase schrijver Amitav Gosh denkt hij na over het geven van ruimte aan ongehoorde stemmen. Gosh doelt daarmee op over het hoofd geziene bevolkingsgroepen, maar ook op vogels die steeds verder moeten vliegen, de bomen die steeds minder ruimte krijgen, kortom: de niet-menselijke stemmen. Een bril op straat in Jakarta leidt De Vroedt bijvoorbeeld naar een vrouw die hem in contact brengt met familieleden die hij anders nooit meer had gevonden. Van gelukje naar gelukje vindt hij steeds meer mensen terug en vraagt hij zich af of hier de niet-menselijke krachten van Gosh aan het werk zijn. 

Behendig schakelt hij daarna weer terug naar zijn Nederlandse opvoeding, vraagt hij zich af of hij zich misschien schuldig maakt aan westers exotisme. Het is het lot van de mensen-van-gemengde-afkomst, denkt hij, om ongemakkelijke tussenpersoon te zijn. Het emancipatoire theater van nu voorziet in die behoefte. Uit persoonlijke ervaring weet hij echter dat de ‘gemeenschap’ het zelden ergens unaniem over eens is, en ook dat mensen meer zijn dan hun identiteit. 

We zien elkaar volgens De Vroedt te makkelijk alleen nog maar als Beeld, als Vertegenwoordiger van een Idee. En veel te weinig als een ongrijpbaar individu met talloze tegenstellingen. Hij moest eraan denken, bij de ‘minirel’ op dit platform over deze Staat van het Theater. ‘Bepaalde reaguurders konden mij alleen nog maar zien als Vertegenwoordiger van Het Establishment. Als Gezant van De Oppermachtige BIS.’

Daarom zet hij interessante vraagtekens bij de trend om elke gemeenschap een eigen voorstelling te geven, waar niemand van buiten de gemeenschap aan mag komen. Hij vraagt zich af: ‘Zijn deze gemeenschapsverhalen ook in staat de specifieke gemeenschap te bekritiseren? Of mogen ze alleen gevierd worden?’ En: ‘Creëert het belangrijke streven naar inclusiviteit niet een nieuwe vorm van exclusiviteit? Leidt het uiteindelijk niet tot segregatie?’ Willen we één samenleving blijven, dan hebben we universele verhalen nodig; bijvoorbeeld over Het Systeem dat ongelijkheid in de hand werkt, stelt hij voor.

In dat liedje, ‘Djanger’, van Nusantara Beat vindt hij inspiratie voor hoe universele kunst eruit kan zien en wat voor mooie kunst er nog op komst is. Tijdens de laatste zinnen van De Vroedt vullen veelbelovende akkoorden de ruimte, het zwarte scherm achter het spreekgestoelte wordt opgetrokken en onthult de zojuist hooggeprezen band. Een warmer bad kan een jonge band zich niet wensen. Uit het enthousiaste applaus blijkt dat De Vroedt iedereen heeft overtuigd; Nusantara Beat for life.

De Vroedt werd overigens aangekondigd door festivaldirecteuren Tobias Kokkelmans en Farnoush Farnia, die op hun witte pakken in blauwe letters de woorden Woman – Life – Freedom hadden geschreven en daarmee solidariteit toonden met de Iraanse vrouwen en meisjes die moedig demonstreren voor hun mensenrechten. Ze hadden ook een nieuwtje: De toneelprijzen worden volgend jaar genderneutaal, over de invulling ervan volgt later meer.

 

(Ons overzicht van alle Staten van het Theater is inmiddels bijgewerkt.)

foto Nichon Glerum