De Britse toneelschrijver Edward Bond is zondag op 89-jarige leeftijd overleden. Hij schreef meer dan vijftig, vaak controversiële stukken en was daarmee van grote invloed op het Britse theater van de twintigste eeuw.

Bond wordt in 1934 in Holloway, Noord-Londen, geboren in een arbeidersgezin. Op zijn vijftiende stopt hij met school. Hij zou zichzelf hebben leren lezen uit de winkelcatalogi van zijn moeder. Na baantjes als verfmixer, verzekeringsbediende en controleur in een vliegtuigfabriek, begint hij tijdens zijn dienstplichtjaren te schrijven, aanvankelijk vooral korte verhalen en poëzie.

Vanaf eind jaren vijftig legt Bond zich toe op toneel en sluit zich aan bij een project voor nieuwe schrijvers van de English Stage Company (ESC) in het Royal Court Theatre. In 1962 gaat daar nog vrij geruisloos zijn debuut The Pope’s Wedding in première, maar zijn tweede stuk, Saved (1964), zet de Britse theaterwereld behoorlijk op zijn kop. De tekst, vol expliciete seksualiteit en extreem geweld – met onder meer een scène waarin een baby gestenigd wordt – komt niet door de keuring van de Lord Chamberlain, die sinds 1737 naar eigen inzicht bepaalt welke toneelstukken een vergunning krijgen voor opvoering. Voor Saved stelt hij 30 aanpassingen voor. Als de makers het origineel alsnog opvoeren in een zelfbenoemde private ‘clubsetting’, levert ze dat een flinke boete op.

Het stuk dat Bond daarna schrijft, Early Morning (met koningin Victoria en Florence Nightingale als lesbische minnaars, twee Siamese tweelingprinsen en kannibalisme), wordt in 1968 helemaal verboden, wegens smaad. Wel leidt alle commotie tot veel aandacht voor toneelcensuur, waardoor de theatertaak van de Lord Chamberlain hetzelfde jaar zelfs nog afgeschaft wordt. Geweld, seks, politieke satire en naaktheid zijn daarna bonafide onderwerpen.

De toneelstukken van Bond kunnen vanaf nu legaal worden vertoond, wat de English Stage Company in 1969 viert met een heus Edward Bond-seizoen en een Europese tournee. Vooral Saved krijgt veel internationale erkenning. In Nederland speelt Centrum Gered al in 1968 in regie van Peter Oosthoek, gevolgd door nog vier andere stukken van Bond (Smalle weg naar het verre noorden, Zwarte mis, Lear en Bingo). In de jaren ’80 regisseren onder meer Rob Bekenkamp en Gerard Steenbergen een versie van Saved en in de jaren negentig Ivo van Hove bij Het Zuidelijke Toneel.

In de jaren die volgen legt Bond een zeer grote activiteit aan de dag, met stukken als Stone, Grandma Faust, The Swing, Passion en Black Mass, filmscenario’s (Blow Up, Laughter In The Dark, Walk-about ), libretti (We Come to the River, The English Cat), teksten voor ballet (Orpheus), adaptaties (van Shakespeare, Middleton, Webster en Ibsen), vertalingen (van Tsjechov en Wedekind) en heel wat theoretische teksten. Bond gebruikt ook vaak de voorwoorden van zijn toneelstukken om zijn dramatheorie uiteen te zetten.

Vanaf eind jaren tachtig worden de toneelstukken van Bond aanzienlijk minder in Engelse theaters gespeeld. Hij krijgt snel ruzie met medewerkers en castleden, waardoor het niet meer zo best boter tussen hem en grote huizen als het Royal Court, het National Theatre en het Royal Shakespeare Theatre. Bond blijft wel toneelstukken schrijven die voornamelijk in het buitenland en het amateurcircuit worden opgevoerd. Vooral in Frankrijk is hij populair, waar hij meermaals samenwerkt met de Franse regisseur Alain Françon. In Nederland voert Theatertroep Pangea in 2006 nog zijn Rood, zwart en onwetend op.

Foto: Stephane de Sakutin (ANP/AFP) – Edward Bond in het Théâtre national de la Colline in Parijs