Op zondag is actrice Linda van Dyck op 75-jarige leeftijd overleden in haar woonplaats Amsterdam. Ze speelde decennia op het toneel, met name in het vrije circuit, maar werd vooral bekend als film- en televisie-actrice.

Linda van Dyck werd in 1948 in Amsterdam geboren als Linda de Hartogh, dochter van acteurs Leo de Hartogh (Rotterdams Toneel en de Haagse Comedie) en Teddy Schaank (Residentie Tooneel). Acteur Ko van Dijk was haar stiefvader. Met hem speelde ze op haar elfde al haar eerste rol, in De vader van Strindberg. Toch duurde het daarna nog best lang voor ze ook voor het theater koos. In de jaren ’60 maakte ze vooral televisieprogramma’s, speelde enkele filmrollen, zong in de mede door haar opgerichte popgroep Boo and the Booboo’s en schreef teksten voor Boudewijn de Groot en Ramses Shaffy. Met de laatste stond ze ook in het programma Shaffy verkeerd (1969).

Daarna vertrok Van Dyck naar Zweden, waar ze vijf jaar lang samenleefde met regisseur Lasse Hallström en alsnog besloot aan een theatercarrière te werken, die ze in 1973 voortzette in Nederland. Mede door succesvolle tv-programmas’s en filmrollen (Twee vorstinnen en een vorst (1981), Ciske de Rat (1983) en Daens (1992)) werd Van Dyck al snel gevraagd voor grote producties van vrije producenten als Joop van den Ende (Wolken in 1979 naast Jeroen Krabbé, Duet in 1993), Jacques Senf (o.a. Sukses in 1982 naast Willem Nijholt en Nacht, Moeder…in 1984) en De Graaf & Cornelissen (opnieuw Nacht, moeder in 2006). Vaak ging ze zelf haar stukken uitzoeken in New York en bracht deze naar Nederland.

Regisseur Koos Terpstra nam haar even mee naar het gesubsidieerde circuit bij het Ro Theater (Het neerstorten van de Hindenburg en wat er daarna gebeurde, 1997) en De Paardenkathedraal (Spaanse ruiters, 1999). Met Gijs de Lange maakte ze drie voorstellingen bij Het Toneel Speelt.

De meeste rollen speelde Van Dyck in voorstellingen van Hummelinck Stuurman, waaronder de Toneel Publieksprijs-winnende voorstellingen Herfstsonate en Oog om oog en Una giornata particolare en De dood en het meisje. In 2012 speelde ze Martha in Wie is er bang voor Virginia Woolf?. De rol leverde haar een nominatie voor de Theo D’Or op, de prijs voor de beste vrouwelijke hoofdrol van het seizoen. In 2010, toen Van Dyck vijftig jaar in het vak zat, was ze al benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Martha zou haar laatste grote theaterrol worden. Het jaar daarna kreeg ze een burn-out en moest ze haar rol in de voorstelling Liefde levenslang teruggeven. In 2015 verscheen ze nog in de Nederlandse dramaserie Zwarte Tulp. Begin 2021 werd Van Dyck getroffen door een herseninfarct, waardoor ze deels verlamd raakte.

Foto: Linda van Dyck in Jan Rap en z’n Maat (1977) fotograaf Bob van Dantzig met dank aan De Theatercollectie/Stichting TiN