Het Toneelhuis ging op 1 oktober, vlak voor de tweede sluiting van de Belgische cultuurhuizen, in première met een dubbele voorstelling in een regie van Guy Cassiers. Voor de pauze werd Antigone in Molenbeek gespeeld, een tekst van Stefan Hertmans, na de pauze Tiresias, naar de vertaling van Gaea Schoeters en Johanna Pas van de gedichtenbundel ‘Hold Your Own’ van Kae Tempest.

Beide teksten vinden hun basis in de oude Griekse verhalen en zijn bewerkingen naar een huidige westerse stedelijke context. Stefan Hertmans verplaatste de bekende tragedie ‘Antigone’ van Sofokles naar nu. In die tragedie speelt de blinde ziener Tiresias een grote rol, vandaar dat een voorstelling over Tiresias bij Antigone in Molenbeek wel aansluit. In de tekst van Hertmans komt hij echter niet voor.

Kae Tempest nam een minder bekende mythe over Tiresias ter hand. Die zag als jongen twee slangen paren en haalde ze uit elkaar. Hera was zo boos dat ze hem als straf (!) in een meisje veranderde. Als jaren later de slangen haar pad weer kruisen, wordt zij weer man. Daarna wordt hij betrokken in de zoveelste echtelijke ruzie tussen Hera en Zeus. De laatste probeert zijn vreemdgaan goed te praten door te stellen dat al die aardse en goddelijke meisjes en vrouwen hém hebben verleid. Een vraag die in de ruzie oplaait is: wie heeft het meest plezier in seks? De man of de vrouw? De oude Tiresias moet het antwoord geven, want hij is beide geslachten geweest. Zijn antwoord zint Hera niet en ze rukt hem de ogen uit. Zeus kan de boel nog een beetje redden door hem de gave van helderziendheid te schenken. Tiresias wordt aldus de blinde profeet, zoals we hem kennen uit de tragedies van Sofokles over Oidipous en Antigone.

Tempest verplaatst het verhaal naar het nu, en naar een stedelijke context van armoede en jonge mensen in de marginaliteit.

Beeld het je in:
Een knul van vijftien
De gangbare dromen
De doorsnee routine.

In een concrete, directe, toegankelijke taal verdicht Tempest de oude, spirituele mythe naar deze tijd. De hij/zij heeft even moeite om na de metamorfose van jongen naar meisje gewoon naar school te gaan, maar went snel aan het nieuwe lichaam en schikt zich gemakkelijk in het lot.

Ze hield van giechelen met mooie jongens en kussen
met eenzame junks,
En uit kralen, draad en plastic keurige gordijntjes
weven
Voor de nare zolderkamers
Waar ze ’s nachts hun hoofd neerlegden.
Elke plek die ze bewoonde, werd verwarmd door
haar magie.

Later verandert zij in een oude man, ‘deze arme ooit-jongen, plots-vrouw’ is nu een volwassen man, die veel denkt aan vroeger, aan zijn thuis, aan de gebeurtenis met de slangen, aan zijn vrouw-zijn. Er volgt het verhaal van Zeus en Hera op de Olympos en hoe Tiresias de speelbal is van de goddelijke twist. Hij schikt zich ook deze keer gemakkelijk in zijn rol van profeet, van een moreel kompas, zeker voor de mensen onderaan de maatschappelijke pyramide.

Tiresias, jij houdt stand
Elke jij die je ooit was.

…….

Je bent de gek op de hoek
Oud en stinkend en raar,
In de rij voor de hulpkas
Met etensresten in je baard.

…….

Tiresias – jij leert ons
Wat het is om stand te houden.

Na dit lange gedicht volgen er losse gedichten in vier delen. Ze zijn autobiografisch getint en kennen een basso continuo van transgender zijn: de worsteling daarmee in de maatschappij, maar ook het gevoel dat je je gelukkig mag prijzen als je transgender bent en kunt zijn. Het zijn persoonlijke lyrische ontboezemingen, in een mengeling van concrete ‘straattaal’ en verheven taal.

In het deel ‘Kind’ gaan de gedichten over hoe zij zich als een een meisje alleen voelt in een groep meiden ‘die zich na het douchen vol Innocence-deodorant spuiten’, hoe ze op school leert bevelen op te volgen, ‘kokhalzend, verveeld, onzeker en verteerd door angst’, of hoe ze zich onwennig en verlegen voelt als ze in een groep rappende jongens komt.

Deel ‘Vrouw’ heeft als opdracht een citaat van Tiresias uit Koning Oedipus van Sofokles: ‘In mij leeft de kracht van de waarheid’ en gaat vooral over gender in een verkeerd lichaam, de ontworsteling, de vermeende kracht van de liefde, van drugs, van seksualiteit, de moed die je put uit de literatuur van ‘oude rotten’, zoals Hemingway, Céline, Dostojevski, Hamsun, de twijfels, de angsten om volwassen te worden.

Wat we kwijtraken

Toen ik nog jong was
kon ik praten met dieren,
tegenwoordig
weet ik niet meer wat ik zeggen moet.

Toen snuffelden ze aan mijn oren,
maar nu,
nu ruiken ze mijn angst
en lopen weg.

In deel ‘Man’ is Tiresias weer man, maar twijfelt aan zijn verwacht machogedrag. Taal wordt heel belangrijk.

Taal leeft als je ze spreekt. Laat ze weerklinken.
Niets is erger voor woorden dan niet meer te worden gezegd.

Of:

Het is oké om je alleen te voelen
Dat ben je meestal ook.
Daarvoor dient poëzie.

Taal en optredens vinden elkaar. Tempest wil op concerten mensen met woorden en muziek kunnen aanspreken, kunnen raken, ontroeren, inzichten meegeven. Over transgender zijn, de problemen met stereotypes en rolpatronen. Daarmee focust de schrijver op de eigen situatie. Tempest (1985) veranderde afgelopen augustus hun naam van Kate naar Kae. Dat gebeurde dus na het uitkomen van deze bundel.

Hen heeft al vanaf hun zestiende furore gemaakt met de spoken word performances. Door The Guardian werd Tempest omschreven als ‘een dichter voor mensen die geen poëzie lezen en een rapper voor mensen die niet naar hiphop luisteren’. Maar hen kijkt verder dan hun eigen persoontje, hen pakt de hele maatschappij aan, met zijn neoliberalisme, racisme, ongelijkheid, de steeds groeiende koof tussen rijk en arm, de klimaatverandering, ….. Radicaal én empatisch. Tempest heeft de verbale kracht om de verontwaardiging over de samenleving met warmte te vertolken. Er klinkt geen koel cynisme in hun woorden, maar een oprechte betrokkenheid in hun kritische stem.

Deel vier van de cyclus heet ‘Blind profijt’ (en niet zoals te verwachten was ‘blinde profeet’). De figuur Tiresias als blinde ziener staat centraal. Hij heeft de gave van helderziendheid niet van de goden gekregen, maar het is een geschenk van het transgender zijn. Door man én vrouw te zijn, én door poëtisch talentvol te zijn, heeft Tiresias die status van profeet kunnen bereiken. Tempest laat duidelijk uitschijnen dat er causale verbanden zijn tussen transgender zijn, poëzie én helderziendheid. Niet dat Tiresias met zijn profetie roem verwerft, integendeel, zijn voorspellende wijsheden worden hem kwalijk genomen, en hij wordt in een steegje hardhandig aangepakt. Maar Tiresias/Tempest handhaaft zich, wijst op de monsters in het donker van de samenleving, wijst op de kwalijke invloeden van het Scherm van nu, nu God en religie geen antwoorden meer klaar hebben liggen. Maar ook nu worden profeten zoals in het verleden ofwel op handen gedragen, ofwel verguisd.

Echt niets nieuws onder de zon.
Mijn hele leven zag ik mannen strijden,
Vlaggen planten op gestolen land.

Na deze mijmering over de nieuwe Tiresias besluit de tekst met een ontnuchterende constatering:

Zijn ogen bewaart hij in een plastic zak.

Ka(t)e Tempest weet indrukwekkend het oude mythische verhaal te vermengen met verhalen die borrelen uit de zelfkant van de maatschappij, hen weet taalregisters van spirituele verheven taal te vermengen met concrete taal. Tiresias is een dichtbundel die niet alleen voor performances op het toneel geschreven is, maar ook om stil te lezen en te herlezen, om stilletjes te laten inwerken.

Hold Your Own. Tiresias van Kae Tempest is, in een vertaling van Gaea Schoeters en Johanna Pas, uitgegeven door het Toneelhuis/Poëziecentrum, april 2020.