Met Absolutely Fabulous in het achterhoofd brengen Lieneke le Roux en Mylène d’Anjou een komedie over zingeving in het digitale tijdperk. Interessant materiaal te over, maar toch blijft Echte liefde los zand.

Het zit Le Roux en d’Anjou niet mee. De alter ego’s van actrices Lieneke Le Roux en Mylène d’Anjou willen dolgraag naar het feestje van de buurman, maar worden maar niet uitgenodigd. Nergens meer voor, eigenlijk. Met veel verbazing en sterke drank proberen ze grip te krijgen op het moderne leven dat aan hen voorbij lijkt te razen. Tinderprofielen worden weggeswipet, selfiesticks komen tevoorschijn, en de Twittergeluiden vliegen om de oren. Het wil allemaal niet echt lukken. De glorietijd van deze Nederlandse Ab Fab is voorbij.

In Echte liefde zien we een reeks sketches en liedjes, waarin Le Roux en d’Anjou zich proberen staande te houden in de millennialwereld, en tegelijkertijd omgaan met hun eigen verlangens en angsten. D’Anjou fantaseert over het krijgen van een kind, Le Roux denkt terug aan de wilde jaren negentig. Online dating is een terugkerend thema.

D’Anjou’s eerste Tinderdate is niet voor herhaling vatbaar, maar Le Roux laat zich niet uit het veld slaan. Na haar beste Instagramfoto’s te hebben geselecteerd, slaat ze een mooie man aan de haak. Om te verzekeren dat alles nog goed eruitziet, vraagt ze haar vriendin om van onderen een kijkje te nemen. Als d’Anjou het niet goed kan zien, zet ze haar mobiel in voor wat extra licht. Datzelfde mobieltje heeft ze eerder gebruikt om de Oscarstunt van Ellen Degeneres te overtreffen. In plaats van een publieksselfie maakt ze een heuse publieksvideo van de zaal. Het moet viral gaan, en de aandacht van Matthijs van Nieuwkerk of Eva Jinek trekken. Twitter explodeert, maar Le Roux moet er niets van hebben. Uit protest neemt ze een hap uit het mobieltje. Als ze zich realiseert dat d’Anjou nu niet meer haar Facebookberichten kan liken, krijgt ze er toch een beetje spijt van.

Aan interessant materiaal geen gebrek in Echte liefde, maar het wil niet lukken om echt van deze voorstelling te gaan houden. Op den duur worden de sketches te voorspelbaar: een onderwerp wordt geïntroduceerd, het escaleert in hilariteit, een vast melodietje vult het changement naar de volgende scène in. Het voelt alsof al deze fragmenten even belangrijk zijn, waardoor er geen sterke opbouw in de voorstelling wordt gemaakt. Die opbouw is wel nodig, te meer omdat er tegen het einde wordt geprobeerd om naast een lach ook een traan op te wekken.

Als d’Anjou’s dochter in beeld komt, worden de verhoudingen tussen haar en Le Roux op scherp gezet: een derde vrouw in huis is er één te veel. Dan blijkt hoezeer de vriendinnen op elkaar zijn toegewezen, en hoe Le Roux de buitenwereld op afstand probeert te houden. Het resulteert in een gevoelig eindlied van d’Anjou, dat niet helemaal wil landen. Jammer, want in de basis hebben Lieneke le Roux en Mylène d’Anjou twee mooie, tragikomische personages te pakken. Met een scherpere dramaturgie was dat beter tot zijn recht gekomen.

Foto: Raymond van Olphen