In Echte rancune zoekt Hans Teeuwen naar een compromis tussen kwetsbaarheid en vervreemding. Dat levert spannende momenten op, maar uiteindelijk mist de voorstelling iets van de radicaliteit die Teeuwens werk zo boeiend maakt.

In de jaren negentig was Hans Teeuwen een sensatie. Wat hij maakte leek in niets op het anekdotische cabaret van de cabaretiers en stand-up-comedians van zijn generatie, en ook niet op het klassiek geëngageerde cabaret van Youp van ’t Hek en Freek de Jonge. Met zijn vervreemdende verhalen vol seks en geweld doorbrak hij taboes en schokte hij het publiek. Na verloop van tijd werd Teeuwen hiermee zo populair, dat zijn schokkende cabaret aan kracht leek te verliezen. Dit was ook het moment dat Teeuwen ermee ophield. Hij ging optreden in Engeland, beleefde een korte carrière als jazzzanger en kwam in 2011 terug met een matig cabaretprogramma, dat min of meer een herhaling was van wat hij daarvoor had gedaan.

Deze voorstelling is interessanter. Enerzijds lijkt Teeuwen zijn publiek in deze voorstelling – opnieuw – precies te geven waar het voor gekomen is: hij beledigt een paar religies, maakt wat grappen over seks en zet een aantal gekke typetjes neer. Maar tegelijkertijd heeft Teeuwen ook een ironische distantie tot dit materiaal en levert hij voortdurend meta-commentaar op zijn eigen voorstelling en de verwachtingen van het publiek. Bijvoorbeeld wanneer hij het publiek verwijt hem in de steek te laten zodra hij niet voor de grap kiest maar experimenteert met een carrière als zanger, of wanneer hij een artikel uit de krant voorleest waarin hem verweten wordt een slechte Hans Teeuwen-parodie te zijn geworden. Hiermee speelt Teeuwen slim in op de twee verschillende publieksgroepen die hij bedient: aan de ene kant de groep die vooral voor de harde, kwetsende grappen over seks en religie komt, aan de andere kant de groep die ontregeld wil worden en die het vertrouwde repertoire van harde seksgrappen niet vernieuwend genoeg vindt.

Teeuwens zoektocht naar een compromis tussen deze twee standpunten is boeiend, maar het is tegelijkertijd ook de zwakte van de voorstelling. Teeuwen creëert een aantal spannende momenten waarin hij de verwachtingen van het publiek ontregelt, maar werkt die momenten niet altijd goed uit. Andersom zijn ook Teeuwens harde, potentieel kwetsende grappen niet zo radicaal dat ze interessant cabaret opleveren. Teeuwen is de afgelopen jaren een belangrijke stem geweest in het publieke debat, waar hij steeds het belang van satire benadrukt heeft in de strijd tegen islamitisch fundamentalisme. We moeten de islam overstelpen met beledigingen, zo betoogde Teeuwen een paar weken geleden nog bij Pauw. Dat schept hoge verwachtingen, die Teeuwen niet helemaal waarmaakt. Hij maakt inderdaad een aantal islamgrappen, maar veel verder dan een paar afgezaagde grappen over de maagden in het paradijs komt hij niet.

Teeuwen speelt kortom als vanouds met de verwachtingen van het publiek, maar weet daarin niet voldoende te ontregelen. Dit maakt Teeuwens voorstelling wat teleurstellend, al valt er zeker genoeg te lachen en zitten er ook een paar spannende, uitdagende momenten in de voorstelling.

Foto: Tom Bertels