Adam in het paradijs omhult zich met palmbladeren. Plots begint het overal op zijn lichaam te branden. Dat zijn de brandnetels: er groeien oer-Hollandse brandnetels in het paradijs. Deze Adam is Harrie, het fictieve personage van komiek en zanger Jon van Eerd. In de slapstickcomedy, als we het genre van Van Eerd zo mogen noemen, draait alles uit op een dolgedraaide en carnavaleske vertoning. In het Bijbelse paradijsverhaal Harrie & Eva is niets veilig voor Van Eerds vrolijke gimmicks en inventieve humor uit zijn ‘Pretpakhuis’, zoals hij de rijke rommelzolder noemt waaruit hij ogenschijnlijk eindeloos kan putten.

Als het doek opgaat ontvouwt zich in een schitterend decor (ontwerp: Marjolein Ettema) dat het paradijs voorstelt. Palmbomen, een tropische baai. Aan een boom hangt prominent een felrode appel en juist die boom zaagt Harrie om. Veel gekraak. Van de appel wordt niet gegeten, want die is na de val van de boom plots verdwenen. Eva, gespeeld door Margo Dames, komt op en wil juist dat er van de appel gegeten wordt, want in die appel ligt alle kwaad en zonde. En dat kwaad komt er in de persoon van de slang, gespeeld door Jacqueline Aronson. Zij begint fiks in deze paradijselijke komedie te stoken.

Harrie bereidt een voorstelling voor over dat paradijs, waarin Pim (Rosalie de Jong) voor veel geld een rol mag spelen. Een gele rolkoffer met honderdduizend euro is het bewijs van deze chantage door ene Willem. Er zijn natuurlijk twee identieke rolkoffers in het spel en de verwikkelingen nemen geen einde als blijkt dat Harrie zijn handen niet van de welgevormde Pim kan afhouden (het stuk is beslist geschreven voor #metoo).

Harrie’s vrouw Fien, ook wel de Eva uit het begin, ontvlamt in jaloezie en zo ontwikkelt zich een komedie die op een gegeven moment zo over de top is, dat Fien uitroept: ‘Ik begrijp er niets van.’ Ook Danny doet mee, gespeeld door Karel Simons, een rol die alle kanten op kan: nu eens is hij de nieuwe Adam, dan de zoon van Adam en Eva zelf. Of een soort Tarzan. Een geweldige vondst is als de acteurs zich aan elkaar voorstellen en hun rol noemen en hun naam, en dan nog eens, maar dan de een in een andere dubbelrol. In de regie van Caroline Frerichs ligt het tempo hoog en komt elke grap goed aan. Van Eerd zelf is hoe dan ook de meester van dit spel: elke blik van hem, elke beweging of oogopslag heeft effect, zoals dat ook bij André van Duin, met wie hij veel heeft samengewerkt, het geval is.

De truc van de repetitie is zo’n beetje een vast gegeven in tal van voorstellingen, echt origineel is het dus niet. Maar Van Eerd weet er een opgewekte wending aan te geven. Als aan het slot iedereen ontslagen dan wel weggelopen is, komt hij alleen naar voren, de gordijnen gaan dicht en hij houdt een interessante verhandeling over de toneelkunst en de ‘dramaturgische uitdagingen’ waarvoor ze zich gesteld zien, om met slechts twee personages (Harrie en Danny) alle anderen ook te spelen, inclusief de vrouwenrollen. Dat levert hilarische scènes op waarin de beide spelers uitbundige naaktkostuums dragen met opzichtig aangenaaide paradijselijke vrouwelijke dan wel mannelijke kenmerken, geheel zonder vijgenbladeren. Als tot slot Harrie verschijnt als Eva met opzichtige borsten en een mannelijk deel, is de chaos compleet.

Nadrukkelijk brengt Van Eerd theater als vermaak: licht, komisch, soms behoorlijk plat. Het publiek mag meezingen en doet dat graag. De absurde komediestijl die het Pretpakhuis beoefent staat ver van het repertoiretheater, waarin Margo Dames ooit Ophelia in Hamlet speelde en tal van andere serieuze rollen. Opvallend is dat het programmaboek rept over twee regies door ‘G.J. Reijnders’, waar dat regisseur Gerardjan Rijnders moet zijn. Drie spelfouten in een naam, dat is nogal onverschillig. Maar afijn, dat laat onverlet dat Harrie & Eva als theatershow en spektakelstuk, waarin zelfs apen aan lianen door de lucht zweven, onveranderd een hoog komisch niveau heeft. Het publiek geniet ervan: de zo goed als uitverkochte schouwburg van Velsen deed volop mee.

Foto: Joris van Bennekom