Het debuut van het gelegenheidsduo Pheifer & Blom is ijzersterk, een duizelingwekkend collage van menselijk onvermogen, zelfspot en rake observaties. En en is theater én cabaret, integer én een tikje vals, moedig én opportunistisch, serieus én hilarisch.

Na al die jaren spelen wat regisseurs hadden bedacht, wilden ze zelf weleens het heft in handen nemen. De twee actrices leerden elkaar beter kennen tijdens de repetities voor Ondertussen in Casablanca (2017) en het klikte meteen. Zo ontstond het ‘gelegenheidsduo Pheifer & Blom’. Als twee volleerde stand-uppers ontvangen Jacqueline Blom en Anniek Pheifer het publiek in De Kleine Komedie, babbelend over de storm van gisteren (‘Onze laatste try-out afgelast, balen’) en hoe fijn het is om weer een volle zaal te zien (luid applaus!). Hoe onwaarschijnlijk de combinatie in eerste instantie ook lijkt, ze hebben wel wat van een klassiek duo: Blom wat langer, donker en strijdbaar, Pheifer de lieve, kleine blonde. Alle clichés worden trouwens onderuitgehaald, dus ook deze.

Ze zien er fantastisch uit in wijde zwart-witte colberts die elkaar spiegelen: de een links wit en rechts zwart, de ander andersom. De kostuumkeuze (ontwerp: Studio Elzinga) geeft al meteen weer waar ze het over willen hebben: tegenstellingen die elkaar aanvullen, yin yang, vermengd met een scheutje bewustzijn: het moet natuurlijk wel inclusief zijn, wit én zwart. Gekleed maar ook sexy; fashionable maar ook lekker makkelijk, een tikje macho maar ook ultra feminien. En en.

Het toneelbeeld wordt gedomineerd door een grote bol waarop de maan te zien is in zwart-witbeelden, maar die ook dient als projectiescherm voor tal van geestige animaties en videoprojecties (ontwerp: Catharina Scholten). Aan weerskanten staan planten met rustieke schemerlampjes, barkrukken en surrealistische uitvergrotingen van een gigantisch, goud geschilderd oor aan de ene kant, een allesziend oog aan de andere kant.

Aan alles is duidelijk dat de actrices gepokt en gemazeld zijn in het theater. Anders dan in de meeste cabaretvoorstellingen – ‘waarbij iemand, meestal een man, op witte gympen al pratend van links naar rechts over het podium banjert’ – is de vormgeving even rijk als gelaagd. Net als de inhoud. En zijn het allebei heel goede actrices en buitengewoon komische talenten die de boog de hele avond gespannen houden. Al lijkt het voortdurend van de hak op de tak te gaan, de onderliggende dramatische lijn is strak gespannen.

Centraal in de voorstelling staat een bijna-doodervaring die ze allebei hebben meegemaakt. Hoe heftig de verhalen ook zijn, ze worden verteld zonder enig sentiment maar met een mengsel van briljant vormgegeven humor en verbijstering, die ook met terugwerkende kracht nog voelbaar blijkt. Zo zien we Blom zenuwachtig praten tegen haar echtgenoot, terwijl ze zitten te wachten op de uitslag van een biopsie. Het scherm vertoont lange gangen met veel dreigende kamerdeuren, waaruit zometeen iemand zal komen die het vonnis gaat vellen. De soundtrack (Florentijn Boddendijk en Remco de Jong) voegt ijle paniekklanken toe.

Dan verschijnt op het scherm in enorme close-up het zwaar zorgelijk kijkende gezicht van ‘de dokter’ (Pheifer) en dan weet je het al. Foute boel. Borstkanker, inclusief het hele pakket: chemo, bestraling, amputatie. Een heftig verhaal dat dus goddank goed is afgelopen en uitloopt in een hilarische scène waarin Pheifer aankomt met een tas vol neptietjes. Die staan zo leuk dat ze zelf ook wil, zodat ze om beurten neptietjes passen die uiteindelijk op de gekste plekken worden uitgeprobeerd. Binnen de kortste keren verandert de sfeer van zwaar naar licht. Razendsnel zijn ze en ze halen telkens alles onderuit. Van elkaar maar ook van zichzelf.

Dat wordt versterkt door het stel poppen dat af en toe op het scherm zichtbaar wordt – die ook weer kritische vragen stellen – en erg op hen lijkt, al is bij hen de een van kleur (impliciet: want dat moet tegenwoordig). Ze doen denken aan het duo Statler en Waldorf uit The Muppet Show; net zoals die twee oude mannetjes leveren alterego’s van Pheifer & Blom op ironische wijze commentaar op het duo op toneel, waardoor duidelijk wordt dat de werkelijkheid nog veel complexer is dan het al leek. De voorstelling is gemaakt in nauwe samenwerking met regisseur en schrijver Corien van der Zwaag, met wie Blom ook de podcast De bitch en de hoer maakt.

Waarom ze die dood centraal stellen, is om wat het met hen gedaan heeft, en ook hier rekenen ze meteen af met alle clichés. Blom: ‘Ik ben er absoluut geen beter mens van geworden.’ De ervaring heeft wel het nodige teweeggebracht: ze zijn zich niet alleen bewuster geworden van de voortschrijdende tijd maar vooral van de plek die ze innemen in het theaterbestel: impliciet en soms expliciet wordt het nodige commentaar geleverd op die regisseurs die het allemaal zo goed weten.

En en gaat over acteren, over omgaan met de ‘woke society’, over klimaatangst, over genderproblematiek en over vrouwenrechten (of nee: mensenrechten). Wat is het belangrijkst, waar moet je beginnen, moet je geen activist worden en hoe dan? Kan je als activist voor het klimaat nog op skivakantie? En over seks: de seksscènes vormen een even treurig als hilarisch hoogtepunt (pun intended). Het gaat over domheid en erbij willen horen en vooral over het eigen falen. Oh ja, je krijgt ook nog een cursus deep tissue massage en je leert dansen met de bekkenbodemspieren: ‘become the woman you were destined to be.’ En nog veel meer.

En en is een caleidoscopische voorstelling, een heerlijke hutspot van herkenbare én hilarische observaties van het huidige tijdsgewricht. De lol én de professionaliteit spatten er aan alle kanten vanaf. En en.

Foto: Bram Willems