Vanaf 25 februari vervalt het coronatoegangsbewijs voor theaters. Dat meldde minister Kuipers (Volksgezondheid) vanavond tijdens een persconferentie over coronamaatregelen. Het land gaat ‘in grote stappen volledig weer open’.

Vanaf vrijdag 18 februari gaan de eerste versoepelingen in. Theaters mogen dan weer open tot 01.00 uur. Binnen is het houden van 1,5 meter afstand niet meer verplicht en er geldt geen bezoekersnorm meer. Tot 500 bezoekers worden vanaf vrijdag ook geen vaste zitplaatsen en mondkapjes (bij verplaatsing) meer geëist. Het coronatoegangsbewijs (3G) blijft nog tot 25 februari gelden.

Een week later, op vrijdag 25 februari, zijn ook boven de 500 bezoekers vaste zitplaatsen en mondkapjes niet langer verplicht. Ook gelden weer de normale openingstijden. Het coronatoegangsbewijs (3G) vervalt in de meeste gevallen. Alleen op plekken binnen waar meer dan 500 mensen bij elkaar komen en hier geen vaste zitplaats hebben, bijvoorbeeld op festivals, moet iedereen vanaf 13 jaar een negatieve testuitslag laten zien (1G).

Locaties hoeven vanaf 25 februari ook geen bezoekersstromen meer te scheiden, looproutes aan te geven of hygiënemaatregelen te treffen.

De Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) laat weten ‘aangenaam verrast’ te zijn met het nieuws, maar vraagt het kabinet ook af te zien van de laatste beperkingen die nog gelden. De branchevereniging van podia pleit onder meer voor de volledige afschaffing van het coronatoegangsbewijs. ‘Nu de 1,5 meter afstand straks in de gehele maatschappij vervalt, men in het openbaar geen afstand meer hoeft te houden, is ook binnen podia het coronatoegangsbewijs overbodig geworden.’

Schadecompensatie blijft volgens de VSCD noodzakelijk voor zowel podia als (vrije) producenten. ‘De versoepelingen betekenen dat voor veel podia juist nu een spannende tijd aanbreekt. De afgelopen weken is gebleken dat zelfs met huidige beperking de zalen niet altijd vol zitten. Zelfs als er straks geen beperking meer geldt, is het onzeker of het publiek meteen in groten getale komt.’