Het NDT heeft sinds afgelopen zomer twee vrouwen aan het roer staan. Na tien jaar als artistiek leider van Ballet BC in Vancouver, kwam Emily Molnar naar Den Haag. Zakelijk directeur Willemijn Maas stelt Molnar voorafgaand aan de coronaproof première van haar eerste programma met NDT I voor aan het publiek dat in het Zuiderstrandtheater aanwezig is of via de livestream meekijkt.Beide vrouwen zijn zichtbaar blij de kijker te verwelkomen na maanden gedwongen podiumstilte. Maar ook gespannen.

Endlessly Free is de titel van het programma, en zo voelen we ons niet. Met de oplopende aantallen coronagevallen, de afstand die we sinds een half jaar van elkaar moeten houden, de angst en misinformatie rondom het virus en geen zicht op een einde aan de pandemie is eindeloze vrijheid een droom geworden die we noodgedwongen voor ons uit schuiven. Om nog maar te zwijgen van de bedreigingen van de vrijheid overal ter wereld, van Wit-Rusland tot Moria en van Trump tot big data.

Choreograaf Medhi Walerski (Molnars opvolger bij Ballet BC en oud-danser en terugkerend choreograaf  bij NDT) maakte middenin de fysieke coronabeperkingen een nieuw werk: Silent Tides. Op een spiegelend zwarte vloer staat Chloé Albaret, alleen in het midden, met op de vloer achter zich een lange, dunne, horizontale streep blauwwit licht. Traag beweegt die lichtstreep zich omhoog, als de spiegel van de zee bij het opkomend tij op het randje van de dag. Ze trekt haar rechterbeen op en plaatst de voet tegen de binnenkant van haar linkerdijbeen, om van daaruit los te breken in een danstaal die reikt en kronkelt en met abrupte starts en stops een eigen golfpatroon kent.

Albaret danst met ontbloot bovenlijf – bevrijd van de half doorzichtige panty-truitjes waar de vrouwentorso’s in modern ballet vaak in gehuld worden wanneer de mannen met blote borst dansen. In het licht van Molnars aantreden als artistiek leider lijkt het vanavond of het vrouwenlichaam wordt vrijgemaakt. Al kan ik niet spreken voor Albaret; het programmaboekje voert haar op als uitvoerende en niet als maker. Maar: die huid zo bloot, in coronatijd. We snakken zo naar huidcontact. Wat een sprekend beeld is dit.

Eerder werk van Walerski liet al wel zien dat hij vaker de ‘naaktheid’ zoekt. In Garden (NDT I, 2016) bijvoorbeeld liepen mannen en vrouwen in nauw aansluitende ‘naaktpakken’. Maar die verhulden het persoonlijke: huid, rondingen, en zweet. Ze maakten alle dansers min of meer gelijk. En vooral heel anders dan wij zelf, de kijkers, met een randje vet onder de ribben, die tattoo die ons indertijd bevrijdde maar inmiddels niet meer past, en het kantoorlijf dat zo heel erg niet geschikt is voor ballet.

De naaktheid van Albaret (relatief, want alleen de torso is ontbloot) ontdoet haar als danser van die uniformiteit en brengt de persoon dichterbij. Dat zijn haar ribben, dat is haar tatoeage. De nabijheid wordt des te tastbaarder wanneer zij en danser Scott Fowler na nog een cyclus van eb en vloed aan hun duet beginnen. Dicht tegen elkaar aan, navel tegen navel, maken de twee met lange armen scheppende bewegingen. Ze lijken met de kommetjes van hun handen water over elkaar heen te scheppen. Het is teder en verzorgend, intiem en universeel. Je kent dit en je mist dit. En omdat je neuronen zo werken, voel je haast dat koele water en die warme huid. Albarets lichaam vangt de huidhonger die de coronatijd met zich meebrengt.

Ook de beide andere stukken, hernemingen, draaien om bevrijding. In Crystal Pite’s donkere The Other You (gemaakt in 2010) zit een man gevangen met zijn alter ego. Het is een beeldend duet, gedanst door Jon Bond en César Faria Fernandes, dat associaties oproept met de verhalen van Edgar Allen Poe en de schilderijen van Francis Bacon – minus het rood.

Owen Belton bouwde een beklemmende soundscape met regen, een troosteloos blaffende hond, Beethoven en autogeluiden: een miezerige kooi waarbinnen de man het uitvecht met zichzelf. De twee dansers zijn zeer aan elkaar gewaagd; ze zijn beurtelings dominant en eisen met scherpe interacties sluw elkaars plek op. Wie slaat wie, wie sleept wie over de vloer, wie is baas en wie geknecht?

Het programma sluit af met Walerski’s Soon (uit 2017). Vier grillige, gevoelige nummers van Benjamin Sainte-Clementine vormen de ruggengraat van dit stuk voor twee mannen (Paxton Ricketts en Kyle Clarke) en twee vrouwen (Madoka Ariya en Tess Voelker). Hun dans wordt voortgestuwd door een enorm ronddraaiend lichtobject dat boven de dansvloer zweeft: een goudkleurige schaal aan een zwarte arm, aangelicht door een grote witte spot als contragewicht. Het object maakt de ruimte nu eens klein en vol, en dan weer wijds en vol mogelijkheden, afhankelijk van de positie die de vier dansers kiezen. En daar klinkt in de beweeglijke tenor van Sainte-Clementine de titel van het programma: ‘if you’d stay with me / your tomorrow will be endlessly free.

Dit NDT maakt nieuwsgierig naar wat die eindeloos vrije toekomst nog zal brengen.

Foto: Silent Tides, Rahi Rezvani