Na vele jaren radiostilte is componist George Benjamin weer in een creatieve fase terecht gekomen. In 2006 ging zijn opera Into the little hill in première en nu was bij De Nederlandse Opera de beurt aan Written on skin: een opera waarmee de leerling van Pierre Boulez zichzelf weer eens goed op de kaart heeft gezet.

Written on skin is de tweede productie die Benjamin samen met de bekende toneelschrijver Martin Crimp maakte en is gebaseerd op een dertiende-eeuwse sage over het gruwelijke einde van een troubadour. Na een verhouding met de vrouw van zijn heer wordt deze door de jaloerse echtgenoot vermoord. Zijn onwetende vrouw krijgt vervolgens het hart van haar minnaar als gerecht opgediend.

Bij Benjamin is de minstreel een boekillustrator geworden die met zijn magische beelden herhaaldelijk de grens tussen werkelijkheid en fictie overschrijdt. Written on skin is echter vooral een tijdloos verhaal over macht, liefde en zelfverwezenlijking. Dat is ook wat het toneelbeeld (vier tableaus die gelijktijdig het heden en het verleden laten zien) op overtuigende wijze benadrukt. De personages lopen in en uit: van de middeleeuwen naar het nu. Als een moderne Brecht voegt Crimp met zijn ‘narrated drama’ talrijke vervreemdende elementen toe: zo beschrijven en becommentariëren de zangers in hun ‘aria’s’ de gebeurtenissen op het podium. Alsof ze er zelf geen onderdeel van zijn. Hun emotie wordt voornamelijk gedragen door de muziek. Zo spelen Benjamin en Crimp op inventieve wijze met de traditie van de operavorm.

Je kunt aan elke noot horen dat Benjamin ooit in de leer is geweest bij componisten als Messiaen en Boulez. Geen Engelsman schrijft zo ‘Frans’ als Benjamin: alles is gericht op transparantie, kleur en elegantie. De vaak complexe partituur kent een overrompelende rijkdom aan details. Niet in de laatste plaats dankzij een batterij aan slagwerk en bijzondere instrumenten als glasharmonica en gamba. Benjamins partituur is een feest voor het oor. Zeker in de perfecte uitvoering onder leiding van de componist zelf en het soms bloedstollende aandeel van zangers als countertenor Bejun Mehta en sopraan Elin Rombo.

De componist omschrijft zijn nieuwste opera als een lyrisch drama, maar je zou het evengoed een surrealistisch sprookje of een Strindbergiaans psychodrama kunnen noemen. Het kerft in elk geval sporen in de ziel en dat kun je toch niet van elke moderne opera zeggen.

(foto: Ruth Walz)