Een vrouw eet het hart op van haar minnaar, en wonderbaarlijk, ze geniet er zelfs van. Dit is de dramatische slotscène van de opera Written on Skin (2012) van George Benjamin. ‘Zoet’ heet het hartenvlees te zijn. Ze zingt: ‘Wat ik ook eet, wat ik ook drink/ niets zal ooit de smaak van het hart/ van die Jongen kunnen weghalen’. Die Jongen verscheen aan het hof van haar echtgenoot, The Protector, om een boek over hem te schrijven. De vrouw raakt zo in de ban van zijn schoonheid dat ze hem verleidt. Uit wraak doodt de Protector de Jongen, snijdt zijn hart uit en biedt het zijn vrouw aan.

Het Holland Festival biedt een semi-concertante uitvoering van deze inmiddels legendarische opera van de Britse componist George Benjamin en zijn vaste tekstschrijver Martin Crimp. Het applaus was ovationeel, meer dan bij de Nederlandse première van de nieuwste opera van het tweetal, Lessons in Love and Violence (2018) eerder in het festival. Sinds de première van Written on Skin in 2012 op het festival van Aix-en-Provence verwierf het werk stormachtige lof.

In 2016 verscheen de opera op de bühne bij De Nationale Opera in de regie van Katie Mitchell. Van deze operaversie is deze concertante uitvoering te zien in het Muziekgebouw, door het Mahler Chamber Orchestra met als dirigent Lawrence Renes. Deze regie neemt Benjamin Davis voor zijn rekening.

Deze concertante uitvoering kent wel degelijk spel. De zangers acteren in een minimale handeling, maar die is wel doeltreffend. Ze wisselen van plaats, hebben een enkel attribuut in de hand. Als The Protector de Jongen in het bos gaat opzoeken, kijkt hij naar zichzelf in de spiegeling van het lemmet van zijn mes – datzelfde mes waarmee The Protector hem doodt.

Het verhaal dat Crimp schreef gaat terug op een legende die zich afspeelt in het dertiende-eeuwse Frankrijk. Het geïllustreerde boek dat de kunstzinnige Jongen over de wrede landheer moet schrijven, dient te getuigen van zijn macht. Maar de landheer rekende er niet op zijn dat vrouw Agnès verliefd op de jongeman zou worden en hem verleiden. Terecht is de opera vergeleken met Wozzeck van Alban Berg, maar qua inhoudelijke genadeloosheid en explosieve muzikale kracht kun je evengoed aan Lulu denken of ook Salome van Richard Strauss.

De minimale theatrale handeling door de voortreffelijke zangers schept veel ruimte voor de verbeelding. Het is lastig te formuleren, maar dat minimale vormt misschien juist de kracht van deze uitvoering in tegenstelling tot het aan symboliek en beeldtaal zeer overdadige Lessons in Love and Violence. Een enkel gebaar van de zangers of zelfs maar een beweging van The Protector in de richting van zijn vrouw, doet al huiveren. Of als de Jongen met het mes speelt en The Protector hem nadert heeft al een grote lading. Bovendien verhoogt deze abstractie de aandacht die je als toeschouwer kunt schenken aan de muziek. Die is ronduit schitterend.

Het Mahler Chamber Orechestra beschikt over een grote souplesse om de intieme, ingehouden muzikale verhaallijnen te kunnen laten exploderen in bijna symfonische uitbarstingen, waarna alle klanken meteen weer kunnen verstillen. Het universum dat Benjamin opbouwt is zowel groots als verfijnd. Als plots de viola da gamba klinkt, de harp en zelfs de glasharmonica, dan roepen de klanken een subtiele ijlheid op, die iets van middeleeuwen hebben.

Het is geweldig in het Muziekgebouw zo goed de zangers als het orkest van nabij te zien, dat maakt de betrokkenheid intens. Ook de visie van de regisseur door aan de linkerzijde de engelen te plaatsen en aan de rechterzijde het echtpaar Agnès en The Protector is goed gekozen. Als de Jongen van de ene zijde naar de andere overloopt, begint het drama al. De tekst van Crimp is groots en krachtig. Vooral de inzet waarmee de Engelen de mens aanroepen weer terug te keren naar een soort oerbegin, dus geen vliegtuigen, geen drukpersen, is geweldig.

De zangpartijen zijn alle perfect ingevuld. Sopraan Georgia Jarman als Agnès vervult een tragische rol als verliefde, overspelige vrouw maar haar verrukking van het consumeren van het hart aan het slot is groots, en verrassend. De Jongen van Tim Mead en The Protector van Audun Iversen vormen een mooi contrast met de countertenor van Mead als lyrische stem tegenover de bariton van Iversen. De engelen van sopraan Krisztina Szabó en Robert Murray hebben meer dan alleen een engelenrol: ze nemen deel aan de dramatische handeling met prachtig geïnspireerde teksten over engelen die zich ontfermen over de doden.

Foto: Priska Ketterer